In april 2021 las ik “Eenvoudige genoegens” (“Plain pleasures”) van Jane Bowles, die vandaag een halve eeuw geleden is overleden. Het betreft een bundel verhalen, geschreven tussen 1946 en 1966, die in 1985 door De Bezige Bij in het Nederlands werd uitgegeven.
Jane Bowles werd geboren als Jane Auer in New York, 22 februari 1917 in een joods gezin. Zij bracht het grootste deel van haar jeugd door in Woodmere op Long Island. Op 15-jarige leeftijd kreeg zij tuberculose. Zij werd daarvoor in een sanatorium in Zwitserland behandeld, maar zou haar hele leven daar last van blijven hebben. Na dit verblijf in Europa keerde zij in 1934 terug naar New York. Hier begon zij te experimenteren met biseksualiteit, aldus Wikipedia dat hierover geen verdere uitleg verstrekt. Op de achterflap van de verhalenbundel wordt echter Alice B.Toklas (1877-1967) geciteerd die haar “een vreemd wezen” vond. Met haar vriendin Gertrude Stein (1874-1946) trad Toklas als gastvrouw op van een salon voor schrijvers en kunstenaars in hun woning.
Deze salon trok vooral in Frankrijk verblijvende Amerikaanse schrijvers, zoals Ernest Hemingway, Paul Bowles, Thornton Wilder en Sherwood Anderson; verder kwamen er avant-gardeschilders, onder wie Pablo Picasso, Henri Matisse en Georges Braque. Het is best mogelijk dat Jane Auer daar de schrijver en componist Paul Bowles is tegengekomen. Alleszins huwden ze in 1938. Het echtpaar Bowles woonde in New York tot 1947. Daarna verhuisde Paul naar Tanger (Marokko) waar Jane een jaar later ook naartoe trok.
Paul Bowles had een veel groter populair succes, maar Jane Auer wordt gezien als een writers’ writer. O.a. Tennessee Williams, Truman Capote en John Ashbery beschouwden haar als een van de beste en meest onderschatte Amerikaanse schrijfsters aller tijden. Als gevolg van overmatig drankgebruik kreeg zij een beroerte in 1957, toen zij 40 was. Haar gezondheid ging daarna steeds verder achteruit en zij stierf op 56-jarige leeftijd in een Spaanse kliniek in Malaga. Paul Bowles zou haar nog een kwarteeuw overleven en is in Tanger gestorven.
Ronny De Schepper
Ik wilde beginnen met “ook na het lezen van de bundel weet ik nog altijd niet wat de ‘eenvoudige genoegens’ van Jane Bowles zijn.” Niet dat het zo’n moeilijke verhalen waren (eerder integendeel), maar waarover gingen die nu eigenlijk? En dan, bij het laatste verhaal, werd me dan toch de sleutel toegeschoven: “Zoals veel kinderen fantaseerde ze dat ze het bevel voerde over een regiment,” zo staat er (p.148). “Maar ze deed nooit mee aan spelletjes van buurkinderen; ze speelde liever helemaal alleen…” En daar gaat het inderdaad in bijna elk verhaal over. Maar waarom ze het de moeite vond om die “verhalen” (die er geen zijn) op te tekenen, zal voor mij wel altijd een raadsel blijven.
LikeLike