Trouwe lezers weten dat ik een heftige pleitbezorger ben om het veldrijden een plaats te geven op de Olympische Spelen. In één adem door zou men dan ook kunnen veronderstellen dat ik dat ook zou doen voor het veldlopen. En inderdaad, die twee sporten zijn met een navelstreng met elkaar verbonden (*), maar de voorgeschiedenis van het veldlopen is echter helemaal anders…

Inderdaad, zij stonden reeds op het programma van de Spelen in 1912 (winnaar de Fin Hannes Kolehmainen) en in 1920 en 1924 (winnaar telkens zijn landgenoot Paavo Nurmi). Dat jaar (in 1924 dus) ging het echter verschrikkelijk verkeerd: in de verzengende hitte vielen de deelnemers bij bosjes uit over de afstand van tien kilometer en één atleet overleed zelfs aan een zonnesteek (**). Nurmi daarentegen kwam net zoals op de piste bij de 5.000 en 10.000 meter zo fris als een hoentje over de finish. Nadat hij over de finishlijn was gekomen, ging hij rustig strekoefeningen doen op het middenterrein, terwijl zijn tegenstanders een voor een het stadion binnenstrompelden. Zijn landgenoot Ville Ritola werd uiteindelijk tweede. Het was daarom niet verwonderlijk, dat het Finse landenteam het goud wist te winnen tijdens de landenwedstrijd in het veld.

Het nummer werd hierna van het olympisch programma geschrapt. Logisch zou men kunnen zeggen, maar waarom mochten de pistenummers over dezelfde afstand dan wél blijven doorgaan? Het kunnen toch niet de paar hindernissen die de deelnemers bij het veldlopen moesten overwinnen geweest zijn die daarvoor de doorslag gaven?

Toch is er hoop: als het van Sebastian Coe, voorzitter van de Wereldatletiekbond, afhangt maakt veldlopen straks na 100 jaar zijn comeback op het olympische programma. Hij droomt er zelfs van om op de Spelen van Parijs al een gemengde estafette toe te voegen aan het programma. World Athletics stelt voor om 100 jaar na de laatste olympische wedstrijd veldlopen opnieuw een gemengde estafette te organiseren. Elke atleet zou 2 keer 2,5 kilometer moeten afleggen, samen goed voor een race van 20 kilometer. “Mijn liefde voor atletiek is begonnen in het veldlopen. Toen ik me aansloot bij Hallamshire Harriers, mijn eerste atletiekclub, was de voorzitter Joe Williams. Williams nam zelf deel aan het veldlopen in 1924. Het zou enorm symbolisch zijn voor deze fantastische discipline om terug te keren na een afwezigheid van honderd jaar. Bovendien is het dé manier om jonge atleten kennis te laten maken met de fascinerende tak van onze sport”, aldus een bijzonder enthousiaste Coe, die later vooral zou uitblinken op de piste, met onder meer twee olympische titels op de 1.500 meter.

In december 2020 kwam er al een negatieve reactie van het organisatiecomité van de Spelen, omdat de toevoeging van de discipline, tien kilometer in het veld waarbij twee mannelijke en twee vrouwelijke atleten telkens twee en een halve kilometer afleggen, zou betekenen dat een andere atletiekdiscipline moet sneuvelen en wat zou dat dan wel zijn? Daarom liet World Athletics het daar niet bij, want ze dachten al aan een ander event: een mixed relay in het snelwandelen. De loodzware 50 kilometer snelwandelen zou daardoor dan sneuvelen. 

Onnozele “sporten” als breakdancen doen in 2024 wel hun intrede op olympisch niveau. Vorige keer in Tokio stonden ook muurklimmen, surfen en skateboarden op het programma. Het goede nieuws is dan weer dat bij de Spelen van 2024 in Parijs voor het eerst sprake zal zijn van een gelijk aantal mannen en vrouwen.

Ronny De Schepper (gebaseerd op Sporza)

(*) In mijn ogen hoort ook het motorcrossen nog bij dit duo, maar een gemotoriseerde sport op de O.S. dat is uiteraard tricky.

(**) Ik heb helaas zijn naam niet kunnen terugvinden, evenmin als de exacte datum waarop deze wedstrijd plaatsvond.

P.S. De foto toont Paavo Nurmi wel bij the 1920 Summer Olympics in Antwerpen (fotograaf onbekend, Suomen Urheilumuseo) 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.