Het is vandaag al 55 jaar geleden dat de Nederlandse dichter Jan Hanlo (foto YouTube) is gestorven n.a.v. een verkeersongeval. Hij is vooral bekend van het klankgedicht “Oote oote boe”.

Johannes Bernardus Maria Raphael Hanlo werd geboren in Bandung (Nederlands-Indië) als zoon van Bernardus Maria Josephus Hanlo, voorzitter van de Landraad te Bandung, en van Anna Lucretia Gerarda Maria Crobach, dochter van de Deurnese gemeentearts. Nog in het jaar van zijn geboorte gingen zijn ouders uit elkaar en kwam zijn moeder met Jan terug naar Deurne, waar hij een gelukkige jeugd beleefde. In 1927 verhuisde Hanlo naar Valkenburg nabij Maastricht.
In 1942 voerde een studie psychologie hem naar Amsterdam. Tot 1958 woonde hij voornamelijk in die stad. Ziekte van zijn moeder deed hem echter besluiten definitief naar Valkenburg terug te keren. Na haar overlijden bleef hij tot zijn dood in Valkenburg wonen.
Hanlo wordt wel tot de Vijftigers gerekend, maar hij was binnen dat gezelschap een buitenbeentje, zoals hij eigenlijk op ieder gebied een buitenbeentje was.
Vanaf 1944 schreef Hanlo gedichten, waarvan met name ‘Oote’ de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van ‘kinderbrabbeltaal’) verscheen in 1952 in het door het Rijk gesubsidieerde tijdschrift Roeping. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het VVD-Eerste Kamerlid Willem Carel Wendelaar stelde vervolgens Eerste Kamervragen over de subsidie aan het blad dat Hanlo’s ‘infantiel gebazel’ publiceerde. Dat leverde de nodige publiciteit op.
De rest van Hanlo’s oeuvre is over het algemeen minder avant-gardistisch dan Oote. Schoonheid en (kinderlijke) onschuld zijn terugkerende thema’s. Vanaf het einde van de jaren vijftig legde hij zich vooral toe op proza.
Hanlo’s bescheiden oeuvre werd postuum uitgebreid met onder meer “Zonder geluk valt niemand van het dak”, dat gaat over de periode in 1947 toen hij wegens een psychose was opgenomen in een psychiatrische kliniek. Ook verscheen het brievenboek “Go to the mosk”, waarin vooral zijn pedofiele geaardheid aan bod komt. Eind jaren zestig voerde die geaardheid hem naar Marokko, waar men volgens Hanlo wat “makkelijker” over die dingen dacht. Hij kreeg een relatie met de dertienjarige Mohamed en nam de jongen mee naar Nederland. Mohamed werd echter alweer snel naar Marokko uitgewezen.
Twee weken later botste Hanlo in Berg en Terblijt met zijn motorfiets tegen een plotseling van richting veranderende landbouwtractor. Hanlo overleed twee dagen later aan de gevolgen.
Ongeveer twee derde van Hanlo’s correspondentie werd in 1989 in boekvorm uitgegeven. Daaruit blijkt onder andere welke gewetensproblemen zijn seksuele geaardheid hem opleverde. Behalve homoseksueel pedofiel was Hanlo namelijk gedurende zijn gehele leven belijdend katholiek.
In 1997 besloot Valkenburg een hofje op de plek van het afgebroken poorthuisje, waar Jan Hanlo woonde, naar hem te noemen. De toekomstige bewoners protesteerden. De Jan Hanlohof is er nooit gekomen.
Hans Renders publiceerde in 1998 een biografie van Hanlo, waarin hij bij de dichter een Peter-Pancomplex vaststelt. Ook stelt hij dat Hanlo tijdens zijn opname in 1947 gecastreerd zou zijn.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.