De Franse bariton Jean-Luc Chaignaud studeerde in Parijs bij Régine Crespin en Gabriel Bacquier. Daarna specialiseerde hij zich in het lied bij Christa Ludwig.
Na zijn debuut in 1988 op de Mai Musical in Bordeaux en het Ossiachersee Festival in Oostenrijk, werd hij door Herbert von Karajan ingehuurd voor de rol van Silvano in Verdi‘s Un ballo in maschera, naast Plácido Domingo, Josephine Barstow en Sumi Jo voor een opname voor Deutsche Grammophon (1989). Een enscenering van deze productie door John Schlesinger, deze keer onder leiding van Georg Solti, werd voor de Salzburger Festspiele in 1989 en 1990 geproduceerd en ook gefilmd (Arthaus/TDK, 1990).
Tijdens het seizoen 1991-1992 bij de Weense Opera speelde hij het personage Belcore in Donizetti‘s L’elisir d’amore naast de Italiaanse tenor Luciano Pavarotti en Marcello in Puccini‘s La Bohème met de Italiaanse sopraan Mirella Freni. Zijn werk met deze twee grote artiesten, het ‘mythische operapaar’, met wie hij verschillende keren het podium deelde in Wenen en Parijs, had een grote invloed op zijn benadering van zang en op de evolutie van zijn carrière.
In de Vlaamse Opera zong hij in november 1992 het Requiem van Fauré en in oktober 1993 “Les nuits d’été” van Hector Berlioz op tekst van Théophile Gautier. Deze cyclus is het meeste bekend in de versie door een sopraan (Kiri Te Kanawa b.v.), maar de Vlaamse Opera bracht hem in de versie voor bariton, die minder gebruikelijk maar even valabel is, aangezien Berlioz gewoon “voor zangstem” heeft geschreven, zonder te preciseren wélke zangstem hij verkoos.
Chaignaud staat verder vooral bekend om de rollen van Lescaut in Massenets opera Manon naast Renée Fleming, als Marcello in Puccini‘s opera La Bohème naast Roberto Alagna, en als Escamillo in Bizets opera Carmen geënsceneerd door Franco Zeffirelli. Hij zingt een repertoire dat met name opera’s van Mozart, Verdi, Donizetti, Puccini en Bizet bevat en dat in grote zalen zoals de Metropolitan Opera in New York, de Opera van Parijs, de Weense Opera, La Scala in Milaan, het Liceu Grand Theatre in Barcelona, Carnegie Hall in New York, The Royal Albert Hall in Londen, de München Opera of de Peking Opera.
Gedurende meer dan dertig jaar internationale carrière vertolkte Jean-Luc Chaignaud over de hele wereld een groot aantal gevarieerde repertoires en stijlen: het Italiaanse belcanto-repertoire maar ook barok, lied, oratorium en hedendaagse muziek zoals “It’ll Be” van Roger Waters. Onder zijn opnames bevinden zich een uitzonderlijk recital in het Louvre van Mahler‘s Lieder eines fahrenden Gesellen met het Arditti Kwartet onder leiding van Michel Béroff ter gelegenheid van de heropening van het museum in 1989, de opera Adriana Lecouvreur van Cilea met Mirella Freni (La sept Arte/Opéra national de Paris, France musique, 1994), Manon van Massenet met Renée Fleming (Arthaus, 2009), L’elisir d’amore van Donizetti met Rolando Villazón (Virgin Classics, 2010) en een eerbetoon aan de Franse singer-songwriter Léo Ferré bij de Opera van Monte Carlo in 2014.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)