De kaarsen zijn gedoofd, de vlaggen opgeborgen en zelfs de zon schijnt minder hevig dan vorig weekend. De enige muziek die nog weerklinkt naast het grauwe World Trade Center is die van de mussen die tsjilpen in de bomen die een met trakten en pakjes friet bezaaid grasveld omzomen. Het saaie, doordeweekse leven in het Brusselse Noordkwartier is herbegonnen. Niets laat nog vermoeden dat hier een weekend lang De Rode Vaan wapperde en dat duizenden kameraden, vrienden en sympathisanten het jaarlijkse feest van strijd en solidariteit hebben bijgewoond, het Feest van De Rode Vaan !

« Niets ? » Niets tastbaars, zal je bedoelen ! Want voor de bewoners van de flatgebouwen en de nog enkele rechtgebleven arbeiderswoningen in de omgeving zal dit feest nog lang in het geheugen gegrift blijven. En jammer dat de BRT weer verstek liet gaan, want via de RTBF (die gewaagde van een « succes zonder voorgaande ») konden miljoenen mensen toch zien dat de communistische beweging met haar zestig jaar nog zo vitaal is als een uit de kluiten gewassen knaap die een vuist maakt naar de huidige regeringspolitiek van sociale afbraak en verhoging van de lasten.
Vijf en zes september negentienhonderd eenentachtig, Feest van De Rode Vaan in het teken van de zestigste verjaardag. Het is voorbij en het is goed geweest. Wij maken ons op voor negentien tweeëntachtig. Het zal een hard jaar worden, maar WIJ staan klaar.

De kaarsen zijn gedoofd, inderdaad. Er was heel wat meer tijd nodig om de zestig kaarsjes aan te steken op de originele verjaardagstaart (in de vorm van de feestaffiche van Le Drapeau Rouge) ter gelegenheid van onze zestigste verjaardag, dan voor de drie Marokkaantjes om deze onder het oog van voorzitter Louis Van Geyt uit te blazen. De grootste verrassing kwam echter achteraf : de monstertaart bleek nog eetbaar te zijn ook. Ik meende zelfs een vage smaak van kokosnoot te ontwaren, maar het kan natuurlijk ook best zijn dat onze smaakpapillen reeds dermate geperverteerd waren door de gamba’s, tortilla’s of worsten allerhande en allerlande…
’s Morgens stond de officiële receptie ook in het teken van die 60ste verjaardag. Wijzelf waren vooral verheugd een aantal van de oud-r.v.-redacteurs weer te zien (w.o. de geïnterviewden Gerard Van Moerkerke, Maarten Thijs en Marcel Christiaens; Vic Van Saarloos liet zich verontschuldigen). Het spreekt vanzelf dat er hier nog veel gesproken werd over het verscheiden van Raymond De Smet.
In de debatzaal groef men ook in het verleden, maar dan wel in het recente, met de strijd van de arbeiders van Fabelta-Tubize. Dat de vlam van de strijd overigens nog steeds hoog oplaait, werd geïllustreerd door de grote belangstelling voor de stand van de federatie Gent-Eeklo-Sint-Niklaas waar kameraden uit Temse om solidariteit vroegen met de Boelwerkers.
Blaadjes en stickers, het feest puilde er gewoontegetrouw van uit. Je kon ze gratis krijgen op bepaalde stands, je kon actiecomités en jongerenbewegingen steunen door er te kopen, je kon je ook laten belazeren en je gratis brochures laten aansmeren tegen een zacht prijsje door jonge snaken die van deze deugnieterijen een lucratief handeltje hadden gemaakt (*).
In vier reusachtige tenten en op een zonovergoten binnenterrein ademde ons feest uit al z’n poriën. Een bruisend spektakel dat je moet hebben meegemaakt om het te geloven.
« Maar de voetbalwedstrijd ? » zal je zeggen. Dat was inderdaad een spijtig misverstand : de tenten stonden namelijk op het voetbalterrein. Dat zou dus moeilijk spelen worden, temeer daar er hier en daar al een verzwikte voet (**) of een verdwaalde feestganger werd gesignaleerd. Dat wordt dus een afspraak voor volgend jaar, want de kaarsen zijn gedoofd, maar het vuur blijft branden.

Moe maar gelukkig…
« Mijn vader zei altijd : Peer jongen je schrijft leuke liedjes, maar zing ze asjeblief niet zelf. En ik ben geneigd hem nu gelijk te geven. » Zo begon een door keelpijn geteisterde Peter Koelewijn zijn optreden op zaterdag. De honderden Vlamingen die speciaal voor hem de verzengende hitte onder het tentzeil trotseerden, zullen hem echter tegenspreken. Met « Klappen in de handen » en andere « Kom van dat dak af »-s was de sfeer er meteen volop.
Bij die toeschouwers ook de mensen van Stekelbees die buiten tegen het lawaai niet konden optornen. Hun succes nadien was er niet minder groot om. Ondertussen bracht Kandahar in de tent de melodieuze kwaliteitspop die we van hen hadden verwacht.
Niet alleen op het binnenplein had men overigens last van geluidshinder, ook in de debatzaal slaagden de dichters van het Masereelfonds er nauwelijks in om zich verstaanbaar te maken. Want muziek was er overal. Zelfs gewoon in de wandelgangen kon je plots oog in oog staan met een krankzinnig uitgedoste vogel (Rémy Bricka) of met castagnetten klapperende Spaanse furies. Terwijl buiten straatzangers (Renaud de Saint-Moulin), kozakken en zigeuners elkaar verdrongen.
De « fiesta » van de Spanjaarden stal overigens weer de show en het orkest van Ann Christy speelde daar handig op in door naast de courante hits ook vele Spaanse klassiekers te brengen. Anneke zelf werkte zich in tamelijk ondankbare omstandigheden door haar gevarieerd repertoire. In haar witte doorkijkjurk bracht zij de hoofden zozeer op hol dat het zuiderse enthousiasme even naar het kookpunt steeg : een wat te vurige Spanjool wilde haar rond de hals vliegen, maar werd even prompt afgevoerd door een oplettende kameraad.
Ondertussen hadden in de spektakeltent Daniël Viglietti, Mouloudji en de Big Band Act een even groot succes. Twee overvolle tenten op hetzelfde moment. Een betere illustratie van de immense toeloop was niet denkbaar.
Geluidsproblemen ook zondagnamiddag, wanneer Pee en Hasj hun succesrijke act plotseling verstoord zagen door de mensen van Judahej, die vlak naast hen aan het werk togen. Amper vijf minuten later werden echter ook zij buitenspel gezet door de Franse hard-rockgroep Etéric. De wet van de sterkste zeker ?
Het hoogtepunt van de publieke belangstelling was zondag echter weggelegd voor het optreden van Pierre Rapsat en Francesca Solleville en ook voor het ballet van Karmen Larumbé. ’s Avonds hadden wij goed gegokt met de new wave-groepen The Resistance en Luna Twist, want dan begint het feest toch reeds langzaam weg te deinen en enkel opgeschoten jongeren kunnen dan nog op dat tempo doorgaan. Veel volk was er niet meer, toegegeven, maar iedereen op de been krijgen is toch ook geen geringe verdienste.
Ondertussen had het programma echter zowat drie uur vertraging opgelopen. Het « Orchestre Sympathique » uit Canada mochten wij achter de coulissen inderdaad als « sympathiek » ervaren, maar toch niet sympathiek genoeg om ons nog tot ver over middernacht te doen blijven. De stilaan bekende VPO-speakerin Brigitte Michiels wenste dan ook de Vlaamse toehoorders goede nacht (op voortreffelijke wijze zoals ze zich twee dagen van haar taak had gekweten) en met die nachtzoen doken ook wij, moe maar gelukkig, onder de wol. Alleen… met onze dromen.

Referentie
Ronny De Schepper, Kaarsen gedoofd maar vuur blijft branden, De Rode Vaan nr.37 van 1981

(*) Zie de kaarsjesblazers. Hun oudere familieleden lieten zich trouwens ook niet onbetuigd. Die kwamen in werkmanskledij bij het afbreken van het feest de planten ophalen die her en der ter versiering stonden opgesteld. Niemand die er zich vragen bij stelde uiteraard… tot de échte verhuurders van de planten zich meldden. Uiteraard werd er géén klacht neergelegd, want dat was absolutely not done in die tijd.
(**) Jan Mestdagh.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.