Op 15 maart 2024 heropent het Wintercircus in Gent met het festival FTI (Flanders Technology & Innovation), een evenement over de impact van technologische innovaties op gezondheid. De ondergrondse rockzaal gaat al vroeger open, in het najaar van 2023. (Foto: het circus nabij de Lammerstraat. Foto genomen voor de brand van 1920.)
De Niewe Sierk (ook wel eens Nieuwe Cirk geschreven) ofte Nieuw Circus, ofte ‘Théâtre de Variétés’ ofte ‘Cirque des Variétés’ was in de negentiende en de twintigste eeuw, een spektakelzaal (ontworpen door architect Emile De Weerdt) met twee ingangen aan de Walpoortstraat en in de Lammerstraat in het Gentse Zuidkwartier en met 3250 zitjes (in 1897 + 1000) rond een piste die kon worden afgedekt. Er werd gefluisterd dat het Gentse Wintercircus ooit het grootste permanente circus van Europa was. Het beschikte over een eigen ‘Hôtel Du Nouveau Cirque’. In de piste werden onder meer circusvoorstellingen, varièté, Gentse revues, Boente oavenden, (volks)bals… georganiseerd worden. De betere klasse betrok het balkon, de stalles, parterre en parket via de Walpoortstraat. De Lammerstraat gaf toegang tot de goedkopere galerij en paradijs, ook wel ‘het uilenkot’ of de Kiekie geheten. De variétévoorstellingen vonden tot elfmaal in een week plaats: elke avond, op maandagnamiddag (meestal voor caféhouders… en haarkappers), op donderdagnamiddag (voor de elite van de Franse scholen), op vrijdagnamiddag (voor ‘die van de beurs’) en de matinees op zondagnamiddag. In het zomerseizoen diende de zaal met renbaan en toneel als manège voor de leden van de Cercle Équestre.
De naam van de “Nieuwe Cirk” laat al vermoeden dat dit gebouw niet het eerste circus was in Gent. Van 1879 tot 1915 bevond zich immers nog een ander permanent houten circus boven de trappen van Sint-Pietersplein aan de Kattenberg, namelijk hippodroom ‘De Drie Sleutels’. In september 1894 werd de eerste steen gelegd van de Nieuwe Sierk an’t Zuit en op 21 februari 1895 werd het gebouw ingehuldigd met een groots opgezet liefdadigheidsfeest. Elk jaar, tijdens de halfvastenfoor, kreeg een ander binnen- of buitenlands circus onderdak in de nieuwe Gentse tempel van vermaak. Eens de circusperiode voorbij kwamen er revuetroepen, operettegezelschappen, variétéprogramma’s en later ook boks- en worstelwedstrijden. In 1916 kreeg het, na grondige verbeteringswerken, de naam ‘Gand-Palace’, en werd het ook een bioscoop. In december 1920 woedde er een felle brand waardoor de volledige koepel instortte, maar een gedeelte van de buitenmuren overeind bleef. In 1923 kreeg architect Jules-Pascal Ledoux de opdracht voor de heropbouw (in beton) in 1924 met een renovatie op het vlak van theaterbouw, akoestiek, verlichting en verluchting. In 1939 werd het gebouw verkocht aan garagehouder Ghislain Mahy. Van 6 mei tot 4 juni 1944 vond de laatste reeks voorstellingen plaats door circusfamilie Dejonghe. Een herdenkingsplaat aan de Lammerstraat herinnert nog aan deze gebeurtenis. In 1954 heropende het als Fiat-garage Mahy. De garage bleef actief tot in 1978. Vanaf die datum was het gebouw enkel nog in gebruik als opslagplaats voor de uitgebreide collectie oldtimers van Ghislain Mahy. Op het einde van de jaren 1990 verhuisde de autocollectie naar de Eeuwfeestpaleizen in Brussel en later definitief naar het Automuseum in het Waalse Leuze. In 1979 werd het gebouw een beschermd stadsgezicht.
Freek Neirynck