De 28ste symfonie (in C, KV.189k of 173e of 200) van Mozart is gedateerd op 17 november 1774, maar dat is wellicht niet juist. Waarschijnlijk is het een symfonie die in november 1773 in Salzburg werd gecomponeerd. De nummering is dus waarschijnlijk onjuist. In feite is deze symfonie eigentijds met de symfonieën nrs.21 en 22, van vóór 1773, toen de componist nog maar zestien jaar oud was.
Weinig bekend, veracht door musicologen zoals alle andere zogenaamde “Salzburg”-symfonieën vanwege het galante karakter dat als “transparant” omschreven zou kunnen worden, is de Symfonie nr.28 in werkelijkheid dus een heel vroeg werk, net als de symfonieën nrs.25 en 29.
Het eerste deel is vooral verrassend vanwege het krijgshaftige karakter van het rigoureuze inleidende motief. Maar de thema’s die vervolgens in dit werk in C worden ontwikkeld, kenmerkend voor de tonaliteit ervan, worden sterk gekenmerkt door het zoeken naar harmonie en gratie, waardoor de ‘militaire’ arpeggio’s die het raamwerk van het Allegro vormen tot rust komen.
De originaliteit van het eerste deel, dat een beetje ontsnapt aan de “gallante” stijl, vind je pas in de finale waar de fanfare-melodieën al hun kracht herwinnen, als een heel ver voorgevoel van de symfonie nr.41, KV. 551, bijgenaamd “Jupiter”.
Ronny De Schepper