Alweer vijf jaar geleden is de Franse acteur Jean-Pierre Marielle overleden (foto Georges Briard via Wikipedia). TV5-Monde wilde hem postuum huldigen met een film waarin hij meespeelde. Dat werd dan “L’amour en douce” van Edouard Molinaro uit 1984.

Korte samenvatting (met spoilers!)
Man (Daniel Auteuil) bedriegt vrouw (Sophie Barjac).
Vrouw neemt bodybuilder (Jean-Pierre Marielle) in huis.
Man mag op de sofa slapen.
Man moet in opdracht van zijn baas (Daniel Ceccaldi) een callgirl (Emanuelle Béart) gaan afhalen op de luchthaven.
Coup de foudre! (langs beide kanten)
Evenwel, telkens de man eraan herinnerd wordt dat ze een callgirl is, knapt hij erop af.
Vandaar dus: aan, af, aan, af, aan, af.
Als het weer aan is, trekken ze samen in de echtelijke woning, omdat de vrouw met haar bodybuilder in het buitenland zit.
Als ze vroegtijdig terugkeren en het koppel “betrappen” blijkt het viertal goed overeen te komen en het merkwaardige gezinnetje floreert.
Tot de man weer eens geconfronteerd wordt met een oude klant (Mathieu Carrière) van de callgirl en opnieuw uit de bocht gaat.
De callgirl verdwijnt en weigert zijn telefoontjes te beantwoorden.
Als de bodybuilder weer eens uit het land is, slaapt het oorspronkelijke echtpaar nog eens samen.
Als hij hen bij zijn terugkomst “in flagrante delicto” ontdekt, verdwijnt hij op z’n beurt.
Het oude koppel probeert het opnieuw, maar al vlug belandt de man in z’n oude gewoontes: liegen over zijn overspelige uitstapjes, urenlang blijven hangen met een aantal dubieuze vrienden…
Ook de vrouw trekt er dan uit. Niemand weet waar ze is.
De man zoekt de bodybuilder op. Of hij soms de vrouw niet kan opsporen?
Hij trekt naar de callgirl (hém wil ze wél zien) en houdt een pleidooi om het opnieuw met z’n vieren te proberen.
De callgirl gaat akkoord en de vrouw blijkt bij haar te zijn ondergedoken.
De man is ondertussen op weg naar Rwanda, waar hij juridisch adviseur van de kersverse president kan worden. Deze job is hem al herhaaldelijk aangeboden. Hij heeft ze afwisselend aanvaard of afgewezen al naargelang van de “af/aan” van hoger.
De callgirl kan hem op het laatste moment nog van het vliegtuig halen. Ze vallen elkaar in de armen. De twee anderen zijn er ook. They lived happily ever after.
Hier eindigt de film. Ikzelf zal echter even vertellen hoe het nu écht verder gaat.
Er komt geen geld meer binnen, want er wordt niet meer gewerkt (de jurist is uiteraard ontslagen na zijn weifelende houding in de zaak Rwanda), dus op een bepaald moment ontstaan er financiële moeilijkheden.
Iedereen kijkt naar de callgirl.
O.K., die besluit nogmaals aan de slag te gaan.
Waardoor de man opnieuw een aanval krijgt.
Kortom, een “perpetuum mobile”…
Ik vond het een rare keuze om als “hulde” te geven voor Jean-Pierre Marielle, die hier toch enkel maar een veredelde bijrol speelt, terwijl hij in zoveel andere films heeft geschitterd. Hij speelde immers in meer dan honderd films. Hij vertolkte zowel komische rollen (Le Diable par la queue, Sex-shop, Les galettes de Pont-Aven, Calmos …) als dramatische rollen (Que la fête commence, Coup de torchon, La Controverse de Valladolid, Le parfum d’Yvonne, Les Âmes grises…). In “Tous les matins du monde” van Alain Corneau, heeft hij niet zo’n grote rol. Hij speelt weliswaar de nukkige Sainte-Colombe, de leermeester van de jeugdige Marin Marais gespeeld door Guillaume Depardieu, maar de hoofdrol is voor diens vader Gérard.
In 1974 speelt Jane Birkin een merkwaardige rol in “Comment réussir quand on est con et pleurnichard” van Michel Audiard. En dat zeg ik niet omdat ze met haar billen en borsten (nou ja, zeg maar borstjes) haast voortdurend bloot loopt, want dat zijn we tenslotte van haar gewend, en al evenmin omdat ze het in die film “doet” met achtereenvolgens Jean Rochefort, Jean Carmet en Jean-Pierre Marielle, die het op hun beurt dan ook nog allemaal eens “doen” met Stéphane Audran en Evelyne Buyle, want dat is dan weer typisch voor een Franse komedie, zeker één van Michel Audiard, nee, waaraan ik refereer is de nogal genante scène waarbij men haar cul staat te bediscussiëren vóór een levensgroot portret waarop de cul in kwestie uitgebreid staat afgebeeld. Faut le faire!

Even genant is “On aura tout vu” van Georges Lautner een jaar later, al speelt Marielle zijn rol als producer van pornofilms uitstekend.

In 1976 was hij samen met Annie Girardot te zien in “Cours après moi… que je t’attrappe” van Robert Pouret, een film die ik niet heb kunnen uitkijken omwille van… de slechte klank (Bernard Ortion). De dialogen worden voortdurend overstemd door omgevingsgeluiden, door de muziek, kortom door eender wat. Zeer irritant, al moet ik toegeven dat ik het heb opgegeven op een moment dat ik vond dat ook de scenariste (Nicole de Buron) zwaar uit de bocht ging. De film gaat over twee mensen van middelbare leeftijd die elkaar via een “annonce” leren kennen. Als Annie Girardot, die een kapsalon voor honden uitbaat, de eerste keer dat ze bij Jean-Pierre Marielle gaat eten een vijftal honden meeneemt, die uiteraard zijn huis overhoop halen, vond ik de “suspension of disbelief” ruimschoots overschreden.

Toch moet de film aangeslagen zijn bij het grote publiek, want twee jaar later doet Edouard Molinaro nog eens hetzelfde in “Cause toujours, tu m’intéresses”. Cette fois Marielle est François Perrin, un petit journaliste énonçant les nouvelles à l’antenne de RTL. Seul dans la vie, sa seule « distraction » est son voisin de palier qui lui tient la jambe de temps à autre. Mais un soir d’ennui, il décide d’appeler un numéro de téléphone au hasard. Il tombera sur Christine, pharmacienne un peu vieille fille, qui après avoir hésité à raccrocher immédiatement, se prendra au jeu du charmant inconnu à l’autre bout du fil. Après un rendez-vous manqué, il cherchera à la côtoyer en se faisant passer pour un grand reporter, tandis qu’il continuera à lui téléphoner sous les traits d’un grand écrivain, afin de ne pas la décevoir sur sa petite condition.

Tussendoor is “Un moment d’égarement” van Claude Berri uit 1977 a return to the old formula: a good script plus the visual appeal of the Riviera provide enjoyment, schrijft de Canadees Bob Taylor op de IMDb. Jean-Pierre Marielle, tall and graceful, and Victor Lanoux, shorter and bull-like play well off each other. Agnes Soral, with her hawk nose (?) and easy wit, does a fine job as Marielle’s lover. Christine Dejoux, playing Marielle’s very discontented daughter is even more darkly unhappy than Demi Moore was in the remake. En die remake dat is dan “Blame It on Rio” van Stanley Donen uit 1984 with Michael Caine.
De warme bromstem van Marielle was zijn handelsmerk. Die diepe, ietwat plechtstatige stem werd dikwijls geïmiteerd door humoristen.

De laatste film waarin ik hem heb gezien was als blinde antiquair in “La peau de chagrin” (Alain Berliner, 2010) naar het boek van Honoré de Balzac.

Ronny De Schepper

Een gedachte over “Jean-Pierre Marielle (1932-2019)

  1. Het overlijden van Marielle is volledig aan mij ontsnapt. Onze media besteden praktisch geen aandacht meer aan de Franse en bij uitbreiding onze hele Europese filmcultuur. Helaas wel te veel aan de overwegend commerciële en infantiele Amerikaanse popcornfilm. Les galettes de Pont-Aven wist mij destijds aangenaam te charmeren en Coup de torchon blijft een uitmuntend meesterwerk waar hij samen met Stéphane Audran, Philippe Noiret, Isabelle Huppert, Eddy Michel en Guy Marchand – wat een cast!- uitblonk.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.