Het is al veertig jaar geleden dat de Duitse schrijver Heinrich Böll is overleden.

Heinrich Böll, afkomstig van streng-katholieken huize, heeft zich nooit willen inlaten met het nazisme, al pleegde hij ook geen openlijk verzet en vocht hij, als soldaat van de Wehrmacht, zelfs in Frankrijk, de Sovjet-Unie, Roemenië en Hongarije (zie bovenstaande foto). Als hij op het einde van de oorlog deserteert, wordt hij door de geallieerden niet met open armen ontvangen, maar belandt hij in Franse en Engelse gevangenissen. In december ’45 keert hij terug naar zijn verwoeste geboortestad Köln. Vanaf ’47 begint hij kortverhalen te publiceren in tijdschriften en ook zijn eerste afzonderlijke publicatie is een novelle: “Der Zug war pünktlich” uit 1949. Zelfs zijn eerste roman, “Wo warst du, Adam?” uit 1951, is eigenlijk nog een aaneenschakeling van korte verhalen. Dat is dan ook altijd zijn sterkste punt gebleven, zoals in de jaren zestig Anton van Wilderode reeds aanduidde met “Dr.Murke spaart stilte”.
In “Und sagte kein einziges Wort” uit 1953 (vertaald als “Eng is de poort”) staat de katholieke moraal al ter discussie, vooral zoals hij zich manifesteert binnen het gezinsleven. Ook qua vorm is het een aanloop naar zijn latere breedvoerige romans die met verschillende vertelperspectieven, flashbacks enz. het hedendaagse Duitsland willen schetsen. Het is een pessimistisch beeld van een vijandige, materialistische wereld, waaraan men slechts kan ontkomen door zich terug te trekken binnen de privé-ruimte. Toch laten deze vereenzaamde melancholici nog een sprankeltje hoop op de toekomst zien. Dit soort thema’s vinden we terug in zijn bekendste werken als daar zijn “Biljarten om halftien” (1959), “Meningen van een clown” (1963), “Groepsfoto met dame” (1971) en “De verloren eer van Katharina Blum” (1974).

BILJARTEN OM HALFTIEN

Het hele verhaal speelt zich af op een dag in de herfst van 1958, met flashbacks en hervertellingen van personages uit het geheugen door de personages. Deze personages nemen om beurten de ik-persoon voor hun rekening, wat het verhaal erg moeilijk leesbaar maakt. De centrale figuur is weliswaar architect Robert Faehmel die elke dag van 9:30 tot 11:00 gaat biljarten in het Prins Heinrich Hotel. Dan mag hij absoluut niet worden gestoord, waardoor hij erg uit zijn humeur is als blijkt dat zijn secretaresse een zekere Nettlinger heeft toegestaan de routine te doorbreken. Als Robert de piccolo Hugo over zijn leven vertelt, ontdekken we dat Nettlinger ooit een nazi-politieagent was. Robert en zijn vriend Schrella, die allebei schoolkameraden van Nettlinger waren, waren tegen de nazi’s en dat kwam hen duur te staan. Schrella was verdwenen nadat hij was geslagen door Nettlinger en Ben Wackes, hun gymleraar, ook een nazi-politieagent. Nettlinger en Wackes hebben niet alleen Schrella en Robert geslagen (*), maar ook een van Roberts drie broers en zussen, Otto, gecorrumpeerd. Die zou in 1942 sterven in de buurt van Kiev. Roberts moeder, Johanna Kilb, werd opgenomen in een psychiatrische instelling omdat ze probeerde joden te redden van de veewagons die naar de vernietigingskampen gingen.

Het is nu de tachtigste verjaardag van Heinrich, de vader van Robert. Heinrich en Robert ontmoeten elkaar in een bar na een bezoek aan Johanna en praten voor het eerst in jaren. Ondertussen is Schrella teruggekeerd naar Duitsland en wordt opgewacht door Nettlinger, die probeert zijn verleden goed te maken ondanks het feit dat hij niet echt is veranderd. Schrella gaat op zoek naar zijn oude huis.

Daarna ontmoeten we Joseph Faehmel, de zoon van Robert, en zijn vriendin Marianne. Joseph heeft net vernomen dat Robert degene was die de prachtige abdij die zijn grootvader had gebouwd, heeft verwoest omdat het volgens een generaal in het “schootsveld” lag voor het terugtrekkende Duitse leger. Marianne vertelt hem het verhaal van haar eigen familie: haar vader was een nazi die aan het einde van de oorlog zelfmoord pleegde. Voordat hij zelfmoord pleegde, had hij Mariannes moeder bevolen de kinderen te vermoorden. Ze hing Mariannes broertje op, maar de komst van een paar vreemden weerhield haar ervan hetzelfde bij Marianne te doen.

Johanna verlaat het sanatorium met een pistool dat ze van plan is te gebruiken op “mijnheer M.”, een intrigerend personage dat symbool staat voor destructieve krachten en autoritaire structuren. Zijn naam wordt vaak geassocieerd met militarisme en machtsmisbruik. Hij vertegenwoordigt een moreel verval in de samenleving en dient als een contrast met de familie Fähmel, die in verschillende generaties probeert trouw te blijven aan humanistische en pacifistische waarden. De hele familie verzamelt zich in het Prins Heinrich Hotel voor het verjaardagsfeestje en dan weerklinkt een schot…

MENINGEN VAN EEN CLOWN

“Ansichten eines Clowns” lokte bij de voordruk in de Süddeutsche Zeitung al felle kritiek uit, vooral van de Duitse katholieke kerk, wat niet te verwonderen is, maar bij mezelf roept het alleen maar het beeld van oeverloos geklaag en gezaag op.

Door zich af te keren van de tradities van zijn familie, die rijk is geworden door het Wirtschaftswunder na de Tweede Wereldoorlog, koos hoofdpersoon Hans Schnier bewust niet voor een carrière als politicus of ondernemer, maar als clown. Het is een beetje onduidelijk wat daarmee wordt bedoeld. Zeker geen clown zoals in een circus, ook al kan hij blijkbaar wat akrobatie en jongleertruuks. Wij zouden het eerder een stand-up comedian noemen, maar dan toch als clown geschminkt. Al heel vroeg begint deze jongeman een relatie met een streng katholiek meisje genaamd Marie Derkum. Ze hebben zes jaar lang een bevredigende relatie, maar als ze willen trouwen, ontstaat er een discussie over de huwelijksceremonie en de opvoeding van hun kinderen. En hoewel Hans Schnier ermee instemt op alle punten te buigen voor de ideeën van zijn toekomstige vrouw, zijn de hooglopende discussies die eraan voorafgaan er teveel aan voor haar (en bovendien heeft ze op een van haar katholieke bijeenkomsten een ander ontmoet). Bijgevolg vindt Schnier op een dag een papiertje waarop staat: “Ik moet gaan zoals ik moet gaan.” Vanaf die dag gaat het bergafwaarts met de behoorlijk succesvolle clown, officieel een ‘komiek’. Hij geeft toe aan alcohol en ervaart een snelle achteruitgang.

De roman beslaat eigenlijk slechts een periode van enkele uren, te beginnen met zijn aankomst in zijn geboortestad Bonn. Daar begint Schnier zijn familie en oude bekenden te bellen omdat hij in geldnood zit, maar nergens voelt hij zich begrepen. Alhoewel hij daarbij vaak verwijst naar het feit dat de meesten aanhangers waren van het nationaal-socialisme is het eigenlijk niet verwonderlijk omdat de hoofdfiguur een uiterst vervelende klier is waarvoor je geen enkele empathie kunt opbrengen. Slechts twee voorbeelden: als iemand hem uiteindelijk toch geld toestopt, gebruikt hij het om een taxi te nemen in plaats van het veel zuiniger openbaar vervoer. En als hij dan tenslotte nog slechts één mark over heeft, gooit hij die uit het raam. Waarop hij nadien bladzijden kan doorzeuren dat hij dit eigenlijk niet had mogen doen…

Het boek eindigt met een zielig beeld: Hans Schnier gaat op de trap van het treinstation in Bonn zitten met een gitaar. Hij legt de hoed die hij droeg voor zijn Chaplin-parodieën naast hem. Mensen denken dat hij een bedelaar is, wat hij misschien ook is, en gooien geld in zijn hoed. En zo nemen we aan dat hij daar wacht tot zijn geliefde terugkeert. De twee exemplaren van de roman die aan de gedrukte versie voorafgaan, bevatten trouwens elk een slothoofdstuk waarin de terugkeer van Marie Derkum naar Hans Schnier wordt beschreven.

Samengevat, alhoewel “Meningen van een clown” de vlotst leesbare is van de vier romans van Böll die ik heb gelezen, wil dat nog niet zeggen dat ik hem graag heb gelezen. Ik kan dan ook niet begrijpen dat dit werk gedurende 25 weken op nummer 1 heeft gestaan op de Spiegel-bestsellerlijst. Het werd in 1975 verfilmd door Vojtěch Jasný met in de hoofdrollen Helmut Griem, Eva Maria Meineke en Hanna Schygulla. Ik heb de film nog niet gezien en laten we zeggen dat dit ook geen prioriteit is voor mij…

GROEPSFOTO MET DAME

De verteller, ook wel “vert.” genoemd , reconstrueert het leven van Leni Pfeiffer aan de hand van gesprekken met hedendaagse getuigen en de achtergelaten getuigenissen.

De hoofdpersoon van de roman, Leni Pfeiffer, geboren Gruyten, is een intelligente en goedhartige maar ongeschoolde vrouw. Toen de nationaal-socialisten aan de macht kwamen, was haar familie een van de winnaars van deze tijd omdat haar vader een bouwonderneming leidde, die bunkers en kazernes mocht optrekken. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt het gezin echter getroffen door verschillende lotgevallen en staat Leni er uiteindelijk vrijwel alleen voor. Tegen het einde van de oorlog werkte ze in een krans- en bloemenwinkel en ontmoette daar de Sovjetkrijgsgevangene Boris Lvovitich Koltovskij. De twee beginnen een liefdesrelatie, hoewel dit verboden en uiterst gevaarlijk is, en Leni krijgt kort voor het einde van de oorlog een kind met Boris. Door ongelukkige omstandigheden belandt hij in een geallieerd krijgsgevangenenkamp, ​​aangezien hij wordt aangezien voor een Duitse krijgsgevangene, en sterft hij in een Franse mijn.

De laatste delen van de roman spelen zich af in de naoorlogse periode en vertellen onder meer Leni’s relatie met de Turkse gastarbeider Mehmet. Deze relatie weerspiegelt de centrale episode van de roman: Leni’s liefde voor de Russische krijgsgevangene Boris, wat haar de belastering van een “blonde Sovjethoer” opleverde. Leni lijkt zich niet te laten beïnvloeden door de sociale tendensen om bepaalde groepen mensen uit te sluiten en hen op een ‘denigrerende’ manier te behandelen.

De roman is een soort poëtische documentatie; men spreekt ook van pseudo-documentaire constructie. De meeste documenten zijn fictief, maar er zijn ook tal van authentieke documenten, waaronder de dossiers van de processen tegen oorlogsmisdaden in Neurenberg (inclusief in hoofdstuk 8). Het oorlogsproza ​​van Alois Pfeiffer (in hoofdstuk 4) komt uit: Combat Experiences from the War on the Western Front in 1940. Gebaseerd op beschrijvingen van frontlijnstrijders, red. van de Generale Staf van het leger, Berlijn 1941. Böll zelf zei over zijn roman: “Het idee voor dit boek speelt al heel lang in mijn gedachten, waarschijnlijk samen met de meeste romans en verhalen die ik tot nu toe heb geschreven. (…) Het echte aspect van de oorlog was voor mij het bombarderen van de steden. Dat was complete waanzin. De vrouwen en kinderen in de steden hadden het veel, veel erger dan zelfs een soldaat aan het front.”

De figuur van de non Rahel, genaamd Haruspika wegens gespecialiseerd in uitwerpselen, is duidelijk gebaseerd op Edith Stein (1891-1942). De joodse Edith Stein werd in 1922 gedoopt in de katholieke kerk. In 1933 trad ze toe tot de orde van de Ongeschoeide Karmelieten. Ze wordt beschouwd als een bruggenbouwer tussen christenen en joden. Tijdens het nazi-tijdperk werd Stein ‘als jood en christen’ het slachtoffer van de Holocaust (in Auschwitz). In de katholieke kerk wordt ze vereerd als heilige en martelaar.

Het is vooral dankzij dit boek dat Böll de Nobelprijs heeft gekregen. Totaal onbegrijpelijk! Het boek werd in 1976 verfilmd met Romy Schneider als Leni Gruyten/Pfeiffer en Brad Dourif als Boris Koltowski. De film werd geregisseerd door de Joegoslaaf Aleksandar Petrović, die in 1967 de Gouden Palm had gewonnen op het Festival van Cannes voor zijn film “Ik heb ook gelukkige zigeuners gekend”. Böll werkte aanvankelijk aan het script, maar gaf het op, vooral omdat de hoofdrolspeelster er zware kritiek op had.

DE VERLOREN EER VAN KATHARINA BLUM

Het verhaal gaat over het sensatiezuchtige tabloidnieuws en het politieke klimaat van paniek over terrorisme van de Rote Armee Fraktion in de jaren zeventig in de Duitse Bondsrepubliek. Het hoofdpersonage, Katharina Blum, is een onschuldige huishoudster wiens leven wordt verwoest 
door een opdringerige tabloidverslaggever en een politieonderzoek wanneer de man op wie ze net verliefd is geworden door de politie wordt gezocht vanwege een bankoverval. De fictieve tabloidkrant van het boek, Die Zeitung, is gemodelleerd naar de echte bestaande Bild-Zeitung.

Vier dagen na een feestje op Vette Donderdag (woensdag 20 februari 1974), waar Katharina Blum een ​​man genaamd Ludwig Götten ontmoet, gaat ze naar hoofdinspecteur Moeding en bekent ze dat ze een journalist van het roddelblad Die Zeitung heeft vermoord. Katharina had de nacht doorgebracht met Götten voordat ze hem hielp ontsnappen aan de politie. De volgende ochtend breekt de politie haar huis binnen, arresteert haar en ondervraagt ​​haar. Het verhaal wordt sensationeel belicht door Die Zeitung , met name door journalist Tötges. Tötges onderzoekt alles over haar leven en roept de hulp in van Katharina’s vrienden en familie, waaronder haar ex-man en haar in het ziekenhuis opgenomen moeder, die de dag na haar bezoek aan Tötges overlijdt. Hij schetst een beeld van Katharina als een fervente medeplichtige van Götten, en als een communiste die op hol is geslagen. Katharina regelt een interview met Tötges. Volgens Katharina stelt hij bij zijn aankomst voor om seks te hebben, waarop ze hem doodschiet. Ze dwaalt vervolgens een paar uur door de stad voordat ze naar het politiebureau rijdt en de moord bekent.

Het verhaal is geschreven vanuit het zogenaamde “koninklijke” eerstepersoonsmeervoudsperspectief, alsof de verteller een vertrouwelijk rapport aan de lezer presenteert op basis van bronnen. De techniek is documentair, zoals bij Gruppenbild mit Dame, maar met een veel meer gedisciplineerde focus op essentiële zaken. De lezer moet soms zelf afleiden wie de bronnen zijn voor veel van de rapporten, en zich zelfs afvragen of de verteller misschien niet een van de personages in de roman is.

Ronny De Schepper

(*) Dat slaan gebeurt n.a.v. een zogenaamde kastie-wedstrijd. Kastie of kastiebal is een balsport die enigszins lijkt op honkbal. Het spel wordt vaak gespeeld op basisscholen. Daardoor roept het ook herinneringen op aan een boek van John Irving en zelfs aan een aflevering van The Simpsons, waarbij de vrouw van Flanders wordt gedood door een stommiteit van Homer.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.