Op 30 december 1967 werd in het Casino van Knokke Masscheroen opgevoerd, een bewerking van het wagenspel Mariken van Nieumeghen door Hugo Claus (zie afbeelding).
Ondanks het feit dat Claus dat jaar opnieuw in de prijzen was gevallen met de driejaarlijkse staatsprijs voor toneel, bleef bij het die ene vertoning, want dat Claus’ Marieke – in tegenstelling tot de middeleeuwse versie – zich niet liet intimideren door deze naakte Heilige Drievuldigheid (met name Hugues Pernath, Freddy De Vree en Rudi Van Vlaenderen) en hen integendeel duchtig met de zweep afranselde, zorgde voor hilariteit in de zaal. Toen een dag later tijdens een paneldiscussie onder leiding van minister Piet Vermeylen een naakte Yoko Ono op het podium sprong (*), was de maat vol voor de bladen van Hoste (Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet): zij riepen schandaal in hun publicaties en het gerecht kwam in actie. Claus liet zich niet van de wijs brengen door de aanklacht en riposteerde: ‘Zo zou ik willen ageren voor de naaktheid op de Vlaamse Televisie, alleen al omdat ik liever een naakt meisje, en zelfs een naakte jongen zie, dan een wuivend defilé van Belgische parachutisten die zo nodig onze belangen in Afrika moeten verdedigen.’
Ondanks de pleitkunst van John Bultinck, die nochtans ooit zelf een venijnig artikel pleegde tegen zijn latere cliënt met als titel: ‘Claus, de Elvis Presley van het Vlaamse chanson’?, werd Claus in juni 1968 (samen met Yoko Ono ) veroordeeld tot vier maanden effectieve gevangenisstraf. In Vooruit zou Louis Paul Boon de verdediging van Claus op zich nemen in zijn rubriek “Geestesleven” (zie hiernaast).
Claus van zijn kant die normaal in juni op literaire reportage zou gaan naar Congo, kreeg als gevolg van deze veroordeling geen Congolees inreisvisum. De gevangenisstraf werd na beroep voorwaardelijk, maar de auteur moest wel een boete van 10.000 frank betalen.
Met diezelfde Freddy De Vree (de latere partner van Sylvia Kristel) schreef Claus ook de thriller “Sneeuwwitje en de leeuwerik van Vlaanderen” onder de schuilnaam Conny Couperus. Op de flaptekst kreeg deze denkbeeldige Conny zelfs een biografie: ze werd geboren in Melle als dochter van een psychiater! Hugo Claus in Humo van 13/1/1998: “Intussen weet ik dat ik gewoon geen thriller kan schrijven. Ik dacht immers dat ik zomaar eventjes een thriller uit mijn mouw zou schudden, ik vermoedde dat een beetje professional daar zijn hand niet voor zou omdraaien. Maar na een pagina of veertig ben ik ermee opgehouden. Je moet namelijk ook de mentaliteit hebben om een thriller te schrijven. Mijn hoogmoed, die me deed denken dat ik me ook die mentaliteit eigen zou kunnen maken, kwam ten val.”
“Leest u graag thrillers of politieromans?” vraagt hij aan Eric Bracke in “De Morgen” van 13/11/1997 en aangezien het antwoord hem net zo weinig interesseert als ons, gaat hij onmiddellijk verder met “Ik wel, maar na drie pagina’s heb ik wel vaak de neiging om ze weg te gooien. Dan weet ik het al: ik zie zo een beetje hoe het geschreven is en wie de personages zijn. Elmore Leonard vind ik wel knap, omdat hij tegelijk een prachtig stilist is. De eerste van James Ellroy, zowat de moderne Dostojewski, was ook goed. Door zijn laatste boek kwam ik niet meer heen, maar de verfilming van L.A. moet je zeker zien.”
Ronny De Schepper
(*) Aldus Sarah Beeks die voor het literatuurhistorische tijdschrift Zacht Lawijd de feiten heeft gereconstrueerd. Zelf heb ik altijd gedacht dat Ono veroordeeld was voor de performance waarbij de toeschouwers met een schaar haar kledij aan stukken mochten knippen. De passage waarin Beeks vertelt hoe Ono in die tijd in een Rolls Royce België aandeed, samen met John Lennon, en om arrestatie te vermijden zich daarom plat legde in de auto om zo vooral niet de aandacht te trekken van de politie heb ik echter niet overgenomen omdat ik er een aantal vragen bij heb. Wat kwam Yoko toen immers doen in Vlaanderen (samen met John)? Als haar aanwezigheid tot haar arrestatie kon leiden, kon ze dan niet beter gewoon wegblijven (op het moment van de feiten was ze overigens nog niet bij John)? En die Rolls Royce: was dat die van John Lennon zelf of was het een huurauto? In het eerste geval: was die auto dan mee overgekomen op de boot?