’t Is Krokusvakantie en dan denken we nu zowel als 25 jaar geleden op de eerste plaats aan de kinderen! Dat deed ook het poppentheater ’t Spelleke van de Folklore in het Museum voor Volkskunde (Kraanlei), want er is een extra voorstelling voorzien van het geestige « De Geestige Geest ». Dus niet alleen vandaag om 14.30 uur en zaterdag om 15 uur, zoals gewoonlijk, maar ook nog eens morgen, eveneens om 14.30 uur Kinderen betalen 50 fr. en grote kinderen, ook wel eens volwassenen genoemd, 80 fr. Maar allemaal even hard roepen als Pierke (*) opkomt, hé! * Aan diegenen die daarentegen hoegenaamd geen kinderen meer willen worden genoemd, maar die toch nog meeprofiteren van de schoolvakantie, kortom de opgeschoten jongeren, die ons elke dag verblijden als we de tram of de bus nemen, aan hen is ook gedacht. In de Concertzaal van Vooruit is er om 20 uur een optreden van de groep Tool en daarna kunnen ze allemaal terecht in de Democrazy, waar Scorpio een gitaarfuif geeft. Give buzze! (DSRG)

(*) De stangpop Pierke (soms ‘Den Bakker’) was/is hét hoofdfiguurtje en de populaire held in Gents traditioneel poppen(spel)theater. Hij heeft zijn lijflied dat het publiek zong om hem op de scène te roepen: “Ien, twie, drei,vier… Pier es ier. Ien twie drei vier, Pierke die es ier.” Het Gentse Pierke is ontegensprekelijk een afstammeling van één van de bekendste knechten (zani) uit de Italiaanse Commedia dell’Arte. De gebochelde Pulchinella is de stamvader van heel wat Europese poppenspelfiguren (Mister Punch, Jan Klaassen, Kasper, Vitez Laslo, Petroucka…).Het kostuum van Pierke lijkt eerder op dat van Pedrolino, ook een bakkers(knecht) in de Commedia. Zijn vrienden zijn: Karelke (den ‘teutelende’, stotterende bultenaar à la Punch en consoorten) en Louis (den slome lapkesdief), een volkse herinterpretatie van het Arlecchino-figuur. Het vermoeden is dan ook erg groot dat de spellekes in Gent ontstaan zijn na (een) optreden(s) van Commedia-artiesten, die – met een ambulant, dus op kleinere schaal gereconstrueerd Italiaans poppentheater – als huurlingen meetrokken met bezettende legers vóór de negentiende eeuw. De grote bloeiperiode van het Gentse poppenspel is evenwel aan het einde van de negentiende en in het begin van de 20ste eeuw. Op dat moment waren er in Gent meer dan zestig spellekes actief. De komst van priester Joris Van den Broucke op de Muide zorgde voor een ware remonte en hij richtte meerdere spellekes op in de patronages van verschillende parochies. Het Pierke van het Spelleke van de Muide, dat overging in ‘t Spelleke van (de) Folklore met Gustaaf (Gustje) De Puydt werden trendsetters  in het volkse cultureel erfgoed. De kleine vertolker met zijn natuurlijke hoge, lijzige stem en ooit het legendarische “Weeuwke van de Muide” in de gelijknamige operette, beweerde lange tijd dat hij Pierke zijn typische falset-stem gaf. Vergelijkingen met de commedia bewijzen bijna met zekerheid dat Pierke zijn kopstem eveneens van daar afkomstig is. De stem van Pulchinella wordt door diverse Europese epigonen geproduceerd door het gebruik van een ‘swazzle’ of ‘pivotte”, een klein instrumentje dat in het verhemelte van de mondholte wordt geplaatst om de menselijke stem te vervormen en vooral te vervrouwelijken. In 1986 kreeg Pierke – niet zonder protest van de traditionele Pierkesspelers voor kinderen – de achternaam Pierlala. Hiermee poogden Freek Neirynck en Luk De Bruyker hun Pierke, dat eerder een zacht anarchistische stand up comedian avant la lettre was terug naar zijn roots te brengen en duidelijk te onderscheiden van de andere Pierkes. Pierke Pierlala vond enige jaren later onderdak in ’t Spelleke van Drei Kluite en speelt uitsluitend voor volwassenen. Pierke Pierlala-speler Luk De Bruyker verschijnt soms ook in acteurskostuum zoals ook ten tijde van de Commedia dell’Arte gebeurde. De commedia-figuren bestonden zowel in acteurs- als in poppenformaat maar traden niet samen op. In de eenentwintigste eeuw was Pierke nog bijna wekelijks actief in een vijftal poppentheaters waaronder Poppentheater Magie, Pedrolino, ’t Spelleke van de Folklore en Poppentoneel Festival… Licentiaat Kunstgeschiedenis Lode Hoste schreef een standaardwerk rond het Gentse figurentheater (term uit de tweede helft van de twintigste eeuw vanuit het Duits geïmporteerd): “Gent Poppenspelstad”. De Gensche Sooseteit koos vroeger (twee)jaarlijks een Klein Pierke uit kinderen die getest worden op hun kennis van Gent, het Gents en het practiseren van de Gentse volksmuziek, maar de laatste jaren is dit problematisch geworden.

Freek Neirynck

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.