De bekende Italiaanse tenor Giuseppe Di Stefano, het grote voorbeeld van Luciano Pavarotti, is vijftien jaar geleden vredig in zijn woning in de omgeving van Milaan ingeslapen. Vier jaar eerder was hij na een overval in een comateuze toestand terechtgekomen, waaruit hij eigenlijk nooit meer is ontwaakt. Hij werd 86 jaar oud.
Deze beroemde tenor werd louter toevallig ontdekt, toen hij na het winnen van een kaartspel in zingen uitbarstte. Eerst probeerde hij het in het lichte lied en pas nadien schakelde hij over op opera en werd hij de geliefkoosde partner van Maria Callas. Di Stefano debuteerde als operazanger in 1946, in de rol van Des Grieux in “Manon” van Jules Massenet. In de jaren vijftig en zestig was hij de wellicht best betaalde operazanger ter wereld. Maar vanaf 1963 staken stemproblemen de kop op, met name bij de opvoering van “La Bohème” van Puccini in Covent Garden. Di Stefano werd vervangen door een jongere zanger, zijn grote fan Luciano Pavarotti: het was het begin van diens carrière. Di Stefano ondernam nog een aantal pogingen tot een comeback, maar die mislukten keer op keer, zodat de operaster op het eind van de jaren tachtig als zanger afscheid nam van de operawereld. Hij trad echter nog wel op als regisseur.
Ronny De Schepper
dagelijks iets degelijks 