Vandaag twee in het oog springende advertenties in de krant. Opmerkelijk en markant. Kennelijk hadden Kwaad en Van Hulzen zich al met hun ontvangst aan Gene Zijde verzoend. Een rijk ziekbed was nogal nieuw voor mij. Tot nu toe was een rijk en vol leven toch zo’n beetje het standaard en herkenbare cliché. Voor renner Gino Mäder in ieder geval geen advertentie met een dergelijke referentie. Niks rijk en vol. Zomaar van de Albula afgekukeld en erin gebleven. Dieptragisch . Een jong leven in de knop gebroken, zo heet dat toch. Woutje Poels, mijn gouwgenoot, met zijn makkers van de ploeg Bahrain gingen als eerbetoon in linie over de streep. Net als de Engelse ploeg in de Tour heel lang gelden na de dood van Tommy Simpson op de Ventoux. Mäder, Simpson, Casartelli, Weylandt en zoveel anderen, allemaal in het harnas gestorven. Allemaal anders maar even fataal. In naam van de sport en in de hoop van de glorie.
Moederkens thuis knijpen hun billen samen als ze die jôngskens , met de daver op het lijf, naar onder zien kachelen. Letterlijk à tombeau ouvert (*). Stillekes roepen ze Sint Christoffel aan en bidden ’s avonds een rozenhoedje voor een goede afloop. Natuurlijk hebben die mannekes (en vrouwkes) de skills als beroepsrenner, maar aan honderd het uur naar beneden is toch wel wat veel van het goede.
Een aantal jaren geleden heb ik de afzink van de Albula ook eens gedaan. Op weg naar Assisië, naar Sint-Franciscus, de man die met dieren kon praten, maar dat geheel terzijde. Met handen aan de remmen was het geen extreme afdaling. In mijn herinnering verschijnt nog zo’n typisch zwaar bebaarde Alpenboer, die op zijn motor voorbij schoot. Zonder helm, in t-shirt en korte broek. En voor op de tank zat zijn hond. Ook zonder helm. Frappant in ieder geval.
Vandaag een hoop compassie en medeleven. Maar hoe zal het morgen en overmorgen zijn? Wie zal er de nodige consequenties trekken. De H.H. Organisatoren (inclusief d’n Bond), de ploegbazen of last but not least de renners zelf. Ik heb er een hard hoofd in.
Woutje Poels, nu rouwend, konden ze ooit met stoffer en blik opvegen omdat een Italiaanse eikel aan een neo-ploegmaat opdracht gaf een regenjasje weg te brengen. In een afdaling met een breed uitgewaaierd peloton aan zeker zeventig het uur. Een half peloton ging tegen de vlakte. En hoe zat het ook weer met die regelrechte bodycheck tegen Roglic bijvoorbeeld, nog niet zo lang geleden. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal met de mantel der liefde bedekt? Part of the game??
Jos De Vleut (God hebbe zijn ziel), die ooit het verscheiden van Tommy Simpson van heel nabij meemaakte zei me al eens : “Daags erna mocht Barry Hoban winnen en daarmee was de kous af. Het circus trok gewoon verder alsof er een bedrijfsongevalletje was gebeurd. Ja, als een motorrijder of autocoureur erin blijft, rijden ze de volgende dag echt geen kilometer zachter hoor. C’est la vie”.
De honden blaffen maar de karavaan trekt verder ! En wij, wij knippen morgen weer gewoon de treurbuis aan voor de volgende episode.
Adieu Gino!
Theo Buiting 17/6/23
(*) Rouler à tombeau ouvert; Franse uitdrukking : letterlijk rijden met een dusdanige snelheid dat het graf bij wijze van spreken al open staat