Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat het fameuze debat tussen de drie “wielergoden” (Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy en Eddy Merckx) plaatsvond op de toenmalige BRT. Helaas is daar nog maar weinig van terug te vinden op het internet, wat foto’s aangaat. Ik heb dan maar voor Rik Van Steenbergen gekozen omdat die zich die avond het meest heeft laten gaan in de aangeboden whisky. Zelf schreef ik daar destijds in het regionaal weekblad “De Voorpost”, waarin ik een wekelijkse televisierubriek had, een stukje over onder de titel “Waren de wielergoden kosmonauten?”, een referentie naar het op dat moment erg populaire boek van Erich von Däniken, “Waren de goden kosmonauten?”.

Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy en Eddy Merckx werden ten voete uit geschetst én getoond. Inderdaad, zij werden allen uitstekend in beeld gebracht: een rustige, volkse, goedlachse Van Steenbergen, een sluwe, pittige, gedistingeerde Van Looy en een flauwe, droge, nijdige Merckx. Elke tussenkomst van Merckx was daarom natuurlijk telkens een doorbreken van de sfeer die de twee Rikken creëerden, temeer daar Eddy duidelijk een gebrek vertoonde aan een echt dialect (aan een Algemeen Nederlands hadden ze allemààl gebrek, maar ik verkies een renner die zich vlot in zijn dialect uitdrukt, boven één die stuntelt in Algemeen Nederlands), maar als superkampioen was hij uiteraard onmisbaar.
Toch jammer dat Roger De Vlaeminck niet de resultaten van Merckx kan voorleggen, want hij is de ware Flandrien, de echte Vlaamse kampioen, de volksjongen die het ver weet te schoppen op de fiets (toch nog steeds het volkse vervoermiddel bij uitstek), de sympathieke sluwerd. Kampioenen die schoppen en trappen, maar niet nàtrappen.
Maar als De Vlaeminck de resultaten van een Merckx had gehaald, dan wàs hij ook De Vlaeminck niet meer. Het probleem van Merckx was immers niet winnen (zoals dat bij een doorsnee-renner het geval is), want dat kón hij. Maar hij kon niet verliezen (*). Verliezen met stijl of verliezen als een briesende leeuw of verliezen als een gekruisigde. Als Merckx verloor, reageerde hij nogal kleingeestig, zoals ook uit het (net als de andere: goed gekozen) fragment bleek.
Nu moet ik wel toegeven dat ik als kleine jongen nog en supporter van Rik Van Steenbergen ben geweest (in navolging van mijn vader), dat nadien Rik Van Looy een ereplaats in mijn wielerminnend hart veroverde (en daar eigenlijk nog steeds troont), terwijl ik voor Merckx nooit sympathie heb gehad (**). Zelfs mijn bewondering werd gelouterd door het onwezenlijke, het on-menselijke van zijn prestaties. Vond hij het zelf niet nodig in een gezegend ogenblik te verklaren: ‘Ik ben ook maar een mens’?
Geen wonder dat Rik Van Looy in zijn nadagen op het wiel van Merckx reed. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke manier van rijden “onwelvoeglijk” is, maar de « kneuterige » wijze waarop Merckx dit naar voren bracht en de combativiteit in het antwoord van Van Looy zorgden er — althans in mijn ogen — voor dat Van Looy deze delicate bal toch in de netten kon leggen (mijn beeldspraak is enigszins ingegeven door mijn stramme spieren na een nachtelijke voetbaluitspatting).
Aan wie nog lof voor deze (wellicht historische) uitzending?
Aan Rik De Saedeleer die de knipschaar uitstekend heeft gehanteerd. Het vijf uren durend gesprek werd haast onmerkbaar herleid tot twee en toch kreeg men een duidelijke indruk van de werkelijke duur door het verdwijnen van het geelbruine vocht in de glazen (whisky?) en het losser komen der tongen. Van Steenbergen: « Allez, allez, we gaan hier toch geen ruzie maken, he? » Censuur? Zelfcensuur vanwege de renners ja, die eensgezind in een grote bocht rond de doping liepen (of reden). En wellicht zijn ook een paar passages geknipt waarin niet-aanwezige renners nogal hard werden aangepakt. Terecht. Want de beschuldigingen aan het adres van Marcel Janssens b.v. die vond ik al op het randje. Tenslotte kunnen zij zich niet verdedigen.
Hulde ook aan gespreksleider Mark Vanlombeek die een dergelijke opkikker best kon gebruiken na de verschrikkelijk droge commentaar waarop hij ons heeft vergast tijdens de voorbije wielerklassiekers. Dat hij af en toe ook tot dialect verviel (« Dan zijde wa verlore gelope »), nemen we hem zeker niet kwalijk, integendeel, gezien de bijzondere omstandigheden.
Daarom sluiten wij af met een definitie van een goede sportjournalist door Mark zelf, definitie die hij die avond alleszins in praktijk heeft gebracht: « Een journalist moet zich in materie inwerken, geestelijk inspannen, documentatie aanleggen … Hij moet geen records uit zijn hoofd kennen om goed te zijn, maar een beweging, een evolutie, een contekst zien en er de betekenis van snappen. » (Knack 6/7/77).

Ronny De Schepper

(*) Een ander citaat van Roger De Vlaeminck, deze keer uit het boek “De Flandriens” van Benno Wauters (Borgerhoff & Lamberigts, 2010): “Het mooiste in mijn leven was als ik won en Eddy tweede was. Want die wilde altijd alles winnen. Die gaf zelfs geen criterium weg. Ik weet nog dat ik Eddy één keer vroeg om mij de wedstrijd te laten winnen. Dat was toen ik voor het eerst in Italië reed voor mijn sponsor. Eddy zei: ‘Ja, ’t is goed’. En wat gebeurde er? Eddy won en ik was vierde. Zo was Eddy.”
(**) Natuurlijk had ook het Franstalige huwelijk van Merckx daarmee te maken. In het Gentse Kuipke is hij daarvoor zelfs door (bijna) alle aanwezigen uitgejouwd. Ik moet wel toegeven dat het interview dat ik met Eddy heb gehad, zeer vriendschappelijk is verlopen. Dus eigenlijk zou ik dit moeten bijstellen, maar dat is te veel gevraagd van de Van Looy-supporter in mij.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.