Het wielerseizoen stond ontegensprekelijk in het teken van Bernard Hinault die dit jaar zijn tweede Tourzege in de wacht sleepte na enkel noemenswaardige tegenstand te hebben ondervonden van Joop Zoetemelk, die met overwinningen in de Ronde van Spanje, Parijs-Nice e.a. op 32-jarige leeftijd zijn beste seizoen kende.
Door een zwakke dag kwam Hinault er in het wereldkampioenschap evenwel niet in het minst aan te pas, zodat Jan Raas de trui overnam van zijn ploegmaat Gerrie Kneteman die dit jaar wat onder de maat bleef. Op Raas’ overwinning was er heel wat kritiek door zijn unfaire manier van rijden, maar daartegenover staan zijn overwinningen in de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race die hij wél met klank behaalde.
Geen namen van Belgen in wat voorafgaat : de conclusie laat zich dus raden. Met uitzondering van Roger De Vlaeminck (Milaan-San Remo, Gent-Gent), liet heel de oudere generatie het afweten en zelfs van de jongeren kon enkel Daniël Willems de harten verwarmen met overwinningen in de Ronde van België, de Grote Scheldeprijs e.d. Wel verwacht men nog iets van het samengaan van het trio De Vlaeminck-De Wolf-Driessens voor volgend jaar, evenals van de nieuwe generatie die klaar staat (De Wilde, Nulens, Bogaert…). Voor de sportiviteit is de aflossing van de wacht alleszins dringend noodzakelijk, want anders is (buiten Willems misschien) enkel de jonge Italiaan Giuseppe Saronni, die Francesco Moser (zelf toch winnaar van Parijs-Roubaix en Gent-Wevelgem) in de Giro in bedwang hield, in staat om Hinault het vuur aan de schenen te leggen.
In ’79 namen we ook afscheid van Walter Godefroot, een gentleman op de fiets, terwijl de wielersport jammer genoeg weer niet gespaard bleef van schandaaltjes, vooral rond Freddy Maertens en Bernard Thevenet, die beiden voor 1980 hun come-back aankondigen.
Ronny De Schepper