Het is vandaag al vijftien jaar geleden dat de Amerikaanse filmregisseur Jules Dassin is overleden. Hij was de vader van de Franse zanger Joe Dassin (foto).

Jules Dassin was een van de zeven kinderen van Samuel en Bertha Dassin, joodse immigranten uit de Oekraïne. Toen Samuel Dassin in de Verenigde Staten arriveerde, verwisselde de douane zijn achternaam, die niet meer te achterhalen is, met zijn geboorteplaats Odessa. Odessa werd eerst op zijn Amerikaans “Dessa”, vervolgens “Dessine” en uiteindelijk “Dassin”: een nieuw leven en een nieuwe achternaam!
Als kapper verdiende Samuel Dassin zijn brood in Middletown, Connecticut, en daar werd op 18 december 1911 Jules (Julius Moses) geboren. Het gezin verhuisde vele malen, onder andere naar de Bronx, Harlem en Lower East Side. Zijn middelbareschooltijd bracht Jules door op de Morris High School in de Bronx.
Jules’ droom om acteur te worden kwam dichterbij toen hij werd geaccepteerd bij Artef, Jiddisch acroniem voor Arbeter Teater Farband, een joods theater, opgericht in Manhattan halverwege de jaren twintig van de vorige eeuw. Ideologisch gezien was Artef uiterst links: de hoop was gevestigd op een communistische maatschappij in Amerika.
Jules is tweeëntwintig jaar als hij in 1933 trouwt met Béatrice Launer, dochter van een joodse timmerman en een getalenteerde violiste, opgeleid als beursstudente aan de beroemde Juillard School of Music. Samen krijgen zij drie kinderen, een zoon Joseph Ira (Joe), geboren in 1938 in New York, en twee dochters Richelle (1940) en Julie (1944), geboren in Los Angeles.
Jules’ carrière als regisseur begint als hij Alfred Hitchcock in 1941 assisteert bij de opname van Mr. & Mrs.Smith, de enige komische speelfilm van Hitchcock met in de hoofdrollen Carole Lombard en Robert Montgomery. Hierna krijgt Jules Dassin een contract bij MGM. Hij regisseert onder andere Brute Force (1947) met Burt Lancaster in de hoofdrol, The Naked City (1948) en Thieves’ Highway (1949).
Het lijkt een veelbelovende carrière te worden, maar dan wordt Jules Dassin, tijdens het McCarthyistische tijdperk, in 1950 geconfronteerd met zijn lidmaatschap van de communistische partij in de jaren dertig, een lidmaatschap dat hij overigens in 1939 had beëindigd na zijn teleurstelling over het non-agressie verdrag tussen Stalin en Hitler (het Molotov-Ribbentrop-pact). Jules Dassin wordt op een zwarte lijst geplaatst, waardoor het werken hem in de Verenigde Staten nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt. In 1950 regisseert hij nog Night and the City met Richard Widmark in de hoofdrol, omdat de opnames plaatsvinden in Londen. Daarna besluit hij Amerika met zijn gezin definitief te verlaten en verhuist naar Europa.
Na enkele moeilijke jaren heeft hij zijn eerste grote succes met de Franse thriller Du rififi chez les hommes (1955), waarvoor hij tijdens het filmfestival van Cannes de “Best Director Award” ontvangt. Tijdens dit festival ontmoet hij de Griekse actrice Melina Mercouri, een vrouw die zijn verdere leven zal bepalen. Zij krijgt een rol in een aantal films die Jules Dassin hierna maakt, zoals Celui qui doit mourir (1957) en La legge (1959) met verder Gina Lollobrigida en Marcel Mastroianni.
In 1960 regisseert Jules Dassin Never on Sunday. Hij neemt zelf de rol op zich van Homer, een toerist uit Middletown, Connecticut, en Melina Mercouri speelt de hoofdrol van de prostituee Ilya. Zij ontvangt hiervoor tijdens het filmfestival van Cannes de “Best Actress Award”. Het bouzouki thema van de film werd een grote hit in de jaren zestig en leverde de componist Manos Hatzidakis (ook wel: Hadjidakis) in 1961 een Oscar op voor de beste filmmuziek.
In 1964 regisseert Jules Dassin Topkapi, een komische variant van de eerdere Du rififi chez les hommes, met in de hoofdrollen Melina Mercouri, Peter Ustinov en Maximilian Schell. Hij geeft zijn zoon Joe Dassin ook een rolletje. De filmmuziek is weer van Manos Hatzidakis.
In 1966 trouwt Jules Dassin met Melina Mercouri. Na de militaire staatsgreep in Griekenland gaat deze dochter van een politicus uit Athene in 1967 vrijwillig in ballingschap. Zij voert jarenlang actie tot het militaire regime in 1974 zijn macht verliest. In 1977 wordt zij als lid van de nieuwe socialistische partij van Papandreou in het Griekse parlement verkozen en tussen 1981 en 1989 was zij de eerste vrouwelijke minister van Cultuur. Zij werd opnieuw minister van Cultuur van 1993 tot haar dood in 1994.
Melina Mercouri zette zich ook in om de Elgin Marbles terug te halen naar Griekenland. Deze verzameling marmeren beelden van het Parthenon en een van de kariatiden van het Erechtheion werden door Lord Elgin, met toestemming van de toenmalige Turkse (Ottomaanse) overheid, naar Engeland gebracht. Zij bevinden zich sinds 1816 in het British Museum in Londen. Jules Dassin steunde haar hierin.
Na haar dood in 1994 stopte Jules Dassin met regisseren en richtte hij de Melina Mercouri Stichting op om haar strijd voort te zetten. Hij bleef in Athene wonen en zou daar op 31 maart 2008 op 96-jarige leeftijd overlijden.
Gedurende zijn gehele loopbaan regisseerde Jules Dassin circa vijfentwintig films, schreef tien filmscenario’s en speelde in zes films. Als perfectionist eiste hij veel van zichzelf en hij was nooit echt tevreden met het behaalde resultaat. Er was altijd ruimte voor verbetering.
Dat was ook zijn houding tot zijn zoon Joe Dassin, wiens carrière en liedjeskeuze eigenlijk nooit zijn goedkeuring kon wegdragen. Toen Joe in 1980 op amper 41-jarige leeftijd overleed, speet het hem dat hij nooit eens een positief woord over zijn zoon had gezegd, maar ja, toen was het te laat. (Wikipedia)

Een gedachte over “Jules Dassin (1911-2008)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.