De Amerikaanse journalist en schrijver Martin Cruz Smith (schreef ook onder de pseudoniemen Nick Carter en Simon Quinn) wordt vandaag tachtig jaar. Zijn “Polar Star” heb ik op enkele dagen verslonden, al was dit een boek van meer dan 450 bladzijden. En dan moet je nog weten dat ik bijna op elke bladzijde tegen mijn afkeer voor het primitieve anticommunisme van de auteur moest vechten. Waarom ben ik dan sowieso aan dit boek begonnen?
Het gaat allemaal terug op de film “Gorky Park” van Michael Apted uit 1983, waarvan ik vond dat die een erg genuanceerde visie op de Sovjet-justitie gaf. Wist ik veel dat dit eigenlijk de verdienste was van de Britse scenarist Dennis Potter, later o.m. bekend van “The Singing Detective” (*). Potter vergelijkt het conflict tussen de Russische Militia (politie) en de KGB met dat tussen de NYPD en de CIA aan de andere kant en dat vond ik een interessant uitgangspunt. Toen onlangs “Gorki Park” tegen een zacht prijsje werd aangeboden bij de krant De Standaard, wilde ik de avonturen van de eigenzinnige Moscovitische politiechef Arkadi Renko dan ook nog eens in schriftelijke vorm doornemen.
In het begin noteerde ik nog dat Cruz Smith “zeker niet mals is voor het Sovjetregime”, maar dat hij toch moest toegeven dat Renko “hoofdinspecteur bij de moordbrigade (was), een specialist in moordzaken in een land dat nauwelijks georganiseerde misdaad kende en waarin elk talent voor spitsvondigheid op crimineel gebied ver te zoeken was. Het slachtoffer van de doorsnee-Rus was over het algemeen de vrouw met wie hij sliep. En dan alleen als hij dronken was. In veel gevallen moest hij tien keer met de bijl naar haar uithalen, voor het raak was. Grof gezegd waren de moordenaars die Arkadi inrekende, in de eerste plaats dronkaards en in de tweede plaats moordenaars, en veel betere dronkaards dan moordenaars.” (Gorki Park, p.13)
Daarna nam zijn anticommunistische houding echter overhand toe, tot het me te gortig werd. Toch wilde ik per se het tweede deel, “Polar Star”, lezen, ik ben er zelfs geen moeilijkheid voor uit de weg gegaan, want het boek is blijkbaar niet makkelijk meer te verkrijgen hier in Vlaanderen. Uiteindelijk heb ik via de Franse FNAC nog een Engels exemplaar op de kop kunnen tikken (London, Pan Books, 1996).
Het is namelijk zo dat er ook nu nog altijd nieuwe verhalen met Renko in de hoofdrol uitkomen en ik wilde dus weten hoe hij opnieuw zijn positie had kunnen veroveren, nadat “Gorki Park” toch wel heel slecht voor hem was afgelopen: hij werd beschuldigd van moord op zijn chef en zijn liefje was achtergebleven in de VS. Daar stond weliswaar tegenover dat hijzelf wetens en willens was teruggekeerd, maar dat was uiteraard niet voldoende om de spons te vegen over zijn verleden. Daarom zit Renko in dit boek zijn straftijd uit op een visverwerkend schip (de Polar Star) in de Beringzee.
De Amerikaanse component is opnieuw aanwezig, aangezien we hier immers reeds in het Gorbatsjov-tijdperk zitten en dat Russische schip dus een onderdeel blijkt te vormen van een Amerikaans-Russische joint venture, waarbij de Amerikaanse visserschepen de netten uitwerpen die door het Russische schip worden opgehaald.
Als al op de eerste pagina het lijk van een meisje in die netten blijkt te liggen, start het verhaal in sneltreinvaart en laat het je niet meer los. Renko krijgt de opdracht uit te zoeken hoe de vork aan de steel zit en ondanks het feit dat hij op die manier weer in allerlei intriges verzeild geraakt, brengt hij dit tot een goed einde zodat zijn rehabilitatie in het verschiet ligt.
Op het einde van het boek staat (net zoals in de boeken van Dan Brown) dan ook reeds het eerste hoofdstuk van het volgende boek (“Havana Bay”), maar dat heb ik doelbewust nog niet gelezen (ik heb het mij wel aangeschaft en nog een aantal andere werken van Cruz Smith), want anders was ik wellicht toch weer verkocht, terwijl het anticommunisme van Cruz Smith me ondertussen wel echt de keel uitkomt en ik dus een rustpauze verdien.
Uit de pers verneem ik dat in “Red Square” onvermijdelijk Irina weer opduikt, ook al had Renko op het einde van “Gorky Park” afscheid genomen van haar. Dit boek speelt zich af een maand voor de coup van de “orthodoxe” communisten tegen Gorbatsjov en heeft als onderwerp de strijd tussen de onderwereld en “de partij” om het nieuw verworven kapitalisme te controleren. Zelfs al blijft Renko dus ook actief na de val van het communistische regime, dan nog blijft Cruz Smith de anticommunistische snaar bespelen. Zo moet hij in “Wolves eat dogs” (2005) een “zelfmoord” van een “nieuwe rijke” zakenman onderzoeken die hem uiteindelijk naar Tsjernobyl zal leiden…
Maar ik moet wel toegeven dat Martin Cruz Smith kàn schrijven. Zoals wanneer hij Renko laat filosoferen: “He’d always suspected that while men might make the best police, women would make the best investigators. Or at least a different kind of investigator, picking up different sorts of clues in a different manner, searching sideways or backwards, as compared to the straightforward, pig-in-a-rut method of men.” (Polar Star, p.205)
Ronny De Schepper
(*) Ook Michael Apted is (net als Hitchcock) een Engelsman die naar de V.S. is uitgeweken, nadat hij op de BBC o.m. “Coronation Street” had geregisseerd.
P.S. De wisselende spelling Arkady/Arkadi en Gorky/Gorki is te verklaren door het feit dat in de Engelse versie men de “y” gebruikt en in het Nederlands de “i”.