NAAM: KLAS:
FORMATIEVE TOETS SPELLING DATUM: (foto NOS)
1.Het grote peloton … de twee vluchters bij te benen.
1.trachten 2.trachtten 3.trachtte
2.Een persagentschap … het gerucht van de dood van de dictator.
1.verspreidde 2.verspreidden 3.verspreide
3.Janis Joplin … met een hese stem door het overmatig gebruik van alcohol.
1.praatten 2.praatte 3.prate
4.De groep betogers … onverwacht op een politiemacht.
1.botstte 2.botste 3.botsten
5.Het slijk … steeds meer aan, zodat de bocht van de Schelde moest worden uitgebaggerd.
1.sliptte 2.slipte 3.slibde
6.Ondanks haar diep uitgesneden jurk kon zij hem niet …
1.verleidde 2.verleiden 3.verlijden
7.Gulliver … een heel leger Lilliputters omver.
1.niestte 2.nieste 3.niesde
8.Frank De Boosere … mooi weer, maar het goot natuurlijk water!
1.verwachte 2.verwachtten 3.verwachtte
9.Na de moord op president Allende … bijna alle havenarbeiders ter wereld geen enkel Chileens schip meer.
1.lostten 2.losten 3.lostte
10.Elk jaar, op de laatste dag van het schooljaar, … de hele klas zich.
1.verkleedden 2.verklede 3.verkleedde
11.Iedereen … dan ook op die dag.
1.vlasten 2.vlastte 3.vlaste
12.Vreedzaam … de schapen in de wei.
1.graasdde 2.graasden 3.graasde
13.Blinden herkennen dikwijls mensen door ze te …
1.betaste 2.betastten 3.betasten
14.De oppositie … de uitslag van de stemming.
1.betwistte 2.betwiste 3.betwisten
15.Hij … onraad en ging niet naar de afspraak.
1.vermoedde 2.vermoedden 3.vermoede
16.Zij … haar allen een warm onthaal voor.
1.bereidde 2.berijden 3.bereidden
17.Hij redde het kind uit het huis net voor het …
1.instortten 2.instortte 3.instorte
18.De klas sliep terwijl de leraar de toets …
1.toelichtte 2.toelichtten 3.toelichte
19.Het … van een zaak is een delicaat probleem.
1.aanbesteedden 2.aanbesteden 3.aanbesteedde
20.Het weeskind … zich erg aan de levensgrote teddybeer.
1.hechten 2.hechtte 3.hechte
Ronny De Schepper