In 2014 pleitte de Amerikaan (natuurlijk!) Peter Stetina voor vaste rugnummers in het World Tour peloton. Hij kreeg natuurlijk heel de conservatieve wielerwereld over zich heen. Ik daarentegen sloot mij bij hem aan weliswaar met een (veel te ingewikkeld) systeem van semi-vaste nummers (zie verder) en wat denk je? Ook ik kreeg ervan langs. Grote verrassing dus als ik vandaag op Sporza lees: “Op naar vaste rugnummers in de koers?”. En het antwoord staat er al meteen bij: “Het mag geprobeerd worden!” Dat antwoord komt van Michel Wuyts, maar het oorspronkelijke voorstel komt van Richard Plugge, baas van de wielerploeg Jumbo-Visma.

Vorig jaar, tijdens een saaie rit in de Tirreno Adriatico zetten Jeroen Van Bellingen en Karsten Kroon op Eurosport ook al een boompje op over dit oud zeer in de wielersport: de eventuele invoering van vaste rugnummers. En het Orakel van Maastricht (foto), zoals hij door Jeroen Van Bellingen wordt genoemd, kwam met een voorstel voor de pinnen dat zo poepsimpel is dat je wel een oen moet zijn om het te weigeren.

02 peter stetina

Maar eerst dus dat stuk van vijf jaar geleden. In “Fan!”, het sportweekblad van Het Nieuwsblad, kreeg Peter Stetina (foto) vijf jaar geleden een grote “dislike” voor zijn voorstel om een vast rugnummer per seizoen toe te kennen. Nu weet ik wel dat dit in het wielrennen veel moeilijker is dan in het voetbal b.v. (er zijn eerst en vooral al veel te veel renners, de rugnummers zouden tot in de duizend gaan), maar om nu direct met zo’n opvallende “duim omlaag” te gaan staan zwaaien? In het veldrijden hebben we een jaar eerder eens een poging gehad en die was toch redelijk goed gelukt, dacht ik. Ik denk b.v. ook aan “Flanders Classics”: hieraan nemen bijna steeds dezelfde renners deel en alleszins vaak dezelfde ploegen. Zou men voor die periode dan geen vast nummer kunnen overwegen? Dat zou het herkennen van de renners alleszins ten goede komen!
Echte vaste rugnummers kunnen er natuurlijk nooit komen. Daarvoor zijn er gewoonweg teveel wielrenners. Maar stel je eens het volgende voor:
Bij het begin van het seizoen krijgen de World Tour ploegen een vaste rangschikking toegewezen, b.v. op basis van een ploegenklassement van het jaar daarvoor, met eventueel als uitzondering de ploeg die de wereldkampioen huisvest, zodat die altijd nr.1 kan krijgen. Dit jaar zou dit dus Lampre zijn die Rui Costa heeft overgekocht van Movistar.
Dan krijgen die ploegen telkens tien rugnummers toegewezen.
Ik heb helaas geen ranking van de ploegen kunnen vinden op het internet, dus ga ik gemakshalve maar uit van de alfabetische volgorde. Dat zou dan betekenen dat Lampre de nummers 1 tot 10 ter beschikking krijgt;
AG2R-La Mondiale: van 11 tot 20
Astana Pro Team: van 21 tot 30
Belkin Pro Cycling: van 31 tot 40
BMC Racing Team: van 41 tot 50
Cannondale Pro Cycling: van 51 tot 60
FDJ.fr: van 61 tot 70
Team Garmin-Sharp: van 71 tot 80
Giant-Shimano: van 81 tot 90
Katusha Team: van 91 tot 100
Lotto-Belisol: van 101 tot 110
Team Movistar: van 111 tot 120
Omega Pharma-Quick-Step: van 121 tot 130
Orica-GreenEdge: van 131 tot 140
Sky ProCycling: van 141 tot 150
Team Europcar: van 151 tot 160
Tinkoff-Saxo: van 161 tot 170
Trek Factory Racing: van 171 tot 180
De “wild cards” krijgen dan de laatste nummers, eventueel volgens eenzelfde ranking op continentaal niveau.
Aangezien de meeste ploegen twee programma’s tegelijk afwerken, kan men het best met twéé systemen werken voor wedstrijden die elkaar overlappen (en wellicht ook totaal van karakter verschillen, zoals een etappewedstrijd in Spanje, terwijl we hier nog kasseiklassiekers betwisten). Het spreekt vanzelf dat “klassieke” renners ook kunnen intekenen op etappekoersen en omgekeerd, alleen zullen ze dan niet noodzakelijk hetzelfde rugnummer hebben.
Aangezien de meeste wedstrijden met acht renners worden afgewerkt, heb je dus sowieso altijd twee vrije rugnummers.
Neem nu het voorbeeld van Omega Pharma Quick Step dat vandaag in de krant staat: “In vergelijking met Qatar, voert OPQS drie wijzigingen door in zijn selectie: Rigoberto Uran, Matteo Trentin en Zdenek Stybar komen erbij, Iljo Keisse, Andrew Fenn en Nikolas Maes vallen af.”
De deelnemerslijst voor Qatar zag er als volgt uit:
1.BOONEN Tom
2.FENN Andrew
3.KEISSE Iljo
4.MAES Nikolas
5.STEEGMANS Gert
6.TERPSTRA Niki
7.VAN KEIRSBULCK Guillaume
8.VANDENBERGH Stijn
Volgens mijn voorbeeld zou dat dan worden:
121.BOONEN Tom
122.FENN Andrew
123.KEISSE Iljo
124.MAES Nikolas
125.STEEGMANS Gert
126.TERPSTRA Niki
127.VAN KEIRSBULCK Guillaume
128.VANDENBERGH Stijn
Dat maakt dus dat slechts één renner van OPQS een ander rugnummer moet krijgen. De vijf die al in de selectie zaten kunnen hun nummer behouden, twee van de nieuwelingen krijgen de twee nummers die over zijn (129 en 130) en zoals gezegd, slechts één neemt effectief ook het rugnummer van zijn voorganger over.
In ons voorbeeld zou dat dus b.v. kunnen zijn:
121.BOONEN Tom
124.STYBAR Zdenek
125.STEEGMANS Gert
126.TERPSTRA Niki
127.VAN KEIRSBULCK Guillaume
128.VANDENBERGH Stijn
129.TRENTIN Matteo
130.URAN Rigoberto
En bij een volgende wedstrijd past men dan hetzelfde systeem toe. Op die manier zullen toch veel renners gedurende geruime tijd dezelfde rugnummer dragen en moet men eigenlijk alleen op de nieuwkomers letten.
Als ik dit nu zo herlees, moet ik vaststellen dat ik de mening van de spotvogels deel in zoverre dat ik het veel te ingewikkeld heb gemaakt. Het voorstel van Karsten Kroon kwam op hetzelfde neer als het mijne, maar was veel simpeler geformuleerd en daardoor veel haalbaarder.
Volgens Karsten kijk je in zo’n wielerwedstrijd nooit naar het volledige nummer, maar wel naar het laatste cijfer. De dag zelf was er nog zo’n voorbeeld: een renner van Sunweb was gevallen of lek gereden, alleszins begon hij met achterstand aan een achtervolging. En dan was het uitkijken naar zijn rugnummer. Was het de nummer 1 (Tom Dumoulin)? Nee dus, het was nummer 6 (Rob Power) en meteen was ook duidelijk waarom hij geen inspanningen meer deed om het peloton alsnog bij te benen.
Welnu, aldus de redenering van Karsten, als nu de World Tour ploegen een vaste volgorde krijgen toebedeeld, dan kan je zeer makkelijk aan de hand van het laatste getal de naam van de renner terugvinden. Simpel maar waar! Dus waar blijven de lachers nu?

Voor de redenering die door Plugge wordt ontwikkeld en becommentarieerd door Wuyts, verwijs ik jullie naar de pagina van Sporza (de link staat bovenaan in dit artikel). Dat ga ik hier niet nog eens overdoen. En dan… laat de discussie beginnen!

Ronny De Schepper

Een gedachte over “Vaste rugnummers in het World Tour wielrennen?

  1. Zou het niet makkelijker zijn voor het grote publiek dat bv. alleen de toppers van de ploeg een vast nummer krijgen en alleen in de pro-tour wedstrijden. Zo heb je dan misschien 5 vaste nummers per ploeg en de rest kan vrij gebruikt worden.
    Ik zelf zou het fantastisch vinden mocht elke pro-tour renner zijn vast nummer hebben maar dat lijkt mij niet haalbaar.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.