Na een mislukte overval in Coffeyville op 5 oktober 1892 vonden Bob en Grat Dalton, samen met twee andere bendeleden (Bill Powers en Dick Brodwell) de dood. Een derde Dalton, Emmett, raakte zwaargewond. Bill Dalton, die tot die tijd geen bandiet was, sloot zich hierna aan bij de overgebleven leden.
Er waren dus wel degelijk vier gebroeders Dalton, maar ze waren niet alle vier tegelijk lid van de bende. De vier Daltons speelden een rol in een van de eerste Lucky Luke-verhalen (Vogelvrij), maar werden al gauw gedood.
René Goscinny, de scenarioschrijver van de latere Lucky Luke-verhalen, vond het zo jammer dat hij de gebroeders Dalton niet meer kon laten optreden dat in latere verhalen hun abjecte activiteiten werden overgenomen door Joe, William, Jack en Averell Dalton, fictieve ‘neven‘ van de beruchte bende. Het was met een grappig nummer over hun geklungel dat de Franse zanger Joe Dassin zijn doorbraak forceerde. Maar de bekende foto van de vier gedode bendeleden wordt ook gepersifleerd op de fantastische elpee Desperado van The Eagles uit 1972.
Terwille van de persiflage wordt ook Emmett maar gemakshalve bij de doden gelegd, want als ik het goed heb zijn het de vijf echte Eagles die op de grond liggen, terwijl de sheriff en zijn posse gestalte worden gegeven door gast-instrumentalisten op het album. Eén van de nummers op Desperado heet trouwens Doolin’ Dalton.
Ronny De Schepper
P.S. Emmett werd gearresteerd en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Na veertien jaar kwam hij vrij. Hij werd vervolgens makelaar, auteur en acteur. Hij stierf in 1937 op 66-jarige leeftijd.