Het is vandaag veertig jaar geleden dat de Amerikaanse actrice Jean Seberg in duistere omstandigheden is overleden…
Jean Seberg debuteerde in 1957 in “Joan of Arc” van Otto Preminger, die haar hiervoor naar Frankrijk had overgebracht. “Haar haartooi uit de prent was in de kapperssalons een langer leven beschoren dan Premingers film in de bioscopen,” schrijft Marcel Van Nieuwenborgh in De Standaard.
Preminger behandelde haar als zijn persoonlijke eigendom. Alhoewel ze een zenuwinzinking nabij was, was ze toch verplicht verder met hem te draaien, want ze lag nog voor enkele jaren onder contract bij hem. Ook “Bonjour tristesse” naar de roman van Françoise Sagan was echter geen succes. Op de set in Frankrijk had ze een zekere Moreuil leren kennen, die trachtte haar van haar contract af te helpen. Dat lukte, zodat ze in 1959 een film kon draaien in Engeland samen met Peter Sellers (“The mouse that roared” van Jack Arnold). Daarna volgde dan “A bout de souffle” van Jean-Luc Godard, die haar samen met Jean-Paul Belmondo tot een cultidool maakte. “Ze was de eerste vrouw die in de lens keek alsof het een achteruitkijkspiegeltje van een auto betrof,” aldus alweer Van Nieuwenborgh. Ze werd “dat meisje van Godard”, ook al omdat haar volgende films (“Lilith” en “The French Conspiracy”) geen succes waren. Eigenlijk was de enige bioscoophit waar ze nog in voorkwam de western-musical “Paint your wagon” (1969). Here Jean Seberg’s singing voice was dubbed by Anita Gordon. In his memoir, lyricist Alan Jay Lerner relates that Anita Gordon had faded from view by 1969, as the studio system had dissolved and movie musicals were rarely produced. But he was convinced that Gordon was the best match for Seberg’s speaking timbre. When all of his attempts to locate the elusive Gordon failed, he contacted the Screen Actors Guild in one final attempt to track her down. When Lerner told the phone operator at SAG that he was seeking a singer named Anita Gordon, he received a shock when the operator responded that she herself was Anita Gordon. And, with that, Miss Gordon played her final hand in Hollywood as Seberg’s voice double.
Jean Seberg and co-star Clint Eastwood had an affair during filming in Baker (Oregon). At the same time, Eastwood was having yet another affair with one of the extras. Jerry Pam, a publicist for both actors at the time, told Seberg biographer David Richards in 1981: “Once they got back to Paramount, it was as if Clint didn’t know who she was. Jean couldn’t believe that he could be that indifferent to her, after everything that had gone on in Baker. She was a very vulnerable woman, and it was a terrible trauma for her.”
Jean Seberg filed for divorce from Romain Gary, de Franse schrijver waarmee ze in 1962 was getrouwd, in the middle of production (September 17, 1968) seriously thinking she would marry Clint Eastwood. Eastwood ghosted her just after filming ended, which deeply affected her already-fragile mental health.
In augustus 1979 werd ze vermist. Elf dagen later werd ze dood gevonden in haar eigen auto op 300 meter van haar huis in een voorstad van Parijs. Volgens het politierapport had ze zelfmoord gepleegd door een overdosis medicijnen gecombineerd met heel veel alcohol in te nemen. Dat werd vooral afgeleid uit een afscheidsbriefje gericht aan haar zeventienjarige zoon Diego. Deze was de zoon van Romain Gary, waarvan ze die avond de film “Clair de femme” had gezien met Romy Schneider in de hoofdrol. Dat had haar erg aangegrepen, want eigenlijk ging deze film over haar eigen leven, vond ze en had Gary haar drankzucht, haar experimenten met drugs en haar liederlijke levensstijl te grabbel gegooid. Haar dood werd vastgelegd op 8 september 1979 en ze ligt begraven op de Montparnasse begraafplaats in Parijs.
Toch kan er getwijfeld worden aan de zelfmoordtheorie, want niet alleen viel de auto op tussen de andere omdat hij niet met gevallen herfstbladeren was bedekt, maar ook trof men haar naakte reeds ontbindende lichaam aan in een deken gewikkeld. Bovendien was het onwaarschijnlijk dat ze met zoveel alcohol in haar bloed (8 promille, meestal raakt men met 6 promille al in een coma) zo ver had kunnen rijden. Bovendien had ze haar bril niet bij zich.
Vrienden van haar denken dan ook eerder aan moord. Daarbij kan het gaan om een “gewone” moord, in die zin dat ze op dat moment samenwoonde met een jonge Algerijn, die op haar kosten leefde en van wie ze zich reeds vruchteloos had proberen te ontdoen. Nog een andere theorie is dat ze werd vermoord door de CIA. Romain Gary heeft immers verklaard dat ze in een uitzichtloze depressie was terechtgekomen nadat de CIA haar reputatie had proberen kelderen door het gerucht te verspreiden dat ze zich alleen maar inzette voor rassengelijkheid (ze steunde de Black Panthers) omdat ze graag met negers naar bed ging. Enige tijd eerder had men met medewerking van de Amerikaanse roddelpers zelfs het bericht verspreid dat het kind dat ze verwachtte van een zwarte zou zijn. Daardoor werd ze zo depressief dat ze het kind verloor. Het bleek overigens niet van een zwarte, maar van een Mexicaan te zijn.
Het boek van Romain Gary (“Chien Blanc”) is overigens geen verdediging van Seberg, eerder integendeel omdat ook Gary zijn buik vol had (sorry voor de woordspeling) van arrogante black panthers die meer in zijn huis te zeggen hadden dan hijzelf. Alhoewel daar iets van aan is (Seberg brak net voor haar dood trouwens ook met de beweging, om dezelfde reden), moet men toch uitkijken met Gary, want hij was ook al een pispaaltje voor de revolutionairen van mei ’68. Het boek is opgedragen aan Sandy, een van de katten van Seberg en Gary, die door de CIA werd omgebracht.
De betrokkenheid van de CIA wordt ook onderlijnd in twee documentaires over haar leven die in 1995 werden gedraaid: “Jean Seberg, American actress” van de Zwitserse broertjes Donatello en Fosco Dubini en “From the journals of Jean Seberg” van de Amerikaan Mark Rappaport, waarin ook gespeelde fragmenten in voorkomen (Mary Beth Hurt vertolkt hierin de rol van Seberg). Zij stond ook model voor de roman van Carlos Fuentes, “Diana, de eenzame jachtgodin” (1996), waarin de schrijver zijn (al dan niet gefingeerde) relatie met haar beschrijft tijdens de jaarwisseling 1969-1970. In het boek heet ze Diana Soren.
Ronny De Schepper