Haal je beste kanon boven en bimbam de klokken! Vandaag is het precies 140 jaar geleden dat de fameuze “Ouverture 1812” van de Russische componist Peter Tsjaikovski in première ging.
De “ouverture 1812” schreef hij eigenlijk in 1880. Aanleiding was de inwijding van de Moskouse Christus Verlosserkathedraal, die was gebouwd ter herinnering aan de Russische overwinning op het leger van Napoleon in 1812. Het stuk ging op 20 augustus 1882 in die kerk in première onder leiding van Ippolit Altani.
De ouverture is typische programmamuziek, die de krijgsverwikkelingen van 1812 wil uitbeelden. Na een plechtige opening met een kerkelijke hymne die door de celli wordt ingezet, worden de Marseillaise en het toenmalige Russische volkslied God, behoed de tsaar! met elkaar geconfronteerd. Een van de redenen dat het stuk beroemd is geworden is het gebruik van carillon en kanonschoten als begeleiding van de tsarenhymne in de finale.
Het werk is sinds zijn première zeer geliefd gebleven en geldt als een van de bekendste van de componist. Zelf was hij er maar matig enthousiast over: hij verklaarde het opdrachtwerk luidruchtig te vinden en het ‘zonder liefde’ te hebben gecomponeerd. Frédéric Devreese vindt het echter toch “zeer keurig en met smaak gedaan” en Mich Verbelen gebruikt enkele maten eruit om de live-versie van “Zij houdt van vrijen” (op “Kamiel in België”) ermee af te sluiten.
Voor mijzelf was het – als ik me goed herinner – mijn derde klassieke elpee die ik me heb aangeschaft (na Tsjaikovski’s eerste pianoconcerto en Mozarts 21ste, beter gekend als de “soundtrack” van de Zweedse film “Elvira Madigan” van Bo Widerberg) en uiteraard in de versie van Herbert von Karajan. Onlangs heb ik deze versie nog opgezocht op Spotify, omdat – als het op bombast aankomt – je je toch maar beter tot Karajan kunt wenden.
Door in de auto een cassette af te spelen met die opname heb ik jaren later geprobeerd mijn kinderen tot de klassieke muziek te verleiden, toen we aan de voet van de leeuw van Waterloo stonden (er is een verband, maar het zou een beetje te veel plaats innemen om dat te gaan uitleggen) en ik moet zeggen dat deze poging – althans wat de Ouverture zelf betreft – geslaagd was.
Heel wat anders dus dan enkele jaren eerder, toen ik het werk zowaar met “Whole lotta love” van Led Zeppelin heb vergeleken voor mijn examen Engelse verhandeling in de eerste kandidatuur: “In Whole lotta love Robert Plant cries desperately for love in all the noise, symbolizing the modern world. Again, this has a social impact: it is a feature of the mentally shocked youths, who were born after Hiroshima and who can’t find a place to live in this over-civilized, materialized world.”
Als ik “Whole lotta love” nù hoor, weet ik niet waar ik met mijn gedachten zat in die tijd. “A cry for love”? A cry van ’t klaarkomen, ja!
Ronny De Schepper