Het is al tien jaar geleden dat Walter Muylaert, de vroegere beroepsrenner uit Temse, is overleden…

Walter was één van de bekendste wielrenners uit Temse, zeker voor mijn generatie die met hem is grootgebracht. Merkwaardig is dat Walter als liefhebber bij Gentse Velo Sport koerste en niet bij het gebruikelijke V.V.Vooruit Sint-Gillis-Waas. Als prof reed hij in 1962 (*) en 1963 voor het Franse Pelforth en van 1964 tot en met 1966 voor Dr.Mann. Volgens de Wielersite hing hij wel reeds op 30 april van dat jaar zijn fiets aan de wilgen. Dankzij bemiddeling van burgemeester Luc De Ryck ben ik evenwel in het bezit gekomen van het overzicht van de uitslagen van Walter en daar eindigt zijn carrière op 27 maart 1966 met een verdienstelijke twaalfde plaats in de Brugse Elfstedenronde, terwijl hij een paar weken eerder zelfs nog een verdienstelijke tiende plaats in de Omloop Het Volk had behaald.
Walter hield dus van bij zijn debuut op 26 juni 1956 in de juniorswedstrijd van Putte (Walter is dan zeventien en kwam overigens ten val en werd tot opgave gedwongen), zijn uitslagen zorgvuldig bij. Reeds bij zijn tiende wedstrijd (op 13 augustus in Hombeek) haalde hij zijn eerste overwinning, maar hij noteert er ter relativering ook bij dat er slechts twaalf deelnemers waren. Niet getreurd echter, op het nationaal kampioenschap in Oppuurs (19 augustus) haalt hij al meteen een bronzen medaille. Dat jaar zullen er nog vier overwinningen volgen en deze keer met tussen de 23 en de 62 deelnemers! Voor die derde plaats op het kampioenschap kreeg hij trouwens amper 180 frank, terwijl een derde plaats in Nieuwenrode zowaar 300 frank opbracht, zoveel als een overwinning in Bornem. Het minst verdiende hij (als we de wedstrijden waarin hij door een valpartij of andere pech de eindstreep niet haalde, niet meetellen) in Ramsdonk, waar hij eigenlijk zesde was, maar hij kreeg slechts veertig frank, de prijs voor de dertiende (op zeventig deelnemers).
In 1957 vermeldt hij het prijzengeld jammer genoeg niet meer. Zijn uitslagen zijn ook wat minder. Na twee tweede plaatsen (in Haasdonk en Sint-Niklaas) is er vanaf de zomer als beterschap en bij zijn 27ste wedstrijd van dat seizoen is het eindelijk prijs (in Wintam). Daarna zullen nog Zele, Beveren en Waasmunster volgen. In zijn eigen Temse zal hij op 16 juli – ge zult het altijd zien – helaas plat rijden. Voor het kampioenschap was hij blijkbaar niet geselecteerd.
In 1958 begint echter het serieuzere werk. Nadat hij op 30 maart al een overwinning had behaald in Destelbergen, wordt hij een week later zestiende in Gent-Wevelgem en zit ’s anderendaags ook bij de kanshebbers in de Omloop Het Volk als hij op 7km van de meet lek rijdt. Op 1 mei wint hij opnieuw in Wintam en later volgen nog Breendonk, Boom, Bornem en Haasdonk. In Temse wordt hij op 26 april echter pas zesde. Vanaf 9 juni debuteert hij bij de liefhebbers met een tiende plaats op 43 deelnemers in Stekene. Tien dagen later wordt hij in Erembodegem zelfs al tweede, wat hij nog eens tien dagen later nogmaals overdoet in Tisselt. In Temse valt het op 12 augustus weer tegen (slechts dertigste), maar vijf dagen later neemt hij revanche door zijn eerste liefhebberswedstrijd te winnen in Oostakker. Aan de start stonden 58 renners. Op 13 september doet hij dat nog eens over in Sint-Amands met 53 tegenstanders. Helaas is een week later zijn seizoen al ten einde, wanneer hij in Waasmunster ten val komt in de sprint. Want dat dien ik er meteen aan toe te voegen: Walter Muylaert was aalvlug!
In 1959 kent hij zoveel tegenslag dat hij het bij zijn tiende koers – met name dan nog de Ronde van België! – laat afweten om nog langer aantekeningen te maken. De aanleiding is dat Walter van 4 mei 1959 tot 30 april 1960 zijn legerdienst zou verrichten in Siegen (Duitsland).
Bij zijn terugkeer verloopt de aanpassing nogal moeilijk. Zijn derde plaats in Temse op 25 juni is zijn eerste treffelijke uitslag en dan moeten we er eerlijkheidshalve nog aan toevoegen dat er slechts 23 renners aan de start stonden… En nadien is het weer van ’t zelfde tot hij op 6 augustus tweede wordt in Hamme, twee dagen later zowaar gevolgd door een overwinning in Bazel (41 dln.). Op 16 augustus haalt hij al een tweede overwinning binnen en dan nog wel op Temse-Velle (41 dln.). Op 10 september zal er ook nog een zege in Sint-Amands volgen.
In 1961 neemt hij steeds meer deel aan grotere wedstrijden. Daarin een overwinning behalen is uiteraard veel moeilijker, maar de ereplaatsen stapelen zich op. Een paar voorbeelden: 13de in Brussel-Zepperen, 18de in de Omloop Het Volk en 19de in de Ronde van België. Hij stapt zo fris uit deze laatste wedstrijd dat hij zijn volgende wedstrijd in Hamme meteen wint. Drie dagen later is er in Temse voor hem helaas “slechts” een vierde plaats weggelegd. Op 27 mei krijgt hij nog eens een kans (er werden toen nog veel wedstrijden georganiseerd in Temse), maar nu wordt hij zelfs pas zevende. In de Ronde van Limburg daarentegen (een etappewedstrijd!) laat hij een verdienstelijke achtste plaats optekenen en bovendien wint hij wéér de eerstvolgende wedstrijd die hij daarna betwist (in Bornem). Opmerkelijk: op 10 juli wordt hij tweede in Moerzeke, maar er staat in kleine lettertjes iets bijgeschreven. Ik moet er zowaar een loep bijhalen om “gedekl.” te kunnen lezen… Tien dagen later wordt hij alweer derde in Temse en op de Velle wordt hij zelfs pas zestiende. Bovendien stonden er daar maar… 22 renners aan de start. Ik herinner mij de wedstrijd op de Velle nochtans als één van de belangrijkste uit de streek, maar misschien goot het die dag water of was het daarentegen snikheet, dat soort aantekeningen maakt Walter echter niet en we hebben er dus het raden naar. Ik moet wel zeggen dat tussen beide wedstrijden Walter niet minder dan drie zegepalmen heeft behaald (Aalst, Scherpenheuvel en Londerzeel), waarbij in Scherpenheuvel niet minder dan 135 renners aan de start stonden. Rond die tijd was hij trouwens ook derde in Goes, in het buitenland dus (**), en daar waren er zelfs 150 deelnemers! Het kampioenschap van België in Sint-Genesius-Rode moest het dat jaar stellen met 121 deelnemers en Walter werd daar pas 36ste. In september stonden er nóg twee liefhebberskoersen op het programma in Temse en deze keer valt Walter dik in de prijzen met een eerste en een vierde plaats. Ik heb overigens de indruk dat hij in het najaar altijd beter op dreef was dan in het voorjaar, want naast die zege in Temse, pakt hij er nog twee andere mee (in Grembergen en Waasmunster).
In 1962 rijdt hij als onafhankelijke voor de ploeg Reno-Marcel Kint. Het jaar start met een aantal ereplaatsen (over die ritzege in de Ronde Van België spreekt Walter niet, hij noteert wel zijn plaats in de eindstand: negende), maar op 12 mei gaat Walter over naar de profs en dan nog wel voor het Franse merk Pelforth. Het zou me wel benieuwen hoe hij bij deze Franse ploeg in het vizier is gekomen (er zaten natuurlijk nogal wat Belgen bij en die kunnen de ploegleiding op Walter geattendeerd hebben). Ook bij de onafhankelijken rijdt Walter nog eens de Ronde van België, deze keer met een dertiende plaats in de einduitslag als resultaat. Blijkbaar staan er ook al wedstrijden tussen die samen met beroepsrenners werden betwist, want ik zie b.v. dat hij in de kermiskoers van Temse (18 juli) tiende werd. Vier dagen later geeft hij op (na een val) in het kampioenschap van België te Mortsel. Gezien de datum neem ik aan dat dit wel degelijk het kampioenschap voor onafhankelijken was. Een overwinning blijft uit in dat seizoen, maar op het einde behaalt hij toch weer een aantal tweede en derde plaatsen. Eén van die derde plaatsen (met name die in Zomergem) leverde hem wel de provinciale titel op bij de onafhankelijken.
In 1963 gaat hij dan voluit als beroepsrenner aan de slag. Hij wordt meteen zesde in de Omloop Het Volk. In Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen geeft hij op na 200km, maar in de Brabantse Pijl wordt hij na een lekke band alsnog 28ste. Dat kan ook zijn plaats geweest zijn in Parijs-Roubaix, want daar wordt hij gelijk geplaatst met een aantal anderen op de 19de plaats (tot de 34ste). Deze keer rijdt hij dus de Ronde van België voor profs, maar zijn positie in de eindstand is deze keer niet schitterend (vijftigste). Een week later wordt hij wel tweede in Vorst (Brussel). Idem dito na de Waalse klassiekers, waarin hij telkens opgeeft: een paar dagen daarna behaalt hij een derde plaats in Leuven. Walter komt dus altijd gesterkt uit zware wedstrijden, dat moet toch ooit eens vruchten afwerpen. Op 21 juni is het zo ver: dan wint hij zijn eerste profkoers in Aartrijke (66 dln.). In Temse wordt hij echter voor de tweede keer pas tiende. Toch slaagt hij er in augustus toch in een tweede wedstrijd op zijn naam te schrijven: Waarschoot (47 dln.)
Bij het begin van 1964 laat hij de openingsklassiekers aan hem voorbijgaan (ziek?) en ook nadien wil het niet zo goed vlotten, buiten dan een tweede plaats in Vilvoorde. Een week later eindigt hij echter op een ontgoochelende veertigste plaats in Parijs-Brussel. Hij waagt zich ook nog eens in het buitenland, met name de Vierdaagse van Duinkerken, maar hij schrijft niet op welke uitslag(en) hij daar heeft gereden. Dat laat het ergste vermoeden. Gelukkig wint hij een week later in Genk en met een zesde plaats ’s anderendaags in Ganshoren, schrijft hij de eindstand van de tweedaagse (de Omloop van Limburg) op zijn naam. Merkwaardig genoeg start hij dat jaar niet in Temse, al wordt hij veertien dagen later wel tweede in Waasmunster. Dat doet hij in september nog eens over in Brasschaat en Puurs. In die periode waagt hij zich ook nog eens over de grens: 18de in de Grote Prijs van Fourmies en 32ste in Parijs-Tours, waarvoor hij 224 fr. in ontvangst mocht nemen (de enige keer dat hij nog eens een bedrag vermeldt).
In 1965 begint hij nóg later aan het seizoen: het is al eind maart vooraleer hij op de fiets kruipt. En tot 22 mei zit het hem ook niet echt mee. Maar op die dag wordt hij tweede in Wakkerzeel (bij Werchter), wat hij in juni nog eens overdoet in Helchteren en in juli in Melle. Een week later wordt hij vierde in Temse, zijn beste plaats. Er volgen nog twee tweede plaatsen (in Waasmunster en in Tienen), maar de goesting is weg en Walter houdt het het jaar daarop voor bekeken na, zoals gezegd een tiende plaats in de Omloop Het Volk en een twaalfde in de Elfstedenronde. Dat zou uiteindelijk zijn laatste wedstrijd blijken te zijn. Op 4 april ging hij aan het werk als kwaliteitscontroleur op de Boelwerf, een job die hij zou uitoefenen tot bij het faillissement in 1992.

Ronny De Schepper

(*) Dat moet dan toch pas op het einde van het seizoen geweest zijn, want hij heeft dat jaar nog een rit gewonnen in de Ronde van België voor amateurs.
(**) In Saarbrucken (de Ronde van Saarland) stonden dan weer slechts 47 deelnemers aan het vertrek, maar Walter behaalde er toch een verdienstelijke zevende plaats.

Een gedachte over “Walter Muylaert (1939-2014)

  1. Walter Muylaert werd geboren in Temse op 22/4/1939 als enig kind van Polydoor Muylaert, schrijnwerker, en Josephine De Bondt, textielarbeidster. In 1964 huwde hij met Jenny Pauwels. Zij hebben een zoon.
    Na de lagere school aan de Gemeenteschool werd hij, 14 jaar oud, werkzaam op de Boelwerf.
    Als beloftevol wielertalent sloot hij aan bij de Gentse Velosport. 17 jaar oud, debuteerde hij bij de Juniors op 26/6/1956. Hij behaalde dat jaar 5 zeges en werd 3de in het nationaal kampioenschap. In 1957 boekte hij 4 overwinningen, in 1958 6, waarna hij op 9 juni overging naar de Liefhebbers. Nadat hij ook daar 2x had getriomfeerd, werd zijn seizoen in augustus beëindigd door een valpartij. Van 4/5/1959 tot 30/4/1960 vervulde hij zijn legerdienst (Siegen, Duitsland). In 1960 werd hij 3x winnaar (o.a. Velle), in 1961 8x (o.a. Temse). In 1962 ging hij (bij Reno-Marcel Kint) over naar de Onafhankelijken, waar hij provinciaal kampioen werd. Als onafhankelijke mocht hij ook deelnemen aan profwedstrijden. Prof geworden (bij het Franse Pelforth Sauvage) behaalde hij zowel in 1963 als 1964 2 zeges (o.a. de tweedaagse Omloop van Limburg). Daarna reed hij voor Dr. Mann. Na een zegeloos 1965 stopte hij zijn wieleractiviteiten einde maart 1966, kort nadat hij 10de was geworden in de Omloop Het Volk. Zijn laatste wedstrijd was de Elfstedenronde in Brugge op 27/3/1966, waar hij 12de werd. Hij werd afschrijver op de Boelwerf en al korte tijd later kwaliteitscontroleur, functie die hij behield tot het faillissement van de scheepswerf in 1992.
    Walter Muylaert behoorde tot de sterkste sprinters van zijn generatie: zijn palmares wordt gekleurd door tal van ereplaatsen.
    De aalvlugge liefhebber/onafhankelijke Sylvain Roelants (1942-1994) was zijn kozijn.

    Luc De Ryck

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.