Johan de Belie las “States of Emergency” van André Brink.

De Zuid-Afrikaanse auteur André Brink (29.05.1935 – 06.02.2015) publiceerde meer dan twintig romans, een aantal in het Afrikaans, andere in het Engels. Zijn ganse oeuvre werd in het Nederlands vertaald. Hij was ook een belangrijk essayist en schreef zijn memoires in 2009. Naast dit eigen werk verzorgde hij ook de vertalingen van meer dan veertig werken uit de wereldliteratuur, van Shakespeare over Oscar Wilde tot Hendrik Ibsen, Michel de Ghelderode en Marguerite Duras. Brink was professor Engels aan de universiteit van Kaapstad. Zijn engagement tegen de apartheid zorgde er voor dat zijn werk een tijdlang verboden werd en hij zich zelfs genoodzaakt zag een poos in Frankrijk te wonen, in 1967 en 1968. In 2015 ontving hij de titel ‘doctor honoris causa’ van de universiteit van Leuven – het was toen, op de terugvlucht van België naar Zuid-Afrika, dat hij overleed…

De roman ‘States of Emergency’ (1988) (‘Noodtoestand’, vert. Rob van der Veer, Meulenhoff, 1988) bevat zowat alles wat we in het omvangrijke oeuvre van Brink kunnen terugvinden. We vinden hier in een zeer complexe structuur drie verhalen die door elkaar verweven zijn, en ook voortdurend met elkaar verbonden, naar elkaar verwijzen, in elkaar vervloeien soms. Daar is, centraal, de verteller, de schrijver die een manuscript ontvangt van een jonge vrouw, Jane Ferguson. Een banaal liefdesverhaal maar zo mooi geschreven dat hij zich voor de publicatie wil inzetten – wat na ettelijke pogingen blijft mislukken. Twee jaren later leest hij in de krant dat de vrouw zelfmoord pleegde. Hij bezit haar tekst nog, neemt contact op met haar vader… zal zo van deze haar dagboek krijgen. 

Zelf schrijft hij een roman, die qua thematiek gelijkt op het manuscript van de vrouw: een jonge vrouw verliefd op een oudere man. Zijn personages: de vijftigjarige professor Philip en diens twintigjarige assistente Melissa. Terwijl hij aan deze roman sleutelt laat hij de lezer kennis maken met het wordingsproces. Telkens aarzelt hij over het verdere verloop van het verhaal, onderzoekt meerdere opties, schrijft soms drie, zelfs eens vier versies uit eer een besluit te nemen over het vervolg. Het is ook een taalkundige (hij speelt in voetnoten vaak met de etymologische betekenis van woorden, van namen) en filosofische tocht, en een grasduinen in de literaire geschiedenis. Is zijn romance over een gehuwde oudere man een idylle die zich over een vrij lange periode ontwikkelt, deze in het leven van Jane Ferguson kon slechts enkele dagen duren. Zij ontmoette in het (vervallen) hotel van familie (een locatie die ook in de roman van de schrijver een centrale plaats krijgt!) een man die gezocht wordt door de politie. Een onstuimige relatie met deze activist, terwijl we enerzijds haar leven en achtergrond leren kennen, anderzijds zijn motivatie als blanke om zich actief te engageren in de strijd tegen apartheid. Dat is wat zij onthult in haar dagboek, één der drie luiken van ‘States of Emergency’. Brink kan hier laten zien hoe hij ook poëzie en symboliek in zijn proza weet te verweven. 

Wat ons bij een ander facet brengt van deze roman, van een groot deel van het oeuvre van Brink, van de persoon van Brink zelf: zijn visie op en strijd tegen de apartheid. In de loop van dit werk ontvouwt hij de historische evolutie van de bittere strijd die zich begon te ontwikkelen. Hoe die zich eerst manifesteerde als een verre rode gloed, een brandhaard in de township, branden die volgende dagen frequenter, heviger werden. Hoe het oproer zich uitbreidde, de onverantwoord harde, misdadige aanpak van politie en leger, van de overheid. Het geweld. Hoe begrafenissen van de kleurlingen resulteerden in moordpartijen door de ‘veiligheidsdiensten’. De huiszoekingen. Hoe er uiteindelijk een regime van geweld en terreur heerste, niemand nog veilig was, iedereen een verklikker kon zijn. André Brink legt de link, hierbij verwijzend naar het fenomeen ‘geweld’, met wat hij zag gebeuren toen hij in mei 1968 in Parijs verbleef. Al was de aanleiding totaal anders, en de gruwel minder, toch diende hij ook hier te zien hoe repressie functioneerde.

Tenslotte is er de roman van Janet Ferguson zelf, geënt op haar belevenissen met de activist. Als gezegd haakt de roman van de schrijver die we, lezend, moeizaam zien ontstaan, voortdurend in bij deze van Janet en vooral in de realia van haar dagboek. Ook voor zijn personages wordt het familiehotel een cruciaal punt, zullen ze eenzelfde plekje in een bos tot het hunne maken, naar dezelfde muziek luisteren, parallel emoties doorworstelen…

Een gelaagd boek, een puzzel lijkt het soms, een labyrint waarin de lezer nooit verdwaalt – er blijven telkens voldoende ijkpunten. Op de structuur en de motieven van het Nibelungenlied, met Wagners ‘Götterdämmerung’ op de achtergrond als gruwelijk symbool voor wat die jaren gebeurde in Zuid-Afrika. Een strijd die via een aantal nevenpersonages in deze roman heel beklemmend getoond wordt. Wat hem meteen tot een vuist tegen racisme, onverdraagzaamheid en iedere vorm van geweld maakte. Legt Brink een stukje bittere geschiedenis bloot dan heeft de achterliggende boodschap nog niet aan actuele waarde ingeboet…

Johan de Belie     

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.