Vandaag viert de Belgische saxofonist en dirigent Norbert Nozy zijn zeventigste verjaardag.
Eind 1994 werd er een CD uitgebracht van het Nieuw Vlaams Symfonie Orkest met daarop de Pastorale voor sopraansax en strijkers uit 1981 van Willy Carron. Deze CD is één van drie CD’s die René Gailly heeft uitgebracht n.a.v. het Adolphe Saxjaar. Driemaal is de solist Norbert Nozy, vooral gekend als dirigent van de muziekkapel van de gidsen, die overigens de twee andere CD’s voor hun rekening nemen.
Maar eerst dus aandacht voor de CD waarop het NVSO Belgische werken voor saxofoon speelt. Naast de (overigens mooie) Pastorale van Willy Carron is dat nog werk van André Waignein, Paul Gilson, Marcel Poot, Jean Absil en Peter Cabus. Opvallend is dat het hier allemaal werk voor altsax betreft. Ook zijn het meestal werken voor solist met strijkers, behalve de twee werken waarmee de CD sterk inzet, de Complainte et Caprice van Waignien uit 1989 en het tweede concerto van Gilson uit 1902. Dit laatste werk dateert uit wat historisch als het impressionisme wordt omschreven, maar zowel Carron als Waignein putten duidelijk ook uit dit vaatje, zij het veel minder pompeus. Absil en Poot zijn leerlingen van Gilson en dat kan men ook goed horen. Bij Absils “Fantaisie-Caprice” uit 1971 hoort men zelfs nog méér Debussy dan bij Gilson zelf. De ballade van Marcel Poot uit 1948 zit ook nog volop in die impressionistische sfeer, al klinken hier en daar al wat modernere elementen door. Beide werken werden opgedragen aan François Daneels, de vader van de moderne Belgische saxofoonschool en als dusdanig niet weg te denken op een dergelijke hulde-CD. Norbert Nozy heeft trouwens nog deel uitgemaakt van het door Daneels gestichte Belgisch Saxofoonkwartet.
De lijn wordt dan verder gezet met de “Facetten” uit 1974 van Peter Cabus, die bij Jean Absil studeerde, maar hier is de hedendaagse compositietechniek toch al iets duidelijker. De jonge Franse dirigent Fabrice Bollon heeft sedert hij het NVSO heeft overgenomen van Patrick Peire resoluut de kaart van de hedendaagse muziek getrokken (hij is een medewerker van Kagel) en men kan duidelijk horen dat het orkest daar althans op deze CD de vruchten van plukt.
Ook de tweede sax-CD bestaat voor de helft uit Belgisch werk, namelijk van Marcel De Jonghe en August Verbesselt, aangevuld met de Amerikaan Frank Erickson en de Fransman Roger Boutry. Maar deze keer is het dus de muziekkapel van de gidsen die voor de begeleiding instaat en dat zorgt voor een heel ander klankdecor. Dat begint al onmiddellijk met de bruuske inzet van het divertimento uit 1932 van Boutry en dat gaat verder met de concerti van De Jonghe en Verbesselt, die speciaal voor Norbert Nozy werden geschreven. Ze geven hem vooral de kans om zijn technische virtuositeit en grote muzikaliteit te tonen. Het concerto van de Amerikaan Erickson dateert uit 1959 en laat meer de fluwelen klank van het instrument tot zijn recht komen. Heel deze CD is bedoeld voor altsax en aangezien Norbert Nozy nogmaals de solist is, wordt het orkest geleid door niemand minder dan klarinetvirtuoos Walter Boeykens, die zich steeds meer op het dirigeren gaat toeleggen. En een CD waaraan uitsluitend blaasinstrumenten meewerken is in zo’n geval wel een kolfje naar de hand van Boeykens uiteraard. Betreurenswaardig is wel dat er iets mis is met het zetwerk voor het begeleidend boekje, zodat dit heel vervelend om lezen is.
Op de derde CD, gewijd aan de Belgische componist Franz Constant (1910-1996), neemt de saxofoon een meer bescheiden plaats in. Norbert Nozy is nogmaals solist op de fantasie voor altsax en harmonieorkest (voor die gelegenheid geleid door Jean Baily), voor de rest is hij de dirigent van de muziekkapel van de gidsen bij werk voor accordeon, voor piano en gewoon voor orkest. Toch hoort ook deze CD in dit rijtje thuis, want de fantasie voor altsax is oorspronkelijk gecomponeerd voor François Daneels, t.g.v. de 75ste verjaardag van het overlijden van Adolphe Sax. Constant is steeds een bewonderaar geweest van mensen als Bartok en Stravinsky en dat kan je op al deze composities goed horen. Wijst het concerto voor harmonieorkest vooral in de richting van Bartok, dan is in het pianoconcerto Stravinsky het meest nabij. Liefhebbers van deze componisten zullen dit zeker kunnen waarderen. Een concerto voor accordeon doet nog altijd wat vreemd aan en met een harmonieorkest als begeleiding komt het zeker een beetje artificieel over. Solist Frédéric Guérouet, die het werk in 1986 ook creëerde, heeft zich echter niets te verwijten. De CD’s kosten elk 600fr.
Ronny De Schepper
Referenties
Belgian works for saxophone – New Flemish Symphony Orchestra o.l.v. Fabrice Bollon – solist: Norbert Nozy (****)
Concertos for alto saxophone and symphonic band – Symphonic Band of the Belgian Guides o.l.v. Walter Boeykens – solist: Norbert Nozy (***)
Franz Constant: works for accordion, alto saxophone, piano and symphonic band – Symphonic Band of the Belgian Guides o.l.v. Norbert Nozy en Jean Baily – solisten: Frédéric Guérouet, Norbert Nozy en Jean-Claude Vanden Eynden (***)
Ronny De Schepper, Driemaal Norbert Nozy en zijn sax, Het Laatste Nieuws 31 december 1994