Bij uitg. Tabula (Amsterdam, 1986; 186 blz.) verscheen de eerste uit een serie spionagethrillers van de Nederlandse auteur Martin Koomen rond de gentleman-geheimagent Robert Portland « Import, export, doodslag, moed ».
Spannend alleszins, zeer vlot verhaald, met af en toe een vleug humor, met een voorzichtige aanzet naar psychologische duiding van de twee hoofdpersonages (van wie één de partner van Portland en tevens ik-persoon). De klassieke held wordt hier tot meer menselijke proporties herleid, en dat is naast het zuiver ontspannende van de roman, alvast een pluspunt. Maar het wordt zeker interessant wanneer je weet dat de intrige speelt in het Nederland van 1936, en in de sfeer van het opkomend fascisme waarmee de Nederlandse geheime dienst af te rekenen krijgt. Meer dan een gewoon zich afzetten tegen het fascisme, weet de auteur het fenomeen en talloze nevenaspecten te duiden, zonder ooit te theoretiseren, of zelfs maar de vaart van het verhaal te onderbreken. De beklemmende sfeer in Nazi-Duitsland b.v. wordt zeer treffend opgebouwd; en het hele tijdsbeeld is zeer accuraat weergegeven, hoe accuraat daartoe dien je enkel te weten dat Martin Koomen ook de auteur is van de essayïstische werken « De literaten van de linkeroever; Engelstalige schrijvers in Parijs 1900-1944 » en « Het literaire Dublin; opkomst en ondergang van de Ierse literaire beweging ». Historisch verantwoorde en meeslepende ontspanningslectuur (J.d.B. in De Rode Vaan nr.42 van 1986).