Vandaag is het al tien jaar geleden dat de Antwerpse voetballegende Vic Mees is overleden. Ter gelegenheid van het Europese voetbalkampioenschap in 1984 had ik een telefonisch interviewtje daarover met de man die in de jaren vijftig synoniem stond voor dé Rode Duivel (Gouden Schoen in 1956, 68 « caps »), een rol die nadien werd overgenomen door Paul Van Himst in de jaren zestig, Wilfried Van Moer in de jaren zeventig en Jean-Marie Pfaff op het moment van het telefoongesprek (althans toch volgens een bepaalde brouwerij). Typisch is dat de eerste drie vanop het middenveld hun ploeg dirigeerden, terwijl het in 1984 eerder vanuit de verdediging, ja zelfs van de doelman uit gebeurde. Een totaal ander spelbeeld dus. Vond Vic Mees die aanvallende vijf-drie-twee opstelling uit « zijn tijd » dan ook zoveel aantrekkelijker ?
V.M. : Wel, in « mijn tijd » zoals jij zegt hadden we twee verdedigers, twee backs. Dan heb ik nog de evolutie meegemaakt met het stopperssysteem, en dan met de vier-twee-vier. En nu heb je er soms al vier met nog een libero erachter. Voor de aanvallers is het dus veel moeilijker geworden, er worden veel minder doelpunten gescoord en dat maakt het ook veel minder aantrekkelijk. Er is immers veel minder ruimte in de zone van de waarheid, daar waar de doelen gemaakt worden.
— Bovendien krijgt de verdediging nu een veel zwaardere rol toebedeeld. En juist nu zien we dat de Belgische verdediging bijna volledig opgerold is door dat schandaal — waar we niet verder zullen op ingaan. Hoe schat u dan die wijziging in voor de ploeg ?
V.M. : Wel, ik denk dat ze hun voornaamste wapen gaan verliezen, namelijk de buitenspelval — hoe ik daar verder ook tegen ben. Die val zullen ze nu moeilijker kunnen opzetten, omdat ze verschillende spelers hebben die dat misschien niet gewoon zijn, of die niet op elkaar zijn ingespeeld. En dat hebben ze wel met Gerets en met Meeuws, met de geijkte verdediging, kortom.
— Niet alleen de Belgen hebben een patent op de buitenspelval. A.S. Roma -Liverpool speelde zich op een bepaald moment slechts op iets minder dan de helft van het veld af, namelijk op het middenveld. Uzelf was destijds middenvelder. Nu gaan de middenvelders eerder aanleunen bij de verdediging, maar ik neem aan dat die in uw tijd een meer aanvallende rol hadden ?
V.M. : In mijn tijd had zelfs een verdediger ook een aanvallende rol. Minder dan nu, want in mijn tijd was het heel zelden dat b.v. een verdediger een doel maakte. Het doelpunt dat Anoul lukte in Parijs als back, dat was een sensatie. Dus, ergens is er wel wat veranderd. Maar ik als middenvelder, ik had zowel een aanvallende als een verdedigende functie. Zo lukte ik toch jaarlijks een vijf- a zestal doelpunten. Maar ik had ook een verdedigende functie, dat wil zeggen dat ge in dekking kwaamt van uw back bijvoorbeeld.
— Wij horen u nu de laatste tijd terug op de radio, wat ons trouwens veel plezier doet, pronostikeur zijnde. Mogen we u dan ook een pronostiek vragen voor het Europese kampioenschap ?
V.M. : In de groep van de Belgen zie ik zeker Fankrijk doorgaan en dan voor de tweede plaats zal het gaan tussen de Denen en de Belgen, denk ik.
— En voor de finale ?
V.M. : Dat wordt dan de Duitsers tegen de Fransen, hé. Als die in hun dagje zijn… En ze mogen ook nog thuis spelen, wat een heel groot voordeel is voor hen. Ze hebben een paar formidabele spelers. Denk maar es aan de wereldbeker, daar hebben ze wel de halve finale verloren tegen de Duitsers, maar op een manier die… Als je het geval Schumacher neemt, b.v. Dus, ik denk dat de Fransen misschien toch iets meer kans hebben dan de Duitsers. De Belgen hebben het geluk dat ze eerst tegen Joegoslavië mogen spelen, wat ze toch normaal moeten kunnen winnen, want het is dan nog in Lens, wat praktisch België is. Dan kunnen ze de verdere uitslagen in hun groep afwachten, wat ook al een groot voordeel is.
Dat wordt dus duimen !
Referentie
Jan Draad, Vic Mees aan het lijntje, De Rode Vaan nr.25 van 1984