Nederlandse uitgeverijen hebben sedert 15 januari 1995 de prijs van sommige boeken verhoogd. Vlaamse boekenimporteurs passen de nieuwe prijzen met gemiddeld een maand vertraging toe. Dat uitgeverijen hun prijzen herzien is een jaarlijks weerkerend verschijnsel. Meestal gaat het om relatief kleine prijsverhogingen, omgerekend vaak niet meer dan twintig Belgische frank. Voor die prijsaanpassingen geven de uitgevers diverse redenen op. Soms wordt het feit dat een bepaald boek in de loop van het jaar zal herdrukt worden, aangrepen om de prijs te verhogen, in andere gevallen is bij de oorspronkelijke prijs een verkeerde berekening gemaakt, in nog andere gevallen wordt de prijs van boeken die in reeksverband verschijnen, geüniformiseerd.

De federale regering heeft beslist de invoering van een vaste boekenprijs helemaal over te laten aan het parlement. Eigenlijk komt dit erop neer dat het dossier voorgoed wordt begraven. De heden ten dage zwaar gekwelde (VT4!) Cultuurminister Hugo Weckx (CVP) lijdt hiermee alweer een nederlaag, ten voordele van Economieminister Melchior Wathelet (PSC). Wathelet meent immers dat een mogelijke wet “in werkelijkheid weinig uitwerking zal hebben”. Nochtans, alhoewel wij ons meer met economie dan met cultuur bezighouden, zijn wij toch ook voorstander van een vaste boekenprijs.
Het dossier over de invoering van een vaste boekenprijs gaat nu al tien jaar mee. In het voorjaar van 1994 kwam het in een stroomversnelling terecht. De drie Belgische Cultuurministers (Weckx, Eric Tomas en Bernd Gentges) raakten het eens over het wetsvoorstel van CVP-senator Herman Suykerbuyk. Dat voorstel spreekt over een vaste of minimum-boekenprijs van twee jaar met een maximale korting van 5 procent. Ook het verramsjen werd bemoeilijkt.
In een volgende fase zocht Weckx steun op het federale vlak. De invoering van een vaste boekenprijs ressorteert immers onder de minister van Economische Zaken, die bevoegd is voor het prijzenbeleid. De toenmalige vice-premiers Elio Di Rupo (PS), Willy Claes (SP) en Herman Van Rompuy (CVP) toonden zich bereid om het akkoord van de Cultuurministers om te zetten in een wet, maar de Economieminister zelf (Wathelet dus) ging dwarsliggen. Hij kreeg de opdracht “om een en ander nog eens uit te zoeken”, maar hij vond alleen maar wat hij reeds zocht, nl.dat volgens hem dergelijke wet helemaal geen zin heeft.
Wathelet verwijst daarbij naar de Europese context, die maakt dat de wet enkel kan gelden voor boeken die in België worden geproduceerd. Voor de uit Frankrijk en Nederland ingevoerde boeken, goed voor respectievelijk 80 procent en 55 procent van de markt, zou een vaste boekenprijs in strijd zijn met het vrij verkeer van goederen. Voor Vlaanderen komt daar nog eens bij dat bijna de helft van de in België gedrukte boeken wordt uitgegeven door dochtermaatschappijen van Nederlandse uitgeverijen. Kortom, de wet zou maar een “klein gedeelte van de markt” omvatten. Dat marktsegment omvat dan echter wél die van de stripverhalen, één van de Belgische exportproducten bij uitstek. M.a.w. een bloeiende sector die voor vele boekhandelaars de voornaamste bron van inkomsten is.
Wathelet haalt aan dat een wet op de vaste boekenprijs in Frankrijk tot averechtse resultaten heeft geleid. Er wordt minder gelezen, het aantal verkoopspunten is gedaald, de boekenprijs gestegen en er zijn meer concentraties in de uitgevers- en distributiewereld.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.