Veertig jaar geleden schreef ik het volgende in De Rode Vaan: “Interessant is ook het optreden van La Petite Bande van de Kuijkens in het Gentse Congrescentrum op 6 september, want als solist werd op de koop toe niemand minder dan Jos Van Immerseel aangetrokken. Op 7 september doen ze dat programma nog eens over in het Brusselse PSK.” Helaas was ik in die tijd nog meer in popmuziek geïnteresseerd en zo heb ik dit concert van de eeuw gemist. Want dat moet nogal wat geweest zijn. Helaas (bis) vermeld ik ook niet wat ze hebben gespeeld. Ik vermoed pianoconcerti van Haydn of Mozart? Uiteraard is hier niets meer van terug te vinden op het internet. Geen YouTube-opnames, zelfs geen foto’s. Daarom heb ik maar (met dank aan Klara) een jeugdfoto genomen van Jos Van Immerseel, omdat ik vermoed dat hij er in die tijd zo moeten hebben uitgezien.
Een samenwerking tussen de twee grootsten uit onze hedendaagse muziekgeschiedenis heeft altijd zeer moeilijk gelegen. Het is moeilijk onder woorden te brengen waarom juist, daarom doe ik het maar via een omweg. Eenzelfde tegenstelling binnen de historische uitvoeringspraktijk vindt men immers ook elders terug. Volgens de Nederlandse klavecinist en dirigent Ton Koopman in de radiouitzending “Gezocht Verleden” (26/10/97) is dit terug te voeren op de tegenstelling protestant-katholiek. Calvinisten als Gustav Leonhardt waren bloedserieus, terwijl katholieken als Koopman zelf ook af en toe wel eens van een lolletje hielden als mijnheer pastoor het hoofd afwendde. Die tegenstelling gaat merkwaardig genoeg ook op hier in Vlaanderen voor respectievelijk Sigiswald Kuijken en Jos Van Immerseel (*). Ik dacht zelfs dat ze nooit met elkaar hadden gespeeld (ik was mijn eigen artikel natuurlijk al lang vergeten), toen ik in het begin van de jaren negentig t.g.v. een CD-voorstelling met Kuijken en zijn vrouw ging eten in het Patershol. Marleen (mevrouw Kuijken dus) antwoordde daarop: “Dat heeft hij in het begin wél gedaan. De Beethoven-sonates in het Paleis voor Schone Kunsten, geloof ik. Maar ze pasten niet bij elkaar. Als ze samenwerken heeft Sigiswald niet het gevoel van eerlijkheid. Hij heeft het gevoel dat Jos een beetje ‘oneerlijk’ muziek maakt.”
Ronny De Schepper
(*) Ik vraag me dan wel af hoe dat zat met Frans Brüggen, vooral na een opmerking van Jos Van Immerseel als reactie op een anekdote die mijn vriendin/fotografe (eveneens in de jaren negentig) hem vertelde. Tijdens een concert in de Bijloke nam ze namelijk foto’s van de voornaamste artiesten, maar Frans Brüggen wilde niet gefotografeerd worden. “En ik moet zeggen,” zei mijn vriendin, “hij zag er inderdaad uitgeput uit.” Waarop Jos lachend: “Dat is van al die jaren op die (blok)fluit te spelen, hé!”