De Amerikaanse filmacteur Jack Nicholson viert vandaag zijn 85ste verjaardag.
Jack Nicholson groeide op in een quasi-uitsluitend vrouwelijke omgeving. Slechts in 1974, toen hij reeds een succesvol acteur was, hoorde hij dat zijn “zus” eigenlijk zijn moeder was en diegene die hij heel de tijd voor zijn moeder had gehouden bijgevolg zijn grootmoeder. Beiden waren ondertussen overleden en geen van hen had hem daarover ingelicht. Het was een journalist die erachter gekomen was n.a.v. de film “Chinatown” die hij destijds draaide.
Maar dat was dus lang na de tijd dat hij gedebuteerd was in films van Roger Corman en doorgebroken met “Easy rider”. In 1970 torstte hij een film op z’n eentje. De titel “Five easy pieces” slaat op vijf gemakkelijke stukjes van Chopin, waarvan hij er overigens slechts één speelt in de film, want Nicholson speelt hierin de gewezen concertpianist Robert Eroica Dupea, die zijn burgerlijke Eastcoast-familie is ontvlucht om zich in het zuiden als handarbeider te vestigen. Daar leeft hij samen met een gediplomeerde bimbo, Rayette Dipesto (gespeeld door Karen Black), die hele dagen liedjes van Tammy Wynette speelt en die hij eigenlijk niet kan uitstaan. Als hij van zijn zus Partita (Lois Smith) verneemt dat zijn vader zwaar ziek is, keert hij even terug naar huis, waar hij Catherine Van Oost (Susan Anspach), het lief van zijn broer Carl Fidelio (Ralph Waite) binnendoet, maar ook zij is niet wat hij zoekt. Enfin, eigenlijk zoekt hij niets, zegt hij in een sleutelscène tegen zijn verlamde vader (die niet kan antwoorden), hij is gewoon altijd onderweg naar nergens. Vandaar dat de Nederlandse titel “Een man die zichzelf zoekt” wel beter is dan “Five easy pieces” maar toch niet helemaal juist. Dat wordt ook onderlijnd door het slotbeeld, als hij uiteindelijk toch Rayette achterlaat gewoon door in een voorbijrijdende truck te stappen. Toch is het niet duidelijk waar regisseur Bob Rafelson nu naartoe wou en helemààl onbegrijpelijk is dat dit als één van de beste films aller tijden wordt beschouwd.
Jack Nicholson werkte in 1995 voor het eerst sinds “Five Easy Pieces” weer eens samen met scenariste Carol Eastman en regisseur Bob Rafelson in “Man Trouble”. Het is echter een ramp geworden, zodanig dat men zich genoodzaakt zag een rel te creëren opdat de film toch enige aandacht zou krijgen in de media. Aangezien het verhaal gaat over een (nogal domme) sopraan (ik zoek nog altijd naar de échte sopraan die de stem voor Ellen Barkin leverde) die een beroep doet op een hondenafrichter om zich te beschermen tegen een seriemoordenaar (?) of gewoon een afgewezen minnaar, werd er een affiche gemaakt, waarop Ellen Barkin aan de leiband wordt uitgelaten door Jack Nicholson. En de feministen trapten natuurlijk regelrecht in de val, zodat de film nu zeker dubbel zoveel toeschouwers kreeg dan hij verdiende!
Ondertussen is Jack Nicholson zelf nog steeds actief als versierder. Hij is aan zijn derde huwelijk toe (met actrice Rebecca Broussard, na twee andere huwelijken, eveneens met actrices, namelijk Sandra Knight en Anjelica Huston), maar dat belette hem niet het dienstmeisje zwanger te maken. Een heel dure ring moest zijn echtgenote sussen.
Nog in 1995 bracht Sean Penn “The crossing guard” uit, waarin Jack Nicholson wil afrekenen met een dronken chauffeur die zijn dochtertje doodreed. Met verder David Morse, Anjelica Huston, Robin Wright, John Savage en Priscilla Barnes.
Daarna speelde Jack Nicholson de titelrol in “Hoffa”, terwijl Kevin Anderson de rol vertolkt van diens hevigste tegenstander, Robert Kennedy. David Mamet schreef het scenario van deze 45 miljoen dollar productie over de vakbondsleider van de vrachtwagenchauffeurs, wiens lijk nooit werd weergevonden. De film over deze vakbondsleider (in de Amerikaanse betekenis van het woord, dus dat betekent eerder maffia-connecties dan “links”) lijkt echter eerder op een heiligenleven dan op een kritische benadering.
In 2001 werkte Nicholson opnieuw samen met Sean Penn voor “The pledge” uit 2001. De film begint eigenlijk vrij conventioneel met een detective die met pensioen gaat (Jack Nicholson uiteraard) en die nog op zijn afscheidsfeestje weggeroepen wordt voor een moordzaak. Aangezien het om een kind gaat, belooft hij de ouders plechtig (the pledge!) om ervoor te zorgen dat de dader zijn straf niet zal ontlopen. Dat gebeurt al heel vlug als zijn opvolger een debiele indiaan de moord kan doen bekennen, die om het geheel af te ronden ook nog zelfmoord pleegt. Volgens Nicholson is er echter iets niet pluis en hij bijt zich in de zaak vast om de échte moordenaar te vatten, vooraleer die opnieuw zal toeslaan. En van dan af wordt de film wel origineel. Maar om het kijkplezier niet te bederven kan ik natuurlijk zeggen in welke zin. Verwacht u wel aan een totaal onverwacht en on-Hollywoodiaans einde…
In 2002 kreeg Jack Nicholson een golden globe voor de titelrol in “About Schmidt” van Alexander Payne (*). When Jack Nicholson received the Golden Globe for Best Actor in a Drama, he commented afterward: “I’m a little surprised. I thought we had made a comedy.” Warren Schmidt is een pas gepensioneerde van 66 jaar (ongeveer de leeftijd van Nicholson zelf dus op dat moment) die nadenkt over de zin van zijn leven, zeker wanneer zijn vrouw kort na zijn pensionering plotseling overlijdt. Die overwegingen zet hij op papier voor zijn foster parent kindje van zes jaar, een beetje een irreëel gegeven dus, waarvoor je bereid moet zijn om daarin mee te stappen. Maar het merkwaardigst vind ik nog dat het kind op het einde van de film “antwoordt” met een tekening die Schmidt tot tranen toe ontroert. De suggestie is dus dat zijn bekommernis om zo’n foster parent kindje zijn leven heeft zin gegeven. Misschien is het gewoon de bedoeling om op die manier reclame te maken voor het foster parents’ plan (the production crew created a lifetime Endowed Scholarship for the real-life Ndugu, Abdallah Mtulu, through the real Childreach Organization), want anders lijkt dit mij een variante op de verkeerde stelling van het godsbewijs: waarom leven wij? Omdat God ons heeft geschapen. Maar als dat zo zou zijn, wie heeft dan God geschapen? Met andere woorden, men verlegt gewoon de vraag. Zo ook bij Schmidt: als zijn leven enkel maar zin heeft omdat hij er iemand anders door in leven houdt, heeft het leven van die persoon (in dit geval dus het foster parent kindje) dan wel zin?
Een jaar later was er “Something’s gotta give” van Nancy Meyers. The title of the movie is from a 1954 song written by Johnny Mercer, namesake of Julian Mercer (Keanu Reeves). In this movie, Jack Nicholson plays a notorious bachelor, who always “escaped the noose”, while Diane Keaton plays a divorcée. In real-life, it’s the other way around: Nicholson is a divorcée, while Keaton is a bachelorette. Nancy Meyers wrote the roles of Erica and Harry specifically for Diane Keaton and Jack Nicholson.
In 2007 was er het ontroerende “The Bucket List” van Rob Reiner, waarin twee kankerpatiënten (Morgan Freeman en Jack Nicholson) een “bucket list” (**) afwerken vooraleer te sterven. Er wordt op een enorm hoog peil geacteerd (vooral door Freeman moet ik toegeven), maar het is wel jammer dat Rob Reiner (of eigenlijk scenarist Justin Zackham) er typische Hollywood-kloterijen in heeft gestoken. Zo krijgt de gelovige Freeman veel meer kansen dan de atheïst Jack Nicholson (nochtans is Freeman in de realiteit ook een agnosticus). Jack Nicholson’s own experience in the hospital, just prior to filming, inspired some of the dialogue and acting for the movie. For example, the mirrored glasses seen in the movie were not originally in the script, but Nicholson, who obtained them while in the hospital, brought them to the set. Director Rob Reiner decided to include them in the film.
In 2010 “How do you know” was the final film for both Jack Nicholson and director James L. Brooks. Nicholson retired from acting following the film’s release while Brooks chose to devote all of his efforts to The Simpsons. The film was one of the lesser known “big box-office bombs of all time”: the budget spiraled up to $120 million due to high salary demands of its principal cast and director (around $50 million).
Ronny De Schepper
(*) Once the filmmakers bought the rights to the Louis Begley novel, they kept the title and the main character, but changed just about everything else. Director Alexander Payne said the screenplay was a hybrid of the Begley novel and his own original screenplay, “The Coward”, which he wrote while a student at U.C.L.A. The title, main character, and overall plot and theme were kept from “About Schmidt”, while “The Coward” was a story about a closed-minded man having a spiritual awakening as he closes in on the end of his life. Alexander Payne didn’t meet Louis Begley until the movie’s premiere. When asked about the movie, Begley said he enjoyed it, and thought it kept the spirit of the novel alive. Two sequels to the novel “About Schmidt” were written by Begley: “Schmidt Delivered” and “Schmidt Steps Back”. Writer and director Alexander Payne, who has the movie rights to the series, has declined to produce either, as he avoids making sequels of his work. He took a similar stance on Sideways (2004), where he declined to produce either of the sequel novels written by Rex Pickett. (IMDb)
(**) Volgens de IMDb zou de film aan de oorsprong liggen van de populaire verspreiding van de uitdrukking. (When a person dies or “kicks the bucket”, he might have a “list” including a number of experiences or achievements that a person hopes to have or accomplish before death.)