Gepensioneerd journalist Piet Teigeler begon zijn reeks rond het speurdersduo John Carpentier & Leo Dewit met “Een dode op Sint-Anneke” (1995). Daarna volgden nog “De koningin van de Vogelenmarkt is dood!” (1996), “Elvis dood in Deurne” (1997), “Drie dode meesters” (1998), “Een geur van God” (1999), “De Zwarte Dood” (2000), “Karoshi” (2001) en “Dodenakker” (2003).
“De Zwarte Dood” werd bekroond met de Hercule Poirot-prijs als beste Vlaamse misdaadroman. De titel “Karoshi” verwijst naar overwerkte Japanners die doodvallen op de werkvloer maar heeft -zoals het zo vaak gaat (zie ook bij Pieter Aspe b.v.) – verder niet veel om niet te zeggen niets te maken met het eigenlijke verhaal.
Carpentier is een wat oudere nukkige commissaris die een beetje aan Maigret doet denken. Dewit, zijn beter opgeleide en jongere collega, heeft zijn roots in Nederland. De vrouw van Carpentier speelt viool in het orkest van de Vlaamse Opera, de vrouw van Dewit runt een kleine keten kapperszaken. Nu eens draait de plot rond het zwarte verleden van de personages, dan weer om de Antwerpse maffia of het oprukkende Vlaams Blok. Maar altijd stopt Teigeler een familieverhaal in zijn politieromans.
Een mooi tussendoortje was het zeer originele “Het dwaalspoor” (2002), een soort vervolg op de laatste roman van Willem Elsschot, “Het dwaallicht”. Teigeler vroeg zich af of Laarmans wel degelijk naar huis ging nadat hij met drie Afghaanse zeelui naar Maria Van Dam had gezocht.
Het is wel vervelend dat de boeken van Teigeler worden ontsierd door taalfouten. Vroeger zou ik die allemaal opgesomd hebben en de auteur streng berispt, maar ik vrees dat dit mijn populariteit niet erg ten goede komt. Er is echter één fout die ik onmogelijk aan mij voorbij kan laten gaan: een “oe” is – ondanks de twee verschillende lettertekens – géén tweeklank, mijnheer Teigeler (Karoshi, p.74)!
Piet Teigeler reageerde hier op 10 januari 2008 met: “Waarde heer De Schepper, Bedankt voor uw vermelding van Het Dwaalspoor maar ik ben geen ‘in Antwerpen gevestigde Nederlander’. Ik ben in ’t Stad geboren en groeide op boven het ‘Café du Robinet’ van mijn grootouders. Het standbeeld van Elsschot staat nu op die plek. Beste groeten, Piet Teigeler”
Mijn antwoord: “Ik heb die omschrijving niet teruggevonden in mijn tekst, tenzij over het romanpersonage Dewit. Toch bedankt voor de leuke reactie.”
Ronny De Schepper