Hollywoodlegende Gene Hackman (95) en zijn vrouw Betsy Arakawa (63) zijn gisteren dood teruggevonden in hun woning in Santa Fe (New Mexico). Het overleden paar werd woensdagnamiddag (lokale tijd) dood aangetroffen tijdens een routine-controle. Een bezorgde buur had gebeld, omdat hij zich zorgen maakte over hun welzijn. Opmerkelijk: ook hun hond werd levenloos aangetroffen. Toch zijn er geen vermoedens van kwaad opzet, maar er is ook nog geen doodsoorzaak bekend (foto Christopher Michael Little at http://thisischrislittle.com via Wikipedia).

’s Anderendaags bleek dat alvast Gene Hackman zelf waarschijnlijk op 17 februari is overleden. Dat heeft de plaatselijke sheriff Adan Mendoza vrijdag bekendgemaakt volgens Amerikaanse media. Volgens Mendoza was de laatste “geregistreerde gebeurtenis” op de pacemaker van Hackman vastgelegd op die datum. De twee lichamen werden in verschillende kamers zijn ontdekt. Ook werd dus een hond dood teruggevonden in een hok, maar twee andere honden zijn levend aangetroffen.

Uit een eerste onderzoek naar het overlijden van Hackman en zijn vrouw werden geen aanwijzingen gevonden dat zij zijn overleden door koolmonoxidevergiftiging. Eerder hielden autoriteiten daar nog rekening mee. Het is wachten op een toxicologisch rapport om de mogelijke doodsoorzaak vast te stellen. Dat rapport kan echter nog maanden op zich laten wachten, liet de sheriff eerder weten.

Eugene Alden “Gene” Hackman werd geboren in San Bernardino (Californië) op 30 januari 1930. Op zijn zestiende ging hij bij de mariniers, waar hij drie jaar diende. Hierna trok hij naar de Universiteit van Illinois, waar hij journalistiek studeerde. Na een carrière in de televisieproductie te hebben geprobeerd, besloot hij acteur te worden en ging hij naar de Pasadena Playhouse. Hier ontmoette hij medestudent Dustin Hoffman, die ook een tijdje zijn kamergenoot was.

In 1961, op de leeftijd van 31 jaar, maakte hij zijn filmdebuut in Mad Dog Coll. In 1963 speelde hij Off-Broadway in zijn theaterdebuut Children at Their Games. In 1964 kreeg hij rollen op Broadway, waarna hij grotere rollen in films ging spelen.

Zijn eerste opvallende rol was in Lilith samen met Warren Beatty. Drie jaar later, in 1967, speelde hij in Beatty’s Bonnie and Clyde, waar hij een Oscarnominatie voor Beste Mannelijke Bijrol voor kreeg. Zijn tweede nominatie volgde in 1970, voor I Never Sang for My Father.

In 1971 volgde zijn doorbraak. Dat jaar speelde hij de New Yorkse rechercheur Popeye Doyle in de thriller The French Connection van William Friedkin. Voor de rol kreeg Hackman de Academy Award voor Beste Acteur. Na “The French Connection” weigerde hij om nog verder geweldfilms te draaien, tenzij dit geweld een boodschap in zich draagt, zoals b.v. in “Mississippi burning”.

Vervolgens speelde hij meer hoofdrollen en minder ondersteunende rollen. Hij kreeg in 1972 de hoofdrol in de rampenfilm The Poseidon Adventure en in de western Cisco Pike.

THE CONVERSATION

In 1974 speelde hij de hoofdrol in Francis Ford Coppola‘s The Conversation. Francis Ford Coppola merkte in het commentaar op de dvd op dat Hackman het erg moeilijk had om zich aan te passen aan het personage Harry Caul, omdat het zo anders was dan hijzelf. Coppola zegt dat Hackman destijds een extravert en benaderbaar persoon was die de voorkeur gaf aan casual kleding, terwijl Caul bedoeld was als een sociaal onhandige eenling die een regenjas en ouderwetse brillen droeg. Coppola zei dat Hackmans pogingen om zich in het personage te verdiepen de acteur humeurig en prikkelbaar maakten op de set, maar dat Coppola verder goed overweg kon met zijn hoofdrolspeler.

Vanwege creatieve verschillen tijdens deze opnames werd cameraman Haskell Wexler vervangen door Bill Butler. Volgens Coppola visualiseerde Wexler de film in de meer romantische stijl van The Thomas Crown Affair (1968), terwijl Coppola het meer zag in de cinéma vérité-stijl van Medium Cool (1969) (Wexler was cameraman bij de eerste en regisseerde de laatste).

De film werd geproduceerd via The Directors Company, een productiebedrijf opgericht door Francis Ford Coppola en collega-regisseurs William Friedkin en Peter Bogdanovich. Het was in samenwerking met Paramount Pictures, waardoor de regisseurs elke film konden maken die ze wilden voor minder dan $ 3 miljoen. Deze film was de tweede die werd geproduceerd, maar ondanks het succes leidde het tot spanningen tussen Coppola en Friedkin. Friedkin vond de film niet leuk en vond dat het een rip-off was van Blow-Up (1966). Deze film en de daaropvolgende release Daisy Miller (1974), geregisseerd door Bogdanovich en mislukt aan de kassa, leidden tot de ondergang van het bedrijf. (IMDb)

UNFORGIVEN

In 1975 kwam het vervolg op The French Connection uit. Met uitzondering van Superman uit 1978, waarin hij Supermans aartsvijand Lex Luthor speelde, haalde hij geen succes in de tweede helft van de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig. In 1981 b.v. had de Belg Jean-Claude Tramont er de komedie “All night long” met Gene Hackman en Barbra Streisand gedraaid. 

In 1983 scoorde hij een hit met Under Fire van Roger Spottiswoode. Meerdere successen volgden, tot een hoogtepunt in 1988, waarin hij in vijf films speelde, waaronder ‘een Woody Allen‘ en Mississippi Burning van Alan Parker. Voor de laatste film kreeg hij opnieuw een Oscarnominatie. En dan komt in 1992 “Silence of the lambs” van Jonathan Demme! De rechten hiervoor berustten oorspronkelijk bij Gene Hackman, die dan ook de rol van Dr.Hannibal “the Cannibal” Lecter zou hebben vertolkt. Misschien zou hij dat niet eens zo slecht hebben gedaan, maar toch ben ik blij dat de rol uiteindelijk naar Anthony Hopkins ging.

Daarna wisselde hij hoofdrollen af met bijrollen, zoals in Unforgiven van Clint Eastwood. Voor deze film, waarin hij een corrupte en sadistische sheriff speelde, kreeg hij zijn tweede Oscar, ditmaal voor Beste Mannelijke Bijrol. Een jaar later was hij te zien in “The firm”, als mentor van Tom Cruise.

In 1995 speelde hij in twee van de meest succesvolle films van dat jaar, Crimson Tide en Get Shorty, Nadien was Hackman nog te zien aan de zijde van Sharon Stone, Leonardo DiCaprio en Russell Crowe in de western The Quick and the Dead. In 1996 was er “The birdcage” met Robin Williams, Nathan Lane, Gene Hackman en Dianne Wiest. Deze veramerikanisering van “La cage aux folles” werkte me echter danig op de zenuwen, meer dan bij het al evenmin geslaagde Extreme Measures. Over de doodstraf heeft ook John Grisham met “The chamber” een boek geschreven dat zijn standpunt duidelijk maakt aan de hand van een abject personage (lid van de Ku Klux Klan). In de verfilming door James Foley in 1996 speelt Gene Hackman (weer hij) z’n rol zo goed dat je op het einde zelfs gaat meevoelen met hem.

In “No way out” van Roger Donaldson speelde Gene Hackman destijds (1987) een minister van defensie die in een woedeaanval zijn minnares doodt. In “Absolute power” van Clint Eastwood uit 1997 is hij zowaar een president die min of meer hetzelfde voor heeft. Hij probeert namelijk de vrouw van een invloedrijke lobbyist te verkrachten en als deze zich verzet, wordt ze neergeschoten door een veiligheidsagent. En ook nu dient er een theorie uitgewerkt om Hackman uit de problemen te houden. Onnodig te zeggen dat Eastwood zich voor deze thriller liet inspireren door het Clinton-tijdperk.

1998 was eveneens een succesvol jaar, met bijrollen in de tekenfilm Antz en de thriller Enemy of the State. Gene Hackman  speelt hierin een voormalig NSA-agent die een surveillance-expert is. De beelden van zijn personage in zijn jongere jaren zijn rechtstreeks overgenomen uit The Conversation. Hackmans personages lijken zo op elkaar in beide films dat fans hebben geopperd dat het dezelfde persoon zou kunnen zijn, maar er is geen bewijs hiervoor geleverd door de makers van beide films.

In 2001 speelde hij het hoofd van een disfunctioneel gezin in de komedie The Royal Tenenbaums van Wes Anderson. Voor deze rol won hij zijn derde Golden Globe.“Runaway jury” van Gary Fleder uit 2003, eveneens gebaseerd op een boek van Grisham, gaat nog verder. Ook hier handelt het over een proces tegen een financieel erg krachtige lobby (in het boek de tabakslobby, in de film werd dit veranderd in de wapenlobby, omdat ook het pas verschenen “The insider” van Michael Mann over de tabaksindustrie ging), waardoor deze een profiler inschakelen (rol van Gene Hackman) die ervoor moet zorgen dat de jury uit goed beïnvloedbare mensen bestaat. Eén van de juryleden (John Cusack) speelt echter dubbel spel…

Gene Hackman was dertig jaar getrouwd met Faye Maltese, met wie hij drie kinderen heeft. Ze scheidden in 1986. In 1991 trouwde Hackman opnieuw, met de pianiste Betsy Arakawa. Zijn laatste film, Welcome to Mooseport, kwam in 2004 uit. Sindsdien heeft hij in geen enkele film meer meegespeeld en is officieel met pensioen. Wel schreef hij een aantal historische boeken en sprak hij documentaires in.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.