De Gentse cineast Julien Vandevelde viert vandaag zijn tachtigste verjaardag… (foto YouTube)
In het kader van het project “Keizer Karel 1500 ‑ 2000” organiseerde het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst van 1 april tot 30 juni 2000 de tentoonstelling ‘OVER THE EDGES ‑ de hoeken van Gent’, waaraan een vijftigtal internationale kunstenaars deelnamen met een beeldententoonstelling in het centrum van de stad. Film‑Plateau (in de PaddenHOEK) stelde tijdens de weekenddagen zijn zaal ter beschikking voor het videoproject “Once upon a time in the Western” van de deelnemende Griekse kunstenaar Dimitris Kozaris en het is een mooie samenloop van omstandigheden dat de film die Julien Vandevelde over deze tentoonstelling gemaakt heeft uitgerekend in deze zaal tijdens het Viewpointfestival in première ging op zaterdag 3 maart 2001 .
Na ‘DE OPENING (Een Portret van Jan Hoet)’ was dit de tweede film die Julien Vandevelde realiseerde in samenwerking met het S.M.A.K. Het succes van zijn vorige film zette de coördinatoren van de tentoonstelling, Jojanneke Gijsen en Philippe Van Cauteren, er toe aan de realisator te vragen de werkzaamheden van de artiesten en de opbouw van hun werk te volgen.
Maar Julien Vandevelde vond dat gegeven alleen niet boeiend genoeg en daarom draaide hij een eigen luik met het bezoekend publiek waarin hij tijdens hun wandeltocht door de stad peilde naar hun engagement of kritiek. Zo werd het niet alleen een film over befaamde kunstenaars maar ook over illustere onbekenden die de filmer toevallig op zijn weg ontmoette.
Iedereen herinnert zich nog wel de commotie rond deze tentoonstelling maar ook het grandioze succes die ze boekte. Dit project zette de stad als het ware op stelten en al deze aspecten kon Julien Vandevelde in zijn film weergeven. Uit het meer dan 30 uur durende opnamemateriaal werd een document van ongeveer één uur gemonteerd. Julien Vandevelde draaide de film in zijn eigen directe stijl zonder esthetische franje maar zeer improvisatorisch waardoor het contact met zijn onderwerp zeer frappant maar spontaan wordt.
Door de korte behandeling van de vele facetten van dit evenement werd het ook een vinnige en bijwijlen grappige film. De film eindigt met een bijzonder ontroerende epiloog waarin de filmmaker een saluut brengt aan alle pasgeborenen tijdens de tentoonstelling en aan de kunstenaar Alberto Garutti.
Niet lang daarvoor werd ik, toen ik Carl De Keyzer over zijn Keizer Karelproject interviewde, door deze Vandevelde gefilmd. Toen ik dit merkte, ontstak ik in een Spaanse koleire. Ik heb nooit kunnen nagaan of ik desondanks (of misschien juist daarom) toch in zijn film ben beland.
Ronny De Schepper