150 jaar geleden werd een gedicht geschreven dat ook vandaag nog voor miljoenen mensen méér is dan alleen een tekst. Nadat er muziek op werd gezet, werd de Internationale voor vriend en vijand het symbool van de verdrukten in opstand, van de arbeidersklasse die haar rechten opeist. De Internationale, ontegensprekelijk het meest gezongen lied in alle talen van de wereld, was het werk van Eugène Pottier, voor de tekst, en van Pierre De Geyter, voor de muziek. Als Vlamingen graag enige bijzondere aandacht voor De Geyter die de tekst van Pottier in 1888 op muziek zette.

In 1887 wordt bij uitgeverij Dente te Parijs een gedichtenbundel gepubliceerd van Eugène Pottier onder de titel « Chants Révolutionnaires ». De bundel kent niet zo’n bijster succes, althans geen kassucces of wat wij vandaag ook een financieel succes zouden noemen, en geen enkel van de gedichten valt bijzonder op. Ook niet « L’Internationale » dat door de dichter in juni 1871 — na de nederlaag dus van de Commune in mei van datzelfde jaar — geschreven werd. Pottier (1816-1887) van wie gezegd werd dat hij zijn ganse leven geleden had onder een « voortdurend gebrek aan brood en tijd », was oorspronkelijk — net als zijn vader trouwens — houtbewerker. Hij was niet alleen actief tijdens de revolutie van 1848 maar ook, als verkozene, tijdens de Commune van Parijs. Na de nederlaag van die Commune vluchtte hij naar de Verenigde Staten en dat was niet verwonderlijk gezien hij bij verstek ter dood veroordeeld werd in 1871! Eugèn1880 keert hij naar Frankrijk terug.

Gustave Delory, militant van de « Parti Ouvrier » uit Rijsel, brengt de gedichtenbundel uit Parijs mee en toont hem aan verschillende kameraden, zo ook aan Pierre De Geyter. De Geyter valt op « L’Intemationale » en gedreven door muziek als hij is maakt hij er ook quasi onmiddellijk een lied van dat hij, de volgende dag, aan zijn kameraden van Fives-Lille laat horen. Die zijn enthousiast.

Op 23 juni 1888 wordt het lied voor de eerste keer (officieel) gezongen op een door de syndicale kamer van krantenverkopers georganiseerd feest en dat door een zangkoor met de welsprekende naam « La lyre des travailleurs ». De gebeurtenis grijpt plaats in het « Estaminet à la Liberté », rue de la Vignette, in het hart van het volkse Rijsel. Het feest, een activiteit van de « Parti Ouvrier », houdt het midden tussen een ernstige en een carnavaleske bedoening, als het ware een verre voorloper van de agit-prop activiteiten uit het Duitsland van de jaren 30 waar politieke propaganda gevoerd werd door middel van straattoneel, ludieke activiteiten en zeer creatieve culturele manifestaties. In december 1888 wordt het voor het eerst buiten de grenzen van het Franse noorden gezongen en wel te Troyes op het nationaal congres van de « Parti Ouvrier ».

Na Troyes is de verspreiding niet bijster groot. Dit belet niet dat de symbolische betekenis van het lied reeds voor velen duidelijk wordt. Armand Gosselin, secretaris van de gemeente Caudry, wordt zo bijvoorbeeld op 11 augustus 1894 wegens publicatie van het lied tot één jaar in de gevangenis van Valenciennes veroordeeld. Het door hem verspreide lied zou aanzetten tot moord… Wellicht niet zo verwonderlijk dat men de tekst opruiend vindt als men weet dat op 24 juni van hetzelfde jaar Sadi Carnot, Frankrijks president vermoord werd en dat de gemoederen in het land hierdoor toch wel iets opgehitst waren.

Men moet tot juli 1896, meer precies de 23ste, wachten alvorens het lied een meer dan locale, of partijgebonden, bekendheid verwerft. Op 23 juli wordt het 14de congres van de « Parti Ouvrier » in Rijsel afgesloten. Gustave Delory, die ooit de Pottier-bundel naar Rijsel meebracht, is nu de pas verkozen — socialistische! — burgemeester van Rijsel. Ook dat was voor heel wat gemoederen te veel! Het lied (noblesse ouvrière oblige: we zijn op haar geboortegrond) wordt natuurlijk tijdens het congres herhaaldelijk gezongen. Maar méér nog dan daarom krijgt het bekendheid omdat bij de sluiting de kreten van tegenstanders en woeste tegenmanifestanten van het congres, beantwoord werden op de tonen van… de Internationale. Dit had een niet onaanzienlijke weerklank in Frankrijk en daarbuiten.

Nog belangrijker is tenslotte het eenheidscongres van 8 augustus 1898, congres dat de partijen van alle socialistische tendenzen zal verenigen. Henri Ghesquière, afgevaardigde van het noorden, zingt er « De Internationale » die door alle deelnemers zal overgenomen worden. Vanuit dit congres van Japy vertrekken dan ook alle buiten- en binnenlandse afgevaardigden met de tekst op zak terug naar hun bakermat. Ná de Russische revolutie zal de Sovjetunie (tot 1943) de Internationale als officieel lied van de nieuwe staat erkennen maar het lied is méér dan het lied van één land, het is méér dan het lied van de socialisten of van de communisten. Het is het lied van de verdrukten.

WIE WAS DE GEYTER?

Pierre De Geyter werd als Petrus Christiaens, zoon van Adrianus en van Rosalie Julia Verbauwen te Gent geboren op 18 oktober 1848 om 7.30 u. Adrianus en Rosalie waren dagloners, arme mensen dus.

In 1855 trekt de talrijke familie De Geyter (er waren 8 kinderen) naar Waremmes, een voorstad van Rijsel waar Pierre onmiddellijk zal beginnen werken als houtdraaier: 9 uur per dag, 10 centiemen voor 9 uur werk. Zij voegen zich er bij de 3 broers van vader die reeds in 1852 naar Moulins, een andere voorstad, uitgeweken waren.

Aan de Rijselse Académie de Musique behaalde Pierre in 1886 een eerste prijs en werd muzikaal leider van het arbeiderskoor Lyre des Travailleurs. Hij sloot zich ook aan bij de muziekvereniging van de POF (Parti Ouvrier Français) en trok met hen op bij stakingen, feesten, verkiezingscampagnes… Op 15 juli 1888 kreeg hij van de voorzitter van de plaatselijke POF-afdeling, Delory, de dichtbundel “Chants Révolutionnaires” van Eugène Pottier, een van de voortrekkers van de Commune van Parijs in 1871, ten geschenke en van het gedicht “De Internationale” maakte hij het internationale strijdlied van het socialisme. In 1892 koos de Tweede Internationale het lied tot zijn hymne en van dan af ging het snel de wereld rond.

Het standbeeld van De Geyter staat bij het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel te Gent, aan de Minnemeers. Het werd – als een veel groter geheel – gemaakt door Tom Frantzen. Sinds de inhuldiging wordt er elk jaar op Meiavond, 30 april, hulde gebracht aan De Geyter met speeches door vooraanstaande sociaal-democraten en strijdliederen gezongen door het seniorenkoor Morgenrood.

Freek Neirynck

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.