Het is vandaag ook al 25 jaar geleden dat tekstschrijver en vertaler Ernst van Altena is overleden (foto Wikipedia).

Hij werd vooral bekend als vertaler van chansons van Jacques Brel en daarbij dwong hij mijn bewondering af door zeer dicht bij de oorspronkelijke tekst te blijven en het geheel toch nog “zingbaar” te houden. Al was niet iedereen het daarmee eens. Vaak doen jongere zangers dan ook een beroep op andere vertalers (als ze zich er al niet zelf aan wagen). Jacques Brel heeft echter Ernst van Altena omstreeks 1967 het auteursrecht verleend van alle bestaande en toekomstige vertalingen van zijn liedjes in Nederland, ook als die vertalingen helemaal niet door Ernst van Altena maar door derden gemaakt waren of zouden worden. Hierdoor werden met name andere Brel-vertalers als Lennaert Nijgh, Willem Wilmink of Ivo de Wijs benadeeld. Dit contract is uniek in de geschiedenis van het auteursrecht.
Ernst van Altena geldt als een ‘ambassadeur van de Franse cultuur’ in Nederland (wat daar geen overbodige luxe is!). Andere chansonniers van wie hij werk vertaalde zijn onder meer Georges Brassens, Barbara, Guy Béart, Gilbert Bécaud, Jean Ferrat, Charles Aznavour, Boris Vian, Jacques Prévert en Anne Sylvestre; in totaal heeft hij naar eigen telling zo’n 1500 chansons vertaald.
Verder vertaalde hij toneelstukken van onder meer Edward Albee, Molière en George Bernard Shaw, klassieke Franse poëzie van François Villon en Charles D’Orléans, scabreuze poëzie, verzameld in de bloemlezing Jij goudgepunte lans, maar ook de “Wulpse sonnetten” van Pietro Aretino, naast middeleeuwse boerten (De jongeman met twaalf vrouwen) en klassieke werken zoals de Roman van de roos en Chaucers Verhalen van Canterbury. Hij is ook de vertaler van “Une paix royale” van Pierre Mertens. Hier kan van Altena zich volledig laten gaan in een breedstromende, hoogdravende tekst, die zeer zwaar op de hand ligt en niet “lekker weg” leest. Als voorbeeld kan wel het citaat p.88 gelden: “Ze zouden toch wel iets tegen je grootmoeder hebben moeten willen zeggen (…) of je met hen mee hebben kunnen nemen naar zee, om er wafels te eten! De Prins-Regent zou dat vast en zeker gedaan hebben…” Maar wat natuurlijk helemààl niet kan, dat zijn een paar ergerlijke dt-fouten (p.123, 155) en andere taalfouten (“ten ondergingen”, p.149; “in de Frankrijk”, p.188; “de kapsalon”, p.261 – nadien ben ik ermee opgehouden ze te noteren, het waren er te veel). En wat te denken van een zin als “Altijd klaar om emoties en gevoelens te vermengen” (p.190)? Opmerkelijk is trouwens het zeer grote aantal vertalingen dat hij gemaakt heeft, 150 chanson-titels in tien jaar, terwijl hij zelf bij herhaling vier vertaalde boeken per jaar een goede norm zei te vinden en zich weerde tegen de gedachte dat “vertalen een gemakkelijke haastklus is”. Maar hier is dat dus duidelijk wél het geval geweest…

07

Van Altena schreef ook zelf diverse cabaretteksten en chansons. Hij zou de bedenker zijn van de Nederlandse vertaling voor chanson: luisterlied. Een enkele keer zong hij zijn eigen luisterliedjes, die ook op een LP verschenen (zie foto).
Ik heb hem zelf eens ontmoet bij de persvoorstelling van de Brel-CD van Frank Cools. Van Altena vertaalde hiervoor een paar minder bekende chansons zoals “Le prochain amour”, “L’ivrogne”, “Mon enfance” en “Quand maman reviendra”. Ook “Les Flamandes” was eindelijk rijp voor een vertaling, maar “Les Flamingants” nog niet. “Les Flamandes” is immers eerder antiklerikaal dan anti-Vlaams zegt Van Altena, maar “Les Flamingants” gaat echt te ver. Hij heeft het wel eens vertaald voor Vrij Nederland, maar hij hoopt niet dat het ooit gezongen wordt.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.