Als je een boek leest van Alexandre Dumas dat de titel “La Tulipe Noire” heeft meegekregen, dan verwacht je op zijn minst toch een mantel-en-degenroman, waarin “de slechte” de onheilspellende naam van “La Tulipe Noire” draagt, zoals dat b.v. de affiche van de gelijknamige verfilming met Alain Delon in de hoofdrol laat uitschijnen (zie hieronder)…

Maar helaas, dat is helemaal niet zo. De mammelokker-achtige kaft van hierboven geeft veel beter weer waarover het gaat, namelijk over het in het geheim ontwikkelen van de unieke zwarte tulp, waaraan een grote beloning is gekoppeld. De kaft geeft ook al aan hoe het komt dat dit op zo’n geheime manier moet gebeuren: de échte kweker zit namelijk onschuldig in de gevangenis en het is de dochter van de vreselijke gevangenisbewaarder die er dus moet voor zorgen dat het mirakel kan geschieden. Je mag één keer raden hoe één en ander afloopt…
Waarom dan doorlezen? zal u zich afvragen (want het gaat tenslotte toch over een boek van 316 bladzijden). Wel, omdat het zich afspeelt in Nederland, ten tijde van de Verenigde Provincies, dat wil dus zeggen dat zij eigenlijk in oorlog liggen met het vaderland van Alexandre Dumas, die toch een soort van hartstocht voor onze noorderburen lijkt te koesteren. Hij laat dan ook af en toe een Nederlands woord in zijn tekst glippen, de benaming stadhouder komt er zelfs heel vaak in voor, zij het dat Dumas het consequent stathouder spelt…
Het verhaal opent met een dramatische scène: de lynchpartij van Johan en Cornelis de Witt, twee invloedrijke Nederlandse politici, in Den Haag. Dat is historisch accuraat: op 20 augustus 1672 werden zij vermoord door een woedende menigte in wat men later het “Rampjaar” zou noemen, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op meerdere fronten werd aangevallen. Dumas gebruikt deze gebeurtenis als springplank voor zijn verhaal, waarin Cornelis van Baerle (een fictief neefje van de De Witts) ten onrechte wordt beschuldigd van medeplichtigheid. De wedstrijd wie de eerste zwarte tulp kan kweken is echter eveneens fictief. Deze obsessie met tulpen is wel geïnspireerd op de tulpenmanie van de jaren 1630, een ware economische zeepbel waarbij tulpenbollen astronomische prijzen bereikten. Dumas verplaatst dit verschijnsel naar een iets later tijdstip om het in zijn verhaal te laten passen.
Ronny De Schepper