Het succes van Guido Lauwaerts « Nachten van de Poëzie » zat eigenlijk in extra-poëtische elementen. Ik moet mij dus verontschuldigen bij de lezers die op basis van mijn stukje van veertien dagen geleden welgemutst naar de Leopoldlaan togen en er met een slaapmutsje vandaan kwamen (onze fotograaf heeft een viertal van dergelijke « aandachtige luisteraars » voor de eeuwigheid vastgelegd en misschien vind je één of meer daarvan wel terug op deze pagina). Door mijn schuld, dus, door mijn schuld, door mijn allergrootste schuld. Daniel De Smet zei het reeds in zijn inleiding op het stadhuis dat ik (en mijn collega’s ook een beetje natuurlijk) hem een pad in zijn korf had gezet. Ik dacht eerst dat hij die klasfoto bedoelde, maar het bleek dat wij door onze propaganda te veel belangstellenden hadden gelokt, zodat De Smidse fluks geruild moest worden tegen een « omgetoverde » sporthal.
Omgetoverd was wel het woord. Door het samenbrengen van kaarsenhouders uit één of andere kerk, andere kaarsen deze keer in lege wijnflessen (afkomst onbekend) en een soort van visnetten om de zaak af te ronden (letterlijk), kreeg je een « onbestemd gevoelen ». Vooral dan wanneer de lichten gedoofd werden en onze ogen het enkel met de kaarsen moesten redden. Ik verdenk de organisatoren er sterk van op dit gebied onder één hoedje te hebben gespeeld met de opticiens van Sint-Niklaas! (Als er anderen zijn die beweren dat « Bolle akkers » eigenlijk een protest is tegen de ruilverkaveling, dan mag ik ook wel eens een boude opmerking plaatsen.)
Lees verder “Veertig jaar geleden: de nacht van de bolle akkers en de holle woorden”