James Cooke blikte voor VT4 zes afleveringen in van een programma dat hij de titel ‘Leef!’ meegaf. Cooke heeft inmiddels heel wat watertjes in de showbizz doorzwommen. Vooral aan boord van de Evana, het bootje van zijn goede vriend Gert Verhulst. Daar kon hij zich telkens uitleven met enkele interviews, meestal gezellige babbels. Nu een reeks over en met mensen die nog slechts een beperkte tijd te leven hebben, die de laatste maanden van hun leven doormaken. Hoe zou dit vissen in troebel, toch tamelijk stormachtig water hem lukken? Zou hij hier niet verdrinken? (foto YouTube)
Nee dus. Oorspronkelijk zou de reeks ‘Leef’ zonder uitroepteken heten maar na de confrontatie met zoveel optimisme, met al die liefde, met het positivisme dat hij niet verwacht had, werd het enthousiaste teken toegevoegd. Cooke verbleef telkens drie dagen in het gezin van de betrokkene. Hij at met hen, speelde met de kinderen, luierde met hen, ging met hen of met de persoon alleen op uitstap, bezocht een voor hem/haar belangrijke plaats, en bleef slapen in hun huis of in een camper (van zijn schoonouders verduidelijkte hij). En natuurlijk sprak hij met hen, met de vrouw of man die de laatste weken of maanden telde (al leek dat nooit zo), met hun partner, met hun kroost, met hun vrienden, met ouders soms. Dit alles gebeurde ongedwongen. Op een heel eigen wijze slaagde Cooke er in de gesprekken een diepgang te verlenen zonder op het dramatische of tragische aan te sturen. Vaak waren het losse, leuke babbels, die toch steevast dieper eindigden en onthulden waar het in wezen allemaal over ging. Het einde, het afscheid, jawel, maar zoveel meer: en dit positieve ontroerde hem en de kijker. Het was telkens weer de essentie van de drie dagen durende confrontatie, de liefde, de vriendschap tussen alle betrokkenen. Wat werd er weinig over het nakende einde gepraat, al bleef het gedurende iedere minuut aanwezig als een zwarte wolk boven de hoofden, maar toch domineerden de positieve gevoelens. De inleving van Cooke in deze is essentieel; zij was onontbeerlijk. Zijn empathie. Geen tranerig gedoe, soms wel oprechte ontroering en heel mooi op het geschikte moment inpikken op gevoeligheden. Waarbij ook de beelden, subtiel, nooit opdringerig, sfeer en dialoog fraai ondersteunden.
Of het nodig was iedere aflevering te beëindigen met een televisie-bravourestukje kan men zich afvragen. Moest John zo nodig met een privéjet naar Zuid-Frankrijk gevlogen worden? En och dat Bart Peeters kwam opdraven om voor Lien een liedje te zingen… Maar JBC een heuse collectie laten lanceren onder de naam ‘Amy-Rose’, dochtertje van de haar laatste maanden tellende Evy, compleet met modeshow en catwalk? Dat Wouter een laatste keer optrad met zijn band ware een mooie afsluiter geweest; of de organisatie – terwijl hij in het nagenoeg lege Sportpaleis zat, met alleen familie en vrienden – terwijl zijn lied, door hem gezongen ‘Grounded pork for free’ door alle radiostations van Vlaanderen uitgezonden werd, een meerwaarde was? Allicht heel leuke snoepjes voor de betrokkenen maar toch iets te veel show en feelgood. Het blijft televisie natuurlijk. Maar dan zie ik weer de scène waar een terminale man, van wie we weten dat hij op het ogenblik van de uitzending reeds overleden is, in de auto samen met James Cooke vol levenslust Walter De Buck nazingt, “En maine vlieger mé zaine steirt, hij goat omheuge…”. Ook dat is televisie. Schone televisie.
Johan de Belie