Het zal morgen al vijf jaar geleden zijn dat Roger Walkowiak is overleden. Hij was na de dood van Ferdi Kübler de oudste nog levende Tourwinnaar, waardoor ik een antwoord kreeg op mijn vraag die ik bij de dood van Ferdi heb gesteld. Maar nu “Walko” dus ook dood is, ben ik wel verplicht die vraag opnieuw te stellen…

Ik zou bijna durven zeggen dat Walkowiak mijn favoriete Tourwinnaar is. Dat behoeft natuurlijk enige uitleg aangezien deze Poolse Fransman zowat de enige naoorlogse Tourwinnaar moet zijn die geen belletje doet rinkelen bij het grote publiek. En niet ten onrechte. Buiten die Tourzege heeft Walkowiak geen platte prijs gereden (*). Zijn dichtste plaats in de Tour (buiten die eindzege uiteraard) was zelfs slechts… 47ste in 1953. Hoe is zoiets mogelijk? Tom Vandenbussche doet het verhaal op de Wielersite:
“De Tour 1956, de Tour van de eendagsvlieg, de Tour van de verrassing. Op het laatste moment werd een plaatsje ingeriumd voor Roger Walkowiak, een bescheiden Franse renner van Poolse origine, in de ploeg van de Franse regio Noord-Oost-Centrum, omdat een ploegmaat van hem op het laatste nog was opgeroepen voor de nationale Franse ploeg.
Roger Walkowiak had in 1951 zijn debuut gemaakt in de Tour. Een kleine coureur was hij, getuige zijn 57e plaats in het eindklassement. In 1953 eindigde hij als 47e, in 1955 haalde hij Parijs niet.
Voor de ronde van 1956 waren Charly Gaul, Stan Ockers, Gastone Nencini en Jean Brankart de favorieten. Niemand dacht aan Roger Walkowiak. Zo kon hij als het ware meesluipen in vluchtgroepen, die vooral in Bretagne veel vrijheid kregen. De kopmannen in het peloton hadden immers enkel oog voor elkaar. Verschillende keren sloot Walkowiak tijdig aan bij vluchtgroepen. Hij werd, na een winst van bijna twintig minuten in de etappe Lorient-Angers, zelfs geletruidrager.
De favorieten maakten zich weinig zorgen. In de Alpen zou Walkowiak immers grote achterstand oplopen. De gele trui gaf hem echter vleugels. Zo kon het gebeuren dat Walkowiak, na een offensief van Charly Gaul in de Alpen, in Grenoble opnieuw de gele trui veroverde, die hij eerder aan Gerrit Voorting, André Darrigade, Jan Adriaensens en Wout Wagtmans had moeten afstaan. Er waren nog slechts vier etappes te rijden en bij de gedachte aan deze ‘ondermaatse’ winnaar liepen Tourdirecteur Jacques Goddet de rillingen over het lijf.
Toen Walkowiak, die zich in de tijdrit in Lyon niet eens bij de tien besten geplaatst had en geen enkele etappe op zijn naam schreef, in het Parc des Princes ten slotte inderdaad zijn ereronde reed, schreef Jacques Goddet in zijn sportblad L’Equipe: ‘…het applaus van de toeschouwers klonk als een klaaglied…’
Nooit heeft Roger Walkowiak zijn opzienbarende zege kunnen bevestigen. In 1960 verdween hij geruisloos uit het peloton. Een jaar later vroeg hij weer een licentie aan als amateur. In 1962 stopte hij definitief met wielrennen, wegens een schedelbasisfractuur, opgelopen in Corrèze.
Meestal heerst in de Tour de wet van de jungle waarin de sterksten regeren. Heel zelden is er ook een plaatsje onder de zon voor een kleine man. Voor een gregario, een domestique, een knecht, een Roger Walkowiak.”
Walkowiak werd dus vaak verplicht zijn verhaal te doen. Dat ging hem op de duur zo ter harte dat ik hem bij Jean-Paul Ollivier weten wenen heb: “Ik kan er toch ook niet aan doen dat ik gewonnen heb!”

Ronny De Schepper

(*) Akkoord, hij was ook tweede in de Dauphiné Libéré in 1955 en in Parijs-Nice 1953.

3 gedachtes over “Roger Walkowiak (1927-2017)

Geef een reactie op De Ryck Luc Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.