Op zaterdag 14 september 1996 had de jaarlijkse Happening van het Festival van Vlaanderen plaats in Gent op een zestal locaties rond het Sint-Baafsplein: het Conservatorium, het NTG, de Sint-Baafskathedraal, het Bisschopshuis, de Pacificatiezaal van het Stadhuis en de Lakenhalle. Om deze zalen (en de cultuurmarkt) met elkaar te verbinden werkte men opnieuw met rode lopers.
Zoals gewoonlijk stond het namiddagprogramma in het teken van de confrontatie tussen wereldmuziek en klassieke muziek met dit jaar als thema “hoop en ballingschap”. Dat werd vooral verklankt in het Bisschopshuis waar de groep van Médard Ntamaganya uit Ruanda optrad. Maar ook in de Sint-Baafskathedraal, waar de familie Kamkar klassieke Iraanse muziek in de Koerdische variant bracht. Hier wisselde men wel af met het Hilliard Ensemble, dat werk zong van Tallis, Byrd, Ferrabosco en Godric.
In de Pacificatiezaal speelde het Turner Kwartet Mendelssohn en Beethoven, afgewisseld met een oude bekende, namelijk Jivan Gasparyan met zijn duduk (een soort van hobo uit Armenië). Dit werd vorig jaar over het algemeen als het hoogtepunt ervaren en, jawel hoor, de Britse Karen, die in Brussel woont, is hiervoor opnieuw op post. Ze was trouwens over het algemeen uiterst tevreden over de vorige editie.
Aan de ingang kregen we vanwege de Vlaamse Gemeenschap een tasje overhandigd dat misschien wel handig is tegen gauwdieven. Bij navraag blijken zich op dat vlak echter nog nooit moeilijkheden te hebben voorgedaan en de mannen in de Rode Kruispost zitten er ook werkeloos bij. Love and peace dus.
In het Conservatorium speelde Michaïl Rudy (piano) werk van Beethoven, Schubert, Szymanowsky en Stravinski, afgewisseld met Rancapino die flamenco bracht. De happening werd trouwens geopend door een zigeunergroep uit Rajasthan (NW-Indië), waarbij de meisjes met erotische bewegingen, die enerzijds aan buikdans en anderzijds aan flamenco herinnerden, bewezen dat er wel degelijk een link is tussen deze beide culturen. Het werd nog merkwaardiger aangezien er zich ook een mannelijk individu tussen bevond die in een roze jurk (!) ook dergelijke vrouwelijke bewegingen maakte (foto).
Bij de toeschouwers ook Willem Vermandere, die speciaal voor de dudukspeler was gekomen, maar voor de rest erg verheugd was om hier kennis te kunnen maken met al deze diverse culturen. “Het gekke is dat je dat hier wellicht beter kan dan ginder ter plaatse,” voegde hij eraan toe met een verwijzing naar het ballingschapthema van het Festival. De Gentse saxofonist Wim Neyrinck had een twintigtal leerlingen uit zijn school in Wetteren meegebracht. De meesten waren hier voor de eerste keer. Thomas was er vooral op uit kennis te maken met een verscheidenheid van muziekstijlen, omdat hij heeft gehoord dat de sfeer hier zo goed is. De eveneens 17-jarige Christophe is een heavy metal-fan, die ’s avonds trouwens nog naar een concert van Metallica moest. Als ik hem twee uur later toevallig opnieuw tegen het lijf loop, is hij erg enthousiast. “Niet dat ik nu meteen die CD’s zou kopen, maar het is wel interessant om dit allemaal eens live mee te maken.” Vooral de Koerdische groep Kamkar is hem meegevallen, de Ruandese muziek minder. Dat is ook het geval voor de 21-jarige Nele uit Gontrode, die een vrijkaart heeft gekregen, “want anders zou ik hier niet zijn, 600 fr. vind ik te duur.” Toch zijn er op dat moment zo’n 2.700 kaarten de deur uit, dat zijn er 2.000 meer dan vorig jaar. Toen had men 2.500 als een maximum gesteld (en dat bleek nodig te zijn), nu waren er door de toevoeging van de Pacificatiezaal 3.000 beschikbaar, maar die zijn niet allemaal verkocht. Dat is niet erg, want de bezettingsgraad van de zalen was zeer goed, zonder dat er zich deze keer opstoppingen voordeden. Er dient wel opgemerkt dat jongeren 50% korting krijgen.
De Internet-sessie in de crypte van het stadhuis ging niet door wegens technische problemen, maar als ik daar was, kreeg ik te horen dat minister-president Luc Van den Brande de voorkeur heeft gegeven aan het Festival van Vlaanderen boven het bijwonen van de officiële Waalse Feestdag (wat tot politieke commentaren zou aanleiding geven) en inderdaad, even later zie ik hem in gezelschap van burgemeester Frank Beke en slechts twee bescheiden bodyguards het Sint-Baafsplein opstappen. Wat een verschil met het openingsconcert de avond daarvoor in Brussel, toen omwille van zijn aanwezigheid de omgeving van het Paleis voor Schone Kunsten wel een belegerde vesting leek!
Na een bezoek aan de VIP-bar in de prachtig gerestaureerde Griffioen, spoedde het gezelschap zich naar het NTG waar prof.I Made Bandem met zijn groep Balinese gamelan brengt. Bij de ingang vroeg een meisje aan de minister-president of hij wel een ticket bij zich had. Hilariteit. Van den Brande redde zich uit de situatie door te zeggen dat ze haar werk zeer goed deed.
De mooie Javaanse meisjes ontlokken bewonderende commentaren van de toeschouwers, maar ik zat te ver van de minister-president om te horen wat hij ervan vindt. Jacqueline uit Wetteren is minder tevreden. Zij vindt dit eerder theater dan muziek. Toch is zij enthousiast over het initiatief. Alhoewel ze diezelfde avond het concert van Simon Rattle zal bijwonen, geeft ze in de namiddag de voorkeur aan wereldmuziek omdat ze deze kans wil aan grijpen. Ook zij beklemtoont nogmaals het voordeel van een open geest. Haar zoon speelt b.v. zowel klassieke als elektrische gitaar.
In het NTG speelde ook The New London Consort onder leiding van Philip Pickett die met het programma “Flemings abroad” aandacht had voor de Vlaamse polyfonisten die carrière hebben gemaakt in Italië. Terug naar het conservatorium waar ik eerst een pijl volg die naar “ingangsex” wijst, maar als dit de merkwaardige afkorting voor “ingangsexamens” blijkt te zijn, keer ik op mijn stappen terug om in de cafetaria over een bont gezelschap te struikelen dat gezellig zit te tafelen. Ik vraag aan Monique, de legendarische koffiemadam van het conservatorium, of ze voor al deze verschillende nationaliteiten ook diverse gerechten heeft klaargemaakt, maar het blijkt dat ze allemaal op een traditionele koude schotel worden getracteerd, die de meesten wel blijken te appreciëren.
Het meest opmerkelijk was echter de Lakenhalle waar La Chimuchina Precolumbiaanse muziek uit Chili ten gehore bracht in een totaal verduisterde omgeving. Ik klamp iemand aan om naar zijn indrukken te informeren en het blijkt zowaar Joos Claus van de Gele Zaal te zijn. Over het algemeen is hij uiteraard erg tevreden, aangezien de organisatie voor wat de wereldmuziek aangaat meestal een beroep doet op zijn eigen medewerker Tony Vandereecken. Deze trancemuziek is hem echter minder bevallen. Volgens hem wordt hiermee toegegeven aan de New Age-trend.
Wie ook in hogere sferen vertoeft, is een acrobatische steltenloper uit Togo, die voor nogal wat sensatie zorgt op het Sint-Baafsplein door een jongetje uit het publiek boven de hoofden op te tillen en ook door een afsluitende stunt op één stelt. Hij werd daarbij begeleid door de halfnaakte muzikanten van de groep Amlima die tegen de avond toch maar een T-shirt van de organisatie aantrokken. Zo leidden zij het publiek (waaronder ook de leden van The New London Consort) naar het Braunplein, waar de Samulnori Drummers offergaven brachten opdat het toch maar droog zou blijven. Ze werden hiervoor bijgestaan door de heer De Groote van Proximus (die op boegeroep kon rekenen), Jef Geeraerts en “de oude heer Briers” (sic). Toen er een oproep werd gedaan of ook iemand uit het publiek de offergaven wou zegenen, was niemand zo gek. Ook Lieven Tavernier of Paul Rans niet.
Het uitdelen van het “gewijd” brood had vooral bij de kinderen veel succes. Toen dan uiteindelijk toch de eerste druppels begonnen te vallen (zou het vuurwerk hiermee iets te maken hebben?), spoedden de meesten zich naar de Baudelokapel, waar tot in de vroege uurtjes nog een Fiesta Mundial plaatsvond met Abdul Tee-Jay uit Sierra Leone met zijn groep Rokoto.
Referentie
Ronny De Schepper, Festival van Vlaanderen rolt de rode loper uit, Het Laatste Nieuws 16 september 1996