De blinde Gentse componiste Irène Fuerison, die negentig jaar geleden overleed, heette eigenlijk Van Santen, maar ze had de naam van haar man, de advocaat Joseph Fuerison (1865-1921), aangenomen. Samen woonden ze op de Coupure nr.117 (foto). Als blinde zette zij zich vooral in om het leed van oorlogsslachtoffers (uit de Eerste Wereldoorlog) te verlichten.
Irène Fuerison zou vandaag een vergeten componiste zijn, had Mevrouw Schoentjes‑Zimmer in 1987 het archief van mevrouw Fuerison niet ondergebracht in de bibliotheek van het Gentse Conservatorium. Deze bundels omvatten de gedrukte uitgaven en kopieën van de met de hand geschreven composities, besprekingen van uitgevoerde werken, teksten van voordrachten gehouden door haar dochter Madeleine, enzovoort.
Ondanks deze gegevens blijven volgende vragen onbeantwoord, zoals: waar studeerde deze dame muziek en bij wie? Hoe kwam ze tot componeren? Hoe noteerde ze haar composities toen ze blind geworden was?
Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat deze componiste zeer bescheiden was en niet gesteld op roem en eer (ze was geen beroepsmuzikante, haar echtgenoot noemde haar‘une bonne musicienne, mais simple amateur’). Geen enkel programma van de talrijke concerten waarop haar werken werden uitgevoerd vermeldt een curriculum vitae en personen die haar gekend hebben, zijn overleden.
Aan de hand van de documenten in de bibliotheek van het Conservatorium en een ‘In Memoriam’ in de krant ‘La Flandre Libérale’ van 28 juni 1931 kunnen wij over deze merkwaardige vrouw uit de Franstalige liberale bourgeoisie een en ander vertellen.
In ‘La Flandre Libérale’ lezen we dat Irène Fuerison een voorname en intelligente vrouw was en terzelfdertijd een voortreffelijke temperamentvolle muzikante. Zij componeerde symfonische werken, kwartetten en liederen die getuigden van inspiratie, originaliteit qua opbouw en melodieuze geïnspireerdheid (de auteur van het artikel noteert hierbij ‘eigenschappen die bij menig modern componist zoek zijn’, sic).
Irène Fuerison was even bescheiden als ze getalenteerd was, enkel intieme vrienden kenden haar composities tot zij in 1917 de toelating gaf een keuze uit haar werken uit te voeren in ‘La salle de concerts Pathé’ door het orkest Guillemyn ten voordele van de sociale kas van muzikanten getroffen door de gevolgen van de rampzalige eerste wereldoorlog. Dit concert kende een groot succes, maar kende geen vervolg. Zij wilde geen heruitgave.
Nadien werden haar werken uitgevoerd tijdens plaatselijke concerten. Concerten, uitsluitend gewijd aan haar composities, vonden wel plaatsna haar dood. Zo b.v. op 20 februari 1969 in de zaal van ‘L’école des Hautes Etudes’ te Gent; op 3 maart 1972 bij de inhuldiging van het ‘atelier Irène Fuerison’ van de Brailleliga in het huis van deze vereniging, gelegen in de Gouvernementstraat 7 te Gent en op 18 maart 1972 in het Lakenmetershuis op de Vrijdagsmarkt. Dit laatste concert werd georganiseerd door het Willemsfonds. Opvallend is dat de laatste twee concerten vertolkt werden door verschillende musici.
Een appreciatie van haar werk vinden we in de uitnodiging verstuurd door het Willemsfonds: “De componiste wijdde haar laatste levensjaren bijna totaal aan de muziek. Haar oeuvre is doordrongen van impressionisme. Haar liederen zijn uiterst gracieus en diepzinnig.”
Deze intellectueel en artistiek begaafde vrouw was ook uitermate sociaal voelend. Haar menslievendheid motiveerde haar om haar composities openbaar te maken. Een en ander hierover komen wij te weten in een doorslag van een brief door haar echtgenoot gericht aan ‘Les membres du Comité de la Société d’Editions Mutuelle à Paris’, gedateerd op 20 januari 1919.
Advocaat Fuerison schrijft: “Mijn vrouw is sedert enkele jaren blind. Tijdens de eerste wereldoorlog componeerde ze vocale en instrumentale werken met de bedoeling deze te laten uitgeven en uitvoeren ten voordele van gekwetsten en gevangenen. Na enige tijd was de respons op deze composities groter dan verwacht en door de waardering van Gentse beroepsmusici werd ze aangemoedigd verder te componeren.”
In een bijlage worden de werken opgesomd die zij sedert 1915 schreef. Het betreft kamermuziek (het kwartet in fa mineur, de sonate voor viool en piano en de sonate voor cello en piano), liederen, vooral op Franstalige teksten (uitzondering hierop vormen een drietal liederen uit 1917 waaronder ‘Het mezennestje’ op een tekst van Guido Gezelle) en tenslotte ook enkele orkestwerken (Ommeganck ofte cortège ancien, Soir champêtre, een poème symphonique en La belle au bois dormant).
Bij deze orkestwerken noteert haar echtgenoot: “Ces oeuvres sont moins personnelles, mais mérites cependant l’attention”. Door deze opmerking kunnen we besluiten dat Irène Fuerison als componiste autodidact was, maar wie assisteerde haar dan bij het optekenen van de orkestpartituren?
In een andere doorslag noteert haar echtgenoot dat haar composities tijdens de oorlog privé werden uitgevoerd voor ‘Belgen’, niet gecensureerd werden, en dat deze uitvoeringen clandestien gebeurden. Door de inspanningen van haar echtgenoot werden haar composities ook uitgevoerd in Frankrijk, Engeland en Amerika.
Op 23 april 1999 stelde Paul Klinck in de Rode Pomp een CD voor met haar werk. Opmerkelijk is dat de CD zelf slechts de hoogst noodzakelijke informatie bevat, terwijl ze in een zwart hoesje is gestoken met enkel brailleschrift. Men tast dus letterlijk in het donker als men wil weten wat er op de CD staat. Dat blijkt uiteindelijk werk te zijn voor viool en piano, dat hij heeft opgenomen samen met de pianiste Katrijn Friant, die ook nog enkele solostukken voor piano uitvoert. Marleen Van Remoortele vertelt op de CD zelf wel wat er allemaal opstaat (en voegt er nog een biografietje van de componiste en de uitvoerders aan toe), maar dat is wel redelijk onhandig. Gelukkig staat het ook op het einde van de CD, zodat men het niet steeds opnieuw hoeft te horen. Paul Klinck is zich van al deze bezwaren bewust, maar hij heeft het precies zo gewild omdat hij wou dat we ons als de componiste zelf zouden voelen. Ook zij kon door haar blindheid immers geen gewoon gedrukte teksten lezen…
Ronny De Schepper