55 jaar geleden werd op het Filmfestival van Berlijn ‘De Bom’ vertoond, een film van Robbe De Hert uit 1969 waarin we de Aalsterse schrijver Louis Paul Boon als acteur in actie zien.
In deze korte film vindt een garagehouder, gespeeld door Louis Paul Boon, op een dag een atoombom, die door een vliegtuig is verloren. Hij verstopt de bom en brengt het land in rep en roer als hij aankondigt de bom pas terug te geven als de productie van dergelijke vernietigingswapens wordt stopgezet.
Het is tegelijk ook vijftig jaar geleden dat het boek ‘De Bom’ verscheen naar aanleiding van deze film. Van 19 september tot en met 18 oktober 1967 schreef Boon in zijn dagelijkse column in Vooruit over zijn belevenissen tijdens dit filmproject. Deze Boontjes werden voor het boek iets gewijzigd en aangevuld met foto’s.
Enkele citaten uit deze Boontjes:
Vrijdag 6 oktober 1967 – Bedscène
Wat nu volgt moet het topmoment worden in de film, en vanzelfsprekend ook in deze verhaaltjes erover: hoe ik met de Amerikaanse filmster Betsy Blair naar bed mocht.
Gij en ik en alleman hebben dat al zevenhonderd keer in de bioskoop en op TV gezien, en niet zonder afgunst, hoe die vent naar bed mag met Gina Lollo of Brigitte Bardot, een van die door de duivel uitgevonden en door God geschapen wezens, waarmee we onze eigen echtgenote alleen maar in onze dromen kunnen bedriegen.
Nu was ikzelf plots “die vent”, en hoe ik me voelde zou zelfs Willem Kloos niet kunnen beschrijven, ook al voelde die zich een God in ’t diepst van zijn gedachten. (…)
Maar nu we hier onder elkaar zijn, mag ik wel verklappen dat het niet helemaal zó opwindend is als ge het achteraf in de film ziet… ge ligt wel in bed met een Amerikaanse filmster, maar veertien man staan om u heen en kijken kritisch toe. En dat bederft reeds alle pret.
Woensdag 18 oktober 1967 – Sterven
Ik blijk het prachtig gedaan te hebben en zo ontroerend zelfs dat de lieve Monique, de skriptgirl, er de tranen bij in de ogen kreeg. O mijn lief boontje, zijt ge nu echt dood? zei ze met een traantje in het oog.
Helaas was er technisch iets niet in orde, zoals steeds. En nu door mijn schuld. Tussen de ijzeren tonnen hing de mikro opgesteld, en zo erg ging ik in mijn dood op, dat ik niet alleen de tonnen maar ook de mikro volbraakte.
Hierdoor was een al te vreemd geluid ontstaan, en moest ik nog eens opnieuw sterven; dat moogt ge gerust van mij aannemen. Ik viel dan maar nog eens opnieuw dood, er zorg voor dragend de mikro niet te beschadigen.
En juist hierdoor was mijn tweede dood nog mooier dan mijn eerste, want ik dacht ondertussen: “Zo gaat het inderdaad, uw hele leven lang moet ge opletten tussen de palen en perken en vastgestelde lijnen te blijven, van bij uw geboorte tot uw dood… en zelfs als ge sterft moet ge nog opletten, dat ge niets beschadigt.”
Woensdag 5 maart 1969 – De Bom
Het is best mogelijk dat ge het niet gaat geloven, maar ‘De Bom’ is verschenen. Nog niet de film, maar wel reeds het boekje. (…) Met vertedering heb ik het boekje doorbladerd en stuk voor stuk de vele foto’s bekeken. Foto’s waarop ik met de skriptgirl Monique over haar complexen zit te praten en meteen naar haar mooie benen kon kijken. Foto’s waarop ik met mijn dochtertje Marleentje aan het praten ben en het binnenste van mijn ziel laat zien…
En zij die dan glimlachend zegt: “Tis wel eigenaardig, eens zo’n blote ziel te zien”.
Achja, en ook een beetje tragische foto’s, deze waarop ik aan het sterven ben. Want ge weet het, ik sterf in de film. Ik heb een atoombom gevonden en ik ga daaraan kapot. Als de film afgerold wordt, zal ik nu eens mezelf zien sterven.
En verder is er het hele verhaal van die film, plus mijn bemerkingen terzijde, zoals op het toneel, plus de stukjes die ik er allemaal in de krant over schreef.
Het boek ‘De Bom’ werd in 1969 uitgegeven door uitgeverij De Kentaur in Antwerpen en werd nooit herdrukt. Het is tweedehands nog wel eens te vinden in antiquariaten of online via bijvoorbeeld Boekwinkeltjes.nl of Antiqbook.nl. Maar de betreffende Boontjes zijn natuurlijk ook te lezen in de verzamelbundels Boontjes 1967 en 1969!
Ronny De Schepper