In de tijd dat de auto nog een sensatie was, was het vliegtuig dat des te meer. De Vliegweek die in Temse werd georganiseerd van 7 tot 16 september 1912, was dan ook een hoogst uitzonderlijk evenement. De 100ste verjaardag van het grootste evenement in Temses geschiedenis werd tien jaar geleden het hele jaar door herdacht, maar het absolute hoogtepunt vond plaats op zondag 16 september 2012: dan werd de Wilfordkaai herschapen in het Temse van 1912 (zie foto onderaan).
In Belgisch Kongo waren geen verkeerswegen om de verre afstanden te overbruggen, vandaar dat het Ministerie van Koloniën de inzet van vliegtuigen overwoog. Zij waren echter nog maar in hun beginstadium en hadden slechts een actieradius tot 300 km. De aanleg van vliegvelden zou een onhaalbare investering vergen. Vandaar dat gedacht werd aan watervliegtuigen, die konden dalen en opstijgen op stromen en meren. Om één en ander uit te testen, werd uitgekeken naar een niet brede, meanderende rivier met een variërende waterstroming. De Schelde in Temse werd de uitverkoren plaats: oefenterrein, maar vooral ook strijdtoneel, want het betrof een wedstrijd, een organisatie van de Aero-Club van België. Er werd gevlogen tussen de monding van de Rupel en de Durme (10 km afstand). De criteria waren: de samenstelling van de gevlogen uren, de kortste afstand om uit het water op te stijgen in de richting van de stroom respectievelijk tegen de stroom, de grootste afstand zonder dalen en de vaarprijskamp. Elke piloot moest de proeven met zijn zelfde vliegtuig uitvoeren. Er schreven 15 piloten in (uit Frankrijk, België en Duitsland). Het was een indrukwekkende organisatie, die gepaard ging met grootse feestelijkheden. Temse bereidde zich zorgvuldig op dit buitengewone gebeuren voor. De belangstelling was massaal en internationaal. In het bijzonder Temse en Bornem stonden op hun kop.
Het spektakel kende ook schaduwzijden: de Belgische piloot Busson (Herstal) stortte met zijn eendekker neer, waarbij zijn mecanicien, de Parijzenaar Alexander Borie, om het leven kwam; een herdenkingsprent van het slachtoffer is een blijvende herinnering aan dit drama. Ook botsten twee boten in de duisternis op elkaar, waarbij twee passagiers de dood vonden. Daarnaast waren er meerdere ongevallen, maar zonder dodelijke afloop. De zege ging naar een Fransman. Naar aanleiding van de Vliegweek werden talrijke prentkaarten uitgegeven.
Het geloof speelde toen nog een dominante rol en de kerk liep vol voor de zondagsmis – en dus wordt de wekelijkse 11 u.-mis op 16 september in het teken van de herdenking geplaatst, muzikaal opgeluisterd. Een oudgediende zal aanwezig zijn: de suisse (geüniformeerde ordebewaarder – met staf – in de kerk). Na de mis wordt een muzikale rondgang gehouden door het centrum. Aansluitend worden de feestelijkheden officieel geopend. Wie geniet de eer de feesten te openen? Vlaams minister-president Kris Peeters? Of de Vlaamse minister voor Cultuur met de zeer toepasselijke naam: Joke Schauvliege? Alle Temsenaars die De Vlieg(h)er(e) heten, worden op de officiële opening uitgenodigd.
In het namiddagprogramma wordt zoals in 1912 gedanst, gezongen, gemusiceerd (ook met draaiorgel), gewerkt (oude ambachten), school gelopen, geschilderd, gebeeldhouwd, kermis gevierd, toneel en poppenkast gespeeld… Er is straatanimatie en er zijn drank- en eetstandjes. En wie zorgt voor een café-chantant? Een curieuze figuur uit die tijd is de fotograaf: bezoekers hebben de gelegenheid zich digitaal te laten fotograferen in een decor uit 1912. De Schelde is natuurlijk van de partij en wordt bevaren door schepen van vóór W.O. I. en watersporters. Vooroorlogse oldtimers, (brom)fietsen, koetsen… zijn eveneens present. En natuurlijk zullen vliegtuigen uit vervlogen tijden boven Temse cirkelen. Het kunnen helaas geen watervliegtuigen uit 1912 zijn, want voor zover die er nog zijn, komen zij niet meer van de grond. Maar als alles naar wens loopt, zal er wel een replica (werkelijkheidsgetrouwe kopie) zijn van een Donnet-Lévêque, type watervliegtuig dat in 1912 deelnam aan de Vliegweek. En net als toen is ook nu vuurwerk geprogrammeerd, deels zelfs ‘uit de oude doos’.
De horeca speelt een belangrijke rol. Temse was in 1912 hoogzwanger van de staminees en de pensions. Bier, jenever, elixir… vloeiden als watervallen. Dé lekkernij heette paling in ‘t groen. In die vooroorlogse periode waren er nog geen frietkramen. Smaakmakers waren haring, rijstpap, smoutebollen, wafels, pannenkoeken, podding… en bovenal de vlaai: in die jaren was Temse daarvoor wijd en zijd bekend.
Erg belangrijk is de oproep aan alle bezoekers om in kledij van vóór 1914 naar de kaai te komen. Kledij uit alle bevolkingslagen is aanbevolen: van arm en rijk, van ‘floeren’ broek, gilet, klak en ‘tits’ over werkmans- en alledaagse kledij tot pitteleers, bolhoeden, hoepelrokken, sleepjurken, hoeden als bloemkorven of met pluimen…
We verwachten ook de typetjes: de belleman zal er zeker zijn (want in Temse is hij er altijd), maar wie zorgt voor de sjampetter, de pompier, kaailoper(s), leurder (o.a. met wit zand, haring, boning, garnalen, krabbeke steur, krekelen, azijn, melk…), voddenman, ‘achtergaras’ (ongediplomeerde vroedvrouw), mandenmakers, blokmakers, textielarbeid(st)ers, scheepsbouwers, wijmenplekkers, kantwerksters, studenten, sporters (voetbal, turnen, watersport, boogschieten…), duivenmelkers, knechten en meiden, boeren en boerinnen…, een eindeloze rij van mogelijkheden, waarvoor wij beroep doen op de ondernemingszin en de creativiteit van de bevolking. Opvallende uiterlijkheden mogen niet ontbreken: pijp, sjiek, weelderige knevels, puntbaarden, sikken, bakkebaarden – en voor de notabelen: hoge witte halsboord tot tegen de oren, lorgnet (knijpbril), pince nez (neusknijper zonder montuur), monocle (oogglas dat in de hoek van het oog vastgeknepen wordt)… De uitbeelding van types kan natuurlijk ook gebeuren in groepsverband. En wie weet, komen we die zondag niet kasteelheer Janssens de Varebeke tegen, of Frans Boel, Priester Poppe, Ernest Wilford, Karel ‘Poeske’ Van Hoeylandt, vrederechter Theo De Decker, worstelaar Jan Roosen…?, naast crèmeglaceman de Fakke (met stootkar) en beruchte kaailopers als den Bruine, de Mekker en de Schele Wringer; de laatste 3 zijn vereeuwigd op de kaai en komen die dag allicht zichzelf tegen…
De ‘best’ verklede personen worden bekroond, zowel individueel als in groep. Wie zich verkleedt, dient zich nergens aan te bieden, hij/zij moet gewoon rondlopen. Een deskundige jury (zelf voorbeeldig vooroorlogs uitgedost) schuimt de kaai af op zoek naar de laureaten. Kortom: de kaai moet zwart zien van het volk uit 1912! Wij hebben alle troeven in handen om van dit eeuwfeest een hoogfeest te maken. Alleen de goede-weermaker moet nog present zijn. We zullen dan ook doen wat men in 1912 deed om goed weer te krijgen: eieren dragen naar de Arme Klaren…
Publicaties over het Temse van vóór 1914
Voor wie zich nader wil informeren omtrent het Temse van vóór 1914, is er o.m. de volgende lectuur:
– de artikelenreeks ‘Temse in la belle époque (1890-1914)’, herinneringen van Jean Boeykens, Jaarboek 1990 Gemeentemuseum
– ‘Een leven tussen kunst en natuur’, de memoires van Karel Aubroeck
– ‘Het kulturele leven te Temse van 1885 tot 1914’ van Toon Brijssinck
– ‘Zo leeft Temse, Zo leefde Temse’ van Rolf van Scheldelande (Martin De Ryck) en Gwijde van Schelderode (Jean Boeykens)
– ‘Temse & omgeving/Tamise & ses environs’, toeristische brochure 1913 (uitg.De Landtsheer)
– ‘Wandeling door Temse-Centrum 1890-1955’ van Roger Andries
– Drie boeken i.v.m. Temse in oude postkaarten en foto’s van resp. Frank De Cuyper (2) en Jos De Bock (1)
– ‘Temse in de goeie ouwe tijd’ van Luc De Ryck, Digna Coppieters en Luc Peleman
– ‘De wereld van Edward Poppe’ van Fernand Van De Velde
– ‘Het gemeentehuis van Temse’ van Digna Coppieters, Luc De Ryck, Jerome Smet, Marc Boel en Leo De Roeck
– ‘Ik hou van Temse’ (toeristische gids) van Luc De Ryck e.a.
– ‘De geschiedenis van de familie Wilford te Temse’ van Walter Jansegers
De publicaties zijn voorhanden in de gemeentelijke bibliotheek.
