Het is vandaag nog maar dertig jaar geleden zijn dat de Amerikaanse actrice Lillian Gish is gestorven. Met die “nog maar” bedoel ik niets beledigends, het is gewoon omdat het hier gaat over een ster uit de tijd van de stomme film. Maar ze werd wel net geen honderd jaar!
Lillian was de oudere zus van een andere actrice Dorothy Gish. Lillian en haar zus werden op jonge leeftijd door hun vader James Leigh Gish in de steek gelaten. Om geld te verdienen begonnen ze te acteren, samen met hun moeder Mary Robinson McConnell. Lillian was bevriend met Mary Pickford, die haar in contact bracht met D.W. Griffith. Hij bood Gish een contract aan bij Biograph Studios in 1912. Ook haar zus Dorothy kreeg een contract. Lillian werd al snel een superster en kreeg de bijnaam the First Lady of the Silent Screen. Haar voornaamste rol uit die periode was in 1915 als D.W.Griffith “The Birth of a Nation” draaide over de Amerikaanse Burgeroorlog. Zij zou in 1916 ook de hoofdrol spelen in zijn “Intolerance”. En natuurlijk was er in 1921 “Orphans of the storm”, waarin ze met haar zus Dorothy speelde.
Gish never married or had children. The association between Gish and D.W.Griffith was so close that some suspected a romantic connection, an issue never acknowledged by Gish, although several of their associates were certain they were at least briefly involved. For the remainder of her life, she always referred to him as “Mr. Griffith.” Nochtans noemt Johan Daisne haar Mrs.Griffith II (Rolprenten, p.130).
She directed one film, Remodeling Her Husband (1920), when D.W.Griffith took his unit on location. He told Gish that he thought the crew would work harder for a girl. Gish never directed again, telling reporters at the time that directing was a man’s job.
Een andere “klassieker” waarin ze de hoofdrol vertolkte was “The wind” van Victor Sjöström, die op de generiek “Seastream” wordt genoemd, uit 1928. Lilian Gish leert daarin als stadsmeisje uit Virginia van de wind van het wilde westen houden, nadat een goed gemanierde slechterik het op haar eer had gemunt en een onopgevoede cowboy haar uiteindelijk beter blijkt te “respecteren”. Maar dat was oorspronkelijk helemaal de bedoeling niet van mijnheer Seastream. Integendeel, bij hem liep het allemaal dramatisch af, maar Hollywood zou Hollywood niet zijn als het (toen al!) niet ingreep. Carl Davis zette er in 1994 een filmscore onder (net als onder “One week” van Buster Keaton uit 1920), maar humor bleek de tand des tijds beter te hebben doorstaan dan dramatiek. Al was het maar dat omwille van “Amerikaanse” tussentitels (hosses = horses, allers = always, injuns = indians enz.) de lach hier ook altijd op de loer ligt.
Toen de geluidsfilm opkwam, werd ze minder populair en ging ze het theater weer in. Toch stopte ze niet met acteren in films. Eind jaren ’40 ging ze terug naar Hollywood en kreeg in 1946 al een oscarnominatie as Best Supporting Actress for her role of Laura Belle McCanles in Duel in the Sun, but lost to Anne Baxter in The Razor’s Edge. One of the most critically acclaimed roles of her career came in the thriller The Night of the Hunter (1955), also notable as the only film directed by actor Charles Laughton. In 1969, she published her autobiography “The Movies, Mr. Griffith, and Me”.
In 1970 kreeg Gish een speciale oscar voor haar hele carrière en in 1984 een Life Achievement Award. In 1987 was ze nog samen met Bette Davis te zien in “The Whales of August”. In de film “Good Morning Babylonia” is ze dat jaar ook eventjes te bewonderen in een fragment uit “Intolerance”. Welgeteld éénenzeventig jaar lagen tussen die twee optredens.
Ronny De Schepper
Referentie
Johan Daisne, Over oude en nieuwe rolprenten: de dingen die niet voorbijgaan, Antwerpen/Amsterdam, Elsevier/Manteau, 1980