Daddy Dewdrop, wie in godsnaam is dat, zullen de meeste mensen zich afvragen. Welnu, ik wist het ook niet tot een paar dagen geleden mijn oog viel op artiesten van de firma Moonglow uit de jaren ’50-’60. Daddy is geboren op 10 augustus 1940 als Richard Monda, bijnaam Dick, in Cleveland Ohio en is bekend geworden in 1971 met zijn hitje “Chick-A-Boom”. Hij is ook liedjesschrijver voor anderen. Waarom hij zichzelf een bofkont noemt, is omdat Ray Maxwell hem de gelegenheid gaf zijn eerste stappen te zetten in de showbusiness. Ray Maxwell was niemand minder dan de Belg René Van Hoogten, broer van Alfred Van Hoogten, die eigenaar was van de platenfirma Ronnex (*), en zelf was René stichter van de platenfirma Moonglow, bekend van de beginperiode van Rocco Granata en The Righteous Brothers.

René nam tijdens de tweede wereldoorlog dienst bij de koopvaardij-mariniers en strandde als gevolg van een ongeluk in Amerika. Tijdens zijn revalidatie werd hij een verzamelaar van Amerikaanse muziek met een voorkeur voor zwarte muziek en hij bezat de “feeling” wanneer een lied populair kon worden bij de grote massa. Hij keerde terug met een stapel platen naar België en kreeg het lumineuze idee om verder platen te importeren van Amerika om te distribueren over België. Zo kreeg hij zijn eerste fortuin bij mekaar. Wat hij zag van zijn broer met het Ronnex-label, zette hem ertoe aan terug te keren naar Amerika om zijn eigen platenlabel op te starten. En dit werd Moonglow. Maar niettegenstaande Ray een beminnelijk man was, zeer aangenaam in de omgang, had hij nog geen enkele artiest weten te strikken en overtuigde hij Rocco Granata om via Moonglow de wereld te veroveren, wat uiteindelijk ook lukte. Onze Daddy Dewdrop was één van zijn volgende aangenomen artiesten. Hij en zijn zus traden op in vaudevilleshows in Hollywood. Als kind verscheen Monda in films zoals “The Glass Wall” en “Go for Broke!” Op dertienjarige leeftijd werd hij gekozen om Eddie Cantor als jongen te spelen in de film “The Eddie Cantor Story”, waarin hij zes liedjes zong, inclusief dansroutines. Op zestienjarige leeftijd had hij een hoofdrol in “The Midnight Story”. Ondertussen begon hij met het schrijven van liedjes en behaalde hij een graad in wiskunde.
Zijn eerste productie met Moonglow was “Don’t Do it Some More” van “The Cindermen”, gecrediteerd onder de pseudoniem “Daddy Dewdrop”. Na Moonglow tekende hij bij Four Star Music Publishing Co., waar hij zeven jaar bleef. De meeste van zijn opgenomen nummers kwamen in deze periode tot stand. Hij tekende bij Verve Records als artiest en nam zijn eerste album op, “Truth, Lies, Magic and Faith”.
Twee jaar later, na het produceren van muziek voor de tekenfilmserie op zaterdagochtend “Groovie Goolies”, bracht hij het nummer “Chick-A-Boom” uit, oorspronkelijk geschreven voor de show. Monda stelde een begeleidingsband samen met studiomuzikanten, waaronder Tom Hensley, die later muzikaal leider werd bij Neil Diamond, en Butch Rillera, die later lid werd van de groep Redbone, en nam een versie van het nummer op, hernoemd tot “Chick-A-Boom (Don’t Ya Jes’ Love It)”. Het nummer, dat werd gedistribueerd door Sunflower Records, werd een top 10-hit in de Verenigde Staten en bereikte in 1971 een negende plaats in de Billboard Pop Singles-hitlijst en een derde plaats op Cashbox. Andere hits waren onder andere “Fox Huntin’ on the Weekend”, “Chantilly Lace” en na een labelwisseling naar “Inphasion Records” had hij nog een hit, “Nanu, Nanu, (I Wanna Get Funky With You)” en “The Real Thing”.
Hij speelde in verschillende undergroundfilms, waaronder de door Michael Girard geregisseerde Troma-films “Oversexed Rug Suckers from Mars”, “Body Parts” en de indiefilm “The Artichokes”. Hij nam zijn tweede album op, genaamd “Or Durvs” onder het pseudoniem “Lu Janis”. Maar dat was zoals gezegd allemaal lang nà zijn Moonglow-periode.
Om daarnaar terug te keren, na Daddy Dewdrop liet René zijn oog vallen op The Diamonds, maar het grote lot won hij toch met The Righteous Brothers. En het toeval heeft Ray hierbij een handje geholpen zoals we zullen zien.
Op een bepaalde dag in 1961 deed Ray boodschappen voor vrouw en (twee) kinderen en hoorde een “sound” die zijn aandacht trok. Hij ging erop af en vond een groepje van vier die aan het oefenen waren in een garage. Bij kennismaking hoorde hij dat ze zongen onder de naam van The Paramours en kocht hun contract uit. Maar de pret was van korte duur want Bill Medley, lid van The Paramours werd bevriend met een lid van The Variations, namelijk de blonde god Bobby Hatfield en overtuigde Bobby om deel uit te maken van The Paramours. Bill vond dat zijn stem met die van Bobby “a match in heaven” was en stelde aan Ray voor om onder hun beidjes verder te gaan. Maar onder welke naam? The Medleys en The Hatleys werd verworpen maar toen kwamen ze op een ander idee. Blanken zeiden “that’s cool”, maar zwarten spraken van “that’s righteous” en als die je zagen als vriend noemden ze je “brother”. The Righteous Brothers waren geboren. Hun eerste hit “Little Latin Lupe Lu” op het Moonglow label werd gretig opgepikt door de radiostations en steeg in de Billboard hitlijst.
Maar wat Ray Maxwell geflikt had, overkwam hem nu zelf toen Phil Spector op een dag een optreden meemaakte van deze “Blue-Eyed Soul Brothers” en zag hoe ze hun publiek inpakten. Spector contacteerde Ray en kocht hem uit door naast een lucratief bedrag Moonglow de rechten te laten houden op alle opnames buiten de US, Canada en de UK voor de volgende vier jaar. Phil haalde er Barry Mann en Cynthia Weil bij en samen creëerden ze met het “Wall of Sound”-procédé het meesterwerkje: “You’ve lost that lovin’ feelin’”. Het vervolg is algemeen bekend. “Unchained Melody” was een ander hoogtepunt voor het duo, al zingt Bill Medley hierop geen noot mee.
Om terug te keren naar het begin van ons verhaal: wie zou zich niet gelukkig voelen, zoals Daddy Dewdrop om in zulk gezelschap je leven te mogen doorbrengen?

Raymond Thielens (met dank aan Wikipedia)

(*) Ronnex Records werd opgericht door Albert Van Hoogten in 1951. Het was genoemd naar zijn platenzaak “Ronny”, wat tevens de naam van zijn zoon was. Ronny zou later zelf ook een carrière nastreven en gebruikte als artiestennaam Ronn Clay en Ronny Angel, echter zonder succes. Ronnex zelf was wel succesvol. De bekendste opname was “Net als toen”, het winnende Eurovisiesongfestivalnummer van 1957 van Corry Brokken. Andere bekende artiesten op Ronnex waren Jack Hammer (een Amerikaanse zanger uit New Orleans die zich in België had gevestigd en bekendstond als the Twistin’ King), Freddy Sunder, The Shake Spears, Burt Blanca, John Woolley and Just Born, Davy Jr. & Guess Who? en Erik Marijsse. Ronnex Records werd later overgenomen door BMG Music en daarna doorverkocht aan Pop Eye Records (België).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.