Vijf jaar geleden kon men terecht in het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde voor de tentoonstelling ‘Koersen in de Groote Oorlog’.

Door middel van een virtual reality experience kon men b.v. ervaren wat wielrenner Paul Deman meemaakte op zijn smokkeltochten. De Franstalige Paul Deman, winnaar van de Ronde van Vlaanderen in 1913, bracht in zijn fietskader verstopte boodschappen van het bezette België naar het neutrale Nederland. Als Deman op het einde van de oorlog wordt opgepakt en ter dood veroordeeld, zit hij in de gevangenis in Leuven, in afwachting van het vonnis als het 11 november 1918 wordt: het einde van de oorlog. Saved by the bell. Hij is na de oorlog weer gaan fietsen en heeft nog Parijs-Roubaix en Parijs-Tours gewonnen.
Daarnaast ziet men het belang van de fiets in de oorlog; overal inzetbaar voor het uitvoeren van snelle acties aan de hand van persoonlijke verhalen van vergeten helden. Verhalen over soldaten op de fiets, gesneuvelde Tourwinnaars en koersen in krijgsgevangenkampen. Zo b.v. over François Faber, de eerste buitenlandse Tourwinnaar, maar anoniem gestorven in de loopgraven. Of de eenbenige Enrico Toti. Of Henry George, die tegen zijn meerderen loog dat hij niet kon fietsen in de hoop dat hij mocht autorijden. „Hij had pech”, vertelt Patrick Cornillie, de auteur van het gelijknamige boek, uitgegeven bij Lannoo. „Een officier zei: ‘ik ga u leren fietsen’. Na de oorlog zou George in Antwerpen zelfs olympisch kampioen op de baan worden over de 50km. ‘Wat een geluk dat ik u heb leren fietsen’, sprak die officier toen. Die officier was trouwens niemand minder dan… Julien Lahaut.”
We maken ook kennis met Hélène Dutrieu, stuntvrouw, rallyrijder, piloot én de Marianne Vos van haar tijd. De Belgische broodrenners die tijdens WO I om het leven kwamen, krijgen een mooi podium en eerbetoon aan de hand van authentieke foto’s. Vertrekpunt is de Ronde van Vlaanderen in 1913. Via de Ronde van Frankrijk in 1914 reist men verder naar het eindpunt in 1919, de Omloop der Slagvelden, die in 2019 nog eens zal worden overgedaan door wielertoeristen.
Aan het neutrale Nederland ging de Eerste Wereldoorlog grotendeels voorbij. Bovendien was koersen op de openbare weg er lange tijd verboden. Bij de protestanten mocht je op zondag niet sporten. Toch haalt een Nederlandse renner de twaalf uitverkorenen op de tentoonstelling. Piet van Kempen was in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw een beroemd baanrenner.
Zijn link met de Eerste Wereldoorlog? „In 1914 zijn na de val van Antwerpen een miljoen Belgen gevlucht naar Nederland”, vertelt Patrick Cornillie. “Onder hen ook soldaten, die volgens de internationale regels moesten worden vastgezet in interneringskampen. Vluchtelingen en militairen namen daar hun hobby’s van thuis op. Dus ook de koers. Onder meer in het kamp van Harderwijk werd een wielerbaan aangelegd. Jonge Nederlandse talenten als Piet van Kempen en de latere wereldkampioen Piet Moeskops zijn daar beginnen koersen tegen de Vlamingen. Dat heeft de Nederlandse wielersport een enorme boost gegeven.”
Deze tentoonstelling is dus gebaseerd op het gelijknamige boek van Patrick Cornillie. Koersen in de Groote Oorlog is een indrukwekkende verzameling van meeslepende, vaak vergeten oorlogsverhalen. De hoofdrol is weggelegd voor de wielerhelden van het eerste uur. We keren bijvoorbeeld terug naar de Ronde van Vlaanderen van 1915, gereden op de velodroom van Evergem, iets ten noorden van Gent. En hoe verging het de Belgische Karabiniers-Wielrijders, bijgenaamd de ‘Zwarte Duivels’, en de talrijke Australische en Nieuw-Zeelandse cyclistenbataljons aan het westelijk front?
Een rijk gedocumenteerd boek, prachtig geïllustreerd met niet eerder gepubliceerde foto’s, dat een verrassende kijk biedt op de Eerste Wereldoorlog door de ogen van de eerste wielerkampioenen.

Ronny De Schepper

Een gedachte over “Vijf jaar geleden: koersen in de Groote Oorlog

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.