Volgens “On this day” is het morgen 415 jaar geleden dat “de eerste opera” in première is gegaan. Dat zou dan “L’Orfeo” zijn van Claudio Monteverdi. En dat wordt over het algemeen ook zo beschouwd. Zelf ga ik daar echter niet mee akkoord. In de tekst van Wikipedia, die ik hieronder overneem, is er b.v. al sprake van beïnvloeding door een andere opera, dus daar wordt “L’Orfeo” alvast niet als “eerste” opera beschouwd. Men zou misschien kunnen stellen: de eerste bewaarde opera, maar ook dat is niet waar, want dat is dan juist die “Euridice” van Jacopo Peri, waarover ik het elders heb…
De opera L’Orfeo van Claudio Monteverdi, op een libretto van Alessandro Striggio is gebaseerd op de mythe van Orpheus en Eurydice, zoals terug te vinden in de Metamorfosen van Ovidius en de Georgica van Vergilius. De eerste opvoering was op 24 februari 1607 in het hertogelijk paleis van Francesco Gonzaga in Mantua geproduceerd, mogelijk vooral om zijn oudere broer Ferdinando de loef af te steken (deze was gelieerd aan de Florentijnse Academia degli Elevati met componisten als… Jacopo Peri!
En het is dus juist de opera Euridice van Jacopo Peri (1600) die als voorbeeld gediend zou hebben voor L’Orfeo. Wat wel waar is: de opera L’Orfeo is de oudste van de opera’s, die tot op heden het repertoire hebben gehouden. Hier begint – zo men wil – de canon van de klassieke westerse operaliteratuur. Typerend voor de werkwijze van Monteverdi is de vermenging van de Griekse mythologie met 16e-eeuwse dramatische conventies en – muzikaal – de volledige variëteit aan instrumentale tussenspelen (intermedio), monodie en madrigalen uit de Florentijnse school. Deze opera is weliswaar ontstaan binnen hofkringen, maar opera is hier nog niet het lege hoofse vermaak, waar het later toe zou verworden. Integendeel, het geeft doeltreffend en met passie uitdrukking aan diepe menselijke emoties. Het genie van Monteverdi ligt in de fantasievolle en qua muzikale middelen zeer efficiënte en evenwichtige wijze, waardoor de toeschouwers zich ook nu nog – meer dan vier eeuwen na de première – aangesproken voelen.
In de klassieke versie van de mythe lukt het Orpheus niet om de verleiding te weerstaan Eurydice aan te kijken. Dit was de voorwaarde om haar terug te krijgen. Op het moment dat hij omkijkt, ziet hij haar voorgoed in de onderwereld verdwijnen. Hij blijft verbitterd achter en wordt later vermoord door Bacchanten en komt op die manier weer bij zijn geliefde. Dat was het libretto bij de eerste uitvoering in 1607, in een betrekkelijk kleine ruimte in de privé-appartementen van Margherita Gonzaga d’Este. Dit sombere einde was mogelijk minder geschikt voor een uitvoering in de formele omgeving van een hof in het begin van de 17de eeuw.
Monteverdi en zijn tekstschrijver Striggio (hofsecretaris van Mantua) kozen bij de uitvoering in 1609 voor de hertog van Savoye in Mantua in een veel grotere ruimte dan bij de première, dan ook voor een (dramaturgisch meer spectaculaire, maar psychologisch veel oppervlakkiger) oplossing, die teruggaat op de Astronomia van Hyginus. Apollo daalt neer uit de hemel en neemt zijn zoon Orpheus mee op ten hemel waar hij getroost wordt met een evenbeeld van Eurydice in de sterren.
Ronny De Schepper