Fons Mariën las Nachtbus naar Andalusië van Eugen Ruge (vertaling Josephine Rijnaarts).
‘Nachtbus naar Andalusië’ is de titel van de Nederlandse vertaling van ‘Cabo de Gata’ van de Duitse schrijver Eugen Ruge, waarvan ik vroeger al ‘In tijden van afnemend licht’ las. Cabo de Gata is een plaatsnaam, het is een dorp in een natuurgebied met dezelfde naam in de provincie Almeria, en het is een betere titel dan ‘Nachtbus…’.
De ik-persoon (die vermoedelijk autobiografisch is) heeft in Berlijn zijn job opgezegd, zijn relatie is stuk gelopen. Het verhaal begint net na nieuwjaar, wanneer hij ook de huur van zijn appartement opzegt en zich ontdoet van overbodige spullen. Met de nachttrein reist hij naar Barcelona, waar hij enkele dagen verblijft en op het idee komt om verder te reizen naar Andalusië, omdat dat de warmste streek van Spanje is. Hij neemt de nachtbus naar Almeria en vandaar de bus naar Cabo de Gata. Hij betrekt er een eenvoudige kamer in een pension waar hij ook eet. De rest van het verhaal speelt zich in dit bijna verlaten en troosteloos dorp af, het is immers winter en dus buiten het toeristenseizoen. De ik-figuur rommelt wat rond, ontmoet wel eens een verloren gelopen Brit of Amerikaan, wandelt, speelt biljart in het lokale café. Ondertussen probeert hij ook een boek te schrijven, maar dat vlot niet echt. Uiteindelijk ontfermt hij zich over een straatkat.
Dit boek heeft nauwelijks een plot en moet het vooral van de sfeerschepping hebben. De troosteloosheid van dit dorp buiten het seizoen is raak weergegeven. Aan het einde begint de lente weer en komen de eerste toeristen, waardoor de sfeer verandert. Het geheel is geschreven in de verleden tijd en een enkele keer krijgen we een blik op een nu-moment waaruit blijkt dat hij wel degelijk schrijver geworden is. Dit hele verhaal geeft de lezer een sterk vermoeden van een autobiografisch geschrift. Als Spanjeliefhebber kon ik deze sfeerschepping waarderen, maar ik weet niet of dit voor andere lezers ook geldt.
Fons Mariën