Na de desastreuze auditie bij Decca een half jaar eerder, krijgen The Beatles vandaag zestig jaar geleden de kans om hun kunnen te tonen aan producer George Martin (foto) van Parlophone.
Deze keer spelen The Beatles wél eigen nummers i.p.v. de “standards” die manager Brian Epstein hen bij Decca liet spelen. Daarom maken ze een betere indruk, al geeft ook George Martin twintig jaar later toe dat hij helemaal niet onder de indruk was van het kunnen van The Beatles: “Als je vandaag de dag een doodgewoon groepje van de straat oppikt, is het waarschijnlijk stukken beter dan The Beatles anno 1962“. Wie de live-cassette die ik uit die tijd heb, beluistert, zal hem geen ongelijk kunnen geven. Vooral het gitaarspel van George Harrison is ontzettend slecht. Toch is het precies George die hen aan het contract met Parlophone heeft geholpen. Hij zingt immers het Engelse music hall-nummer “The Sheik of Araby” en daar zag George Martin, als producer van The Goons, wel wat in.
En vooral: Parlophone had dringend een popgroep nodig om mee uit te pakken. Het grappige is dat ondanks de grote afkeer die The Beatles van Cliff Richard hadden, het precies dààrom is dat ze door George Martin werden uitgekozen: “I was originally thinking of using them as a backing group with a named lead singer, like Cliff Richard and the Shadows. I desperately wanted my own Cliff. That was how my mind was working at the beginning, looking for the possibilities of one of them being the lead singer. When I met them, I soon realized that would never work.” (Davies, p.174)
George Martin was een klassiek geschoold muzikant (hoboïst), die tot dan toe een zeker succes had behaald met het producen van jazz- en comedy-platen (o.a. van Spike Milligan en Peter Sellers) en welgeteld één pophit had gehad, namelijk “Be my girl” van Jim Dale. Brian Epstein had dan ook niet veel vertrouwen in hem, maar de Beatles zelf paradoxaal genoeg wél, omdat ze grote fans waren van Peter Sellers.
Drummer Pete Best mocht van George Martin niet meespelen op de eerste single “Love me do”. Ook de andere Beatles vonden dat Best er eigenlijk niet bij hoorde en zij vonden dit het ideale moment om Ringo Starr aan te werven, maar toen die in de studio arriveerde, was George Martin hierop niet voorzien en had hij reeds studiomuzikant Andy White laten komen, die dan ook op de single drumt. Op de elpee is echter wél Ringo te horen.
Pete Best van zijn kant kreeg van Brian Epstein een plaatsje aangeboden bij Lee Curtiss & the All Stars, waar hij zich niet zo slecht voelde… tot Beatlemania een aanvang nam. Vanaf dan zou hij zijn ontslag nooit kunnen verwerken en probeerde hij op een enigszins degoutante manier zijn graantje mee te pikken. Zo verliet hij de groep van Lee Curtiss, nam Tony Waddington en Wayne Bickerton mee als songschrijvers en noemde zijn groep: Best of the Beatles! En alsof dat nog niet genoeg was, stond op de cover van de elpee een foto van The Beatles, genomen door Astrid Kirchherr in Hamburg, met gewoon een cirkeltje rond het hoofd van Pete Best. Het mocht niet baten, het publiek (behalve een buurjongen van mij) trapte niet in het boerenbedrog, al zouden Waddington en Bickerton uiteindelijk in de jaren zeventig toch nog succes kennen als songwriters voor… The Rubettes!
“Love me do” was overigens geen groot succes. De BBC speelde het nummer slechts met mondjesmaat. De zender die het voor het eerst speelde was trouwens Radio Luxemburg. De zeventiende plaats op de hitparade was dan ook vooral te danken aan het feit dat Epstein zelf een hele hoop exemplaren had gekocht.
Ronny De Schepper