Op donderdag 29 september vindt de vernissage plaats van de tentoonstelling n.a.v. honderd jaar “Bulletje en Bonestaak” in het Populierenhof in Boechout. Naast deze prestigieuze tentoonstelling van het Belgisch Stripmuseum over George Van Raemdonck, de pionier van het Belgische stripverhaal, is er ook nog een tweede tentoonstelling over het eeuwfeest van “Bulletje en Bonestaak”, ontworpen door het A.M.De Jongmuseum uit Nederland. Deze tentoonstelling kan men bezichtigen in Theater Vooruit, eveneens in Boechout (voor meer inlichtingen: zie onderaan).
George Van Raemdonck, geboren in Antwerpen in 1888, was de eerste Vlaamse striptekenaar. In Vlaanderen genoot hij echter veel minder bekendheid dan in Nederland. Helaas ben ik daarvan een goede illustratie. Want, alhoewel ik op mijn blog toch wel voldoende aandacht besteed aan de geschiedenis van het stripverhaal en dan nog vooral hier in Vlaanderen, was de man mij helemaal ontgaan, tot Werner Lyssens mij daarop wees.
Omdat George Van Raemdonck beschikte over muzikaal talent, zond zijn vader, apotheker van beroep, maar tevens een bekwaam tekenaar, hem naar het conservatorium om viool te studeren. Tegelijkertijd legde hij zich toe op schilderen, en in 1903, vijftien jaar oud, schreef hij zich in bij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, waar hij les kreeg van Franz Courtens en waar hij in 1913 de De Keyers-prijs ontving. In die tijd tekende hij al illustraties bij verschillende volksromans en voor het geïllustreerd weekblad Lange Wapper.
Vanwege de Eerste Wereldoorlog vluchtte Van Raemdonck op 9 oktober 1914 met vrouw en kind naar Nederland, waar hij al snel politieke prenten ging tekenen voor De Amsterdammer (nu: De Groene Amsterdammer). Zijn eerste ‘kartoen’ De dikke Bertha, gebaseerd op het reuzekanon van het Duitse leger, verscheen reeds in De Amsterdammer op 6 december 1914.
De schrijver A.M. de Jong was onder de indruk van zijn werk en vroeg hem eind 1917 om het kinderboek Vacantiedagen te illustreren. Al snel ontstond een vriendschap tussen de twee. In 1920 stapte Van Raemdonck over naar De Notenkraker, waarvoor hij veel politieke tekeningen maakte tot het einde van het blad in juli 1936.
In 1922 trok A.M. de Jong hem aan voor het maken van tekeningen voor de tekststrip Bulletje en Boonestaak. Deze strip verschijnt vanaf 2 mei 1922 vijftien jaar lang, tot en met 17 november 1937 in Het Volk en Voorwaarts. De strip wordt tegenwoordig als een klassieker beschouwd, mede wegens de gedurfde tekeningen. Geregeld liet Van Raemdonck A.M. de Jong in zijn tekeningen optreden en A.M. de Jong op zijn beurt trachtte Van Raemdonck nogal eens in zijn tekst te verwerken (zie hieronder).

Op Lambiek.net vinden we wat meer uitleg, maar dan wel in het Engels, ondanks dat het een Nederlandse website is. “Like most European newspaper strips at the time, it was a text comic, with text captions underneath the images. Contrary to U.S. daily strips, which offered four or five panels, each ‘Bulletje en Boonestaak’ episode was two panels long. Underneath the first episode, the editor added the text “Uitknippen en bewaren” (“Cut out and keep”), almost as if he was aware how successful and historically important this series would become. The main heroes are two boys; Bulletje is short and somewhat chubby, Boonestaak is tall and wears a checkered cap. His name literally means “beanstalk” (and in later reprints it was changed according to the new Dutch spelling into “Bonestaak”). Bulletje and Boonestaak are best friends, but still squabble and fight constantly. In their very first adventure the kids run away from home as stowaways on the Herkules, the ship where Bulletje’s father is a coxswain and Boonestaak’s dad a sea captain. When they are discovered, they are allowed to stay on board and accompany the crew on the wide seas, visiting many countries. They set foot in London, New York City, California, Brazil and China. The boys meet real-life celebrities, like Hollywood western star Tom Mix, but also famous fictional characters, including Sinbad the Sailor.”
“Within a couple of years, ‘Bulletje en Boonestaak’ had a tremendous following among Het Volk’s readership. In 1931, the newspaper considered dropping ‘Bulletje en Boonestaak’ for financial reasons. Hundreds of readers protested against this decision and demanded the feature’s return. Even Willem Drees jr., the nine-year old son of politician and future Prime Minister Willem Drees, crawled in his pen to complain (in adulthood Drees jr. would write the foreword for the reprint editions of ‘Bulletje en Boonestaak’). After nine months of absence, Bulletje and Boonestaak made a triumphant return to the papers. The comic kept running for another six years, with the 4,428th episode closing the series on 17 November 1937. However, the ending was very abrupt. The two boys were still at sea and never returned to The Netherlands. But in the final panel, De Jong and Van Raemdonck did appear to say their loyal readers goodbye.”
“From 1923 onwards, several ‘Bulletje en Boonestaak’ stories became available in landscape-format books by the publisher Ontwikkeling in Amsterdam. In 1926, the publisher also began releasing hardcover portrait-shaped books. In the 1930s, the series was reprinted as pocket editions by De Arbeiderspers. After World War II, the landscape format returned in new Arbeiderspers editions, while in the 1960s and 1970s, the stories were even restyled into balloon comics, with a different lay-out. In later years, the ‘Bulletje en Boonestaak’ comics were reprinted in Het Vrije Volk (1947-1951) and – in color – in the radio guide VARA-Gids (1958-1965). Between 2001 and 2012, the publishing company Boumaar released the latest book editions of the series.”
Kjell Knudde
